direct naar inhoud van Artikel 11 Maatschappelijk
Plan: 187.301.00 (Bloemendaal)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.BP00038-vst4

Artikel 11 Maatschappelijk

11.1 Bestemmingsomschrijving
11.1.1

De als zodanig aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. maatschappelijke voorzieningen;
  • b. aan de functie als bedoeld onder a gebonden parkeervoorzieningen;
  • c. tuinen en erven;
  • d. wegen en paden;
  • e. groenvoorzieningen en water;
  • f. straatmeubilair;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. bruggen en duikers;

één en ander met uitzondering van een sociaal pension.

11.1.2

In afwijking van het bepaalde in lid 11.1.1 zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding "gezondheidszorg" uitsluitend bestemd voor bedrijven en instellingen in de gezondheidszorg.

11.1.3

In afwijking van het bepaalde in lid 11.1.1 zijn de gronden ter plaatse van de aanduiding "sociaal pension" tevens bestemd voor een sociaal pension.

11.1.4

Ter plaatse van het perceelsgedeelte met de aanduiding "woning" zijn de gronden tevens bestemd voor wonen.

11.1.5

Ter plaatse van de aanduiding “detailhandel” zijn de gronden tevens bestemd voor ondergeschikte detailhandel.

11.1.6

Voor zover aan gronden de aanduiding "monument" is toegekend, zijn de gronden tevens bestemd voor behoud en versterking van de cultuurhistorische waarde van de op de gronden aanwezige bebouwing.

11.2 Bouwregels
11.2.1

Op de in lid 11.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, met dien verstande, dat:

  • a. gebouwen uitsluitend mogen worden gebouwd binnen de aangegeven bouwvlakken;
  • b. indien binnen een bouwvlak de aanduiding "maximale bebouwingspercentage" is opgenomen, de maximale oppervlakte aan bebouwing binnen het bouwvlak niet meer mag bedragen dan aangegeven;
  • c. de goothoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 6 m, tenzij binnen een bouwvlak, of een gedeelte daarvan, anders is aangegeven;
  • d. de hoogte van gebouwen niet meer mag bedragen dan 10 m, tenzij binnen een bouwvlak, of een gedeelte daarvan, anders is aangegeven;
  • e. de hoogte van erf- en terreinafscheidingen niet meer mag bedragen dan:
      • op de gronden voor de naar de openbare weg gekeerde gevel: 1 m;
      • voor het overige 2 m;
  • f. de hoogte van overige andere bouwwerken niet meer mag bedragen dan 3 m.
11.2.2

In afwijking van het bepaalde in lid 11.2.1 onder a mogen buiten het bouwvlak nutsgebouwtjes worden gerealiseerd met een oppervlakte van ten hoogste 10 m2 met een hoogte van maximaal 3 m.

11.2.3

Voor zover tevens de aanduiding "monument" is opgenomen geldt dat de op het tijdstip van het in ontwerp ter inzage leggen van het plan bestaande maatvoering van bebouwing niet mag worden gewijzigd, tenzij burgemeester en wethouders ingevolge het bepaalde in de Monumentenwet 1988 dan wel de gemeentelijke monumentenverordening een vergunning hebben verleend.

11.3 Ontheffing

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in lid 11.2.1 onder a. ten behoeve van het bouwen van erfbebouwing buiten de bouwvlakken tot een gezamenlijke grondoppervlakte van 100 m2 en een maximale hoogte van 4 m, mits de bouwmogelijkheid niet leidt tot onevenredige hinder voor omwonenden (schaduwwerking of privacy) of een vanuit stedenbouwkundig oogpunt onaanvaardbare situatie.