direct naar inhoud van 4.3 Water
Plan: Stolwijkersluis
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.1200BPstolwijkersl-DF01

4.3 Water

4.3.1 Algemeen

Bij ruimtelijke ontwikkelingen geldt vanaf 1 november 2003 de wettelijke verplichting van een watertoets. De watertoets is één van de pijlers van het Waterbeleid voor de 21e eeuw, waarin aan water een medesturende rol in de ruimtelijke ordening is toegekend. Met de watertoets wordt beoogd waterbeheerders vroegtijdig in het ruimtelijke ordeningsproces te betrekken. De watertoets betreft het hele proces van informeren, adviseren, afwegen en beoordelen van waterhuishoudkundige aspecten in ruimtelijke plannen en besluiten.

Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard

Het beheersgebied van het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) strekt zich uit tussen Rotterdam, Schoonhoven en Zoetermeer. Binnen dit gebied zorgt het HHSK voor de kwaliteit van het oppervlaktewater, het waterpeil en de waterkeringen. Daarnaast beheert het HHSK een aantal wegen in de Krimpenerwaard.

Voor de kwaliteit van het oppervlaktewater, voert het HHSK zijn taak uit door onder andere het afvalwater van huishoudens en bedrijven te zuiveren. Andere activiteiten zijn het baggeren van watergangen en het zodanig inrichten van watergangen dat dit ten goede komt aan de waterkwaliteit. Tevens zorgt het HHSK voor het waterpeil in de sloten en plassen in het beheersgebied. Met het systeem van watergangen, boezems, stuwen, gemalen en inlaten wordt het water afgevoerd in natte perioden en aangevoerd in droge perioden. Het te hanteren waterpeil wordt zoveel mogelijk aangepast aan het gebruik van de grond. Zo is bijvoorbeeld in een stadsomgeving een ander waterpeil nodig, dan in een agrarische omgeving.

Ten oosten van de Hollandsche IJssel (in de Krimpenerwaard) wordt het water direct vanuit de polder naar de rivier gepompt. Het beheersgebied van HHSK ligt beneden NAP. Zonder waterkeringen zou dit gebied dus onder water staan. Onder andere door middel van de Keur zorgt het HHSK ervoor dat de waterkeringen in het beheersgebied op hoogte zijn en stabiel blijven. In het Waterbeheerplan 2010 - 2015 zijn de hoofdlijnen van het beleid van het HHSK met betrekking tot de waterveiligheid, het oppervlaktewater- en grondwaterbeheer, het beheer van afvalwaterketen en emissies, en het wegenbeheer in de Krimpenerwaard beschreven. De kern van het plan wordt gevormd door zeventig doelen voor de planperiode. Het plan bevat ook uitgangspunten voor initiatieven van derden.

Rijkswaterstaat

Rijkswaterstaat is verantwoordelijk voor het hoofdvaarwegennet in Nederland en ook voor de Hollandsche IJssel. Van toepassing zijn onder ander de Kaderrichtlijn Water en het Binnenvaartpolitiereglement. De Waaiersluis in het plangebied wordt beheerd door Rijkswaterstaat. De Waaiersluis voorziet tevens in een oversteek voor voetgangers over de Hollandsche IJssel.

Watertoets

In het kader van de watertoets dient overleg plaats te vinden met de waterbeheerders. Dit zijn het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard en Rijkswaterstaat. In het kader van het vooroverleg ex artikel 3.1.1 Bro is het projectbesluit van de fietsverbinding ter beoordeling aan het hoogheemraadschap voorgelegd en heeft deze daarin positief geadviseerd. Voor onderhavig bestemmingsplan is overleg gevoerd met beide waterbeheerders. De resultaten van dit overleg zijn opgenomen in het bestemmingsplan.

4.3.2 Toekomstige situatie

Waterberging

Onderhavig bestemmingsplan voorziet in de realisatie van het Veenweidepark. Het overige deel van het plangebied heeft een conserverend karakter en maakt derhalve geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk. Het percentage verhard oppervlak neemt niet toe, waardoor geen compenserende maatregelen nodig zijn. De ontwikkeling van het Veenweidepark maakt geen nieuwe verhardingen mogelijk. In paragraaf 5.4 wordt het beoogde Veenweidepark nader toegelicht.

In 2010 is een projectbesluit opgesteld voor de realisatie van een fietspad en een onderdoorgang hiervan onder de ZWR. In het kader van dit projectbesluit is een watertoets doorlopen waarbij het hoogheemraadschap advies heeft gegeven. Bij de ontwikkeling van de fietsverbinding en -tunnel wordt het verhard oppervlak gecompenseerd in het overschot wat nog resteert van de aanleg van de ZWR. Daarnaast wordt een extra sloot gegraven waarmee ruimschoots compensatiewater aanwezig is. Dit projectbesluit is opgenomen in onderhavig bestemmingsplan.

Vergunningen

Voor het plangebied is de Keur van het hoogheemraadschap van toepassing. Voor het graven en dempen van watergangen en eventuele overige werkzaamheden aan en langs watergangen dient een watervergunning te worden aangevraagd.

 Dit is met name van belang voor de te graven aansluitpunten van het fietspad op de tunnel en de fietstunnel zelf. De afstemming met het hoogheemraadschap over de fietstunnel met aansluitpunten heeft evenwel reeds plaatsgevonden in het kader van het inpassingsplan N207/ZWR.

Voor het wateraspect van het projectbesluit is tevens van belang dat de hoofdwatergang langs de geplande N207/ZWR ter hoogte van de fietstunnel wordt omgeleid. Hiervoor wordt aan beide zijden van de N207/ZWR een brug in het fietspad aangelegd. Voor deze bruggen en de te vergraven hoofdwatergangen wordt te zijner tijd een vergunning aangevraagd.

Waterkering

In het plangebied komt één waterkering voor, deze loopt over de Gouderaksedijk en Provincialeweg West. Deze waterkering beschermd het achterland van de Krimpenerwaard tegen het hoge water van de Hollandsche IJssel en is in beheer bij het Hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard (HHSK) en het dagelijks onderhoud is een taak van de gemeente. Voor deze waterkering is in het bestemmingsplan een juridisch-planologische bescherming opgenomen. Op deze gronden kunnen uitsluitend bouwweren worden opgericht indien de belangen van de waterkering dit gedogen en de beheerder van de waterkeringswerken is gehoord. Hierbij wordt verwezen naar het beleid van het hoogheemraadschap.

Waterkwaliteit

Het onderhavige plan heeft geen nadelige invloed op de waterkwaliteit van het gebied.

4.3.3 Conclusie

Met onderhavig bestemmingsplan worden geen nieuwe bouwmogelijkheden gerealiseerd (het Veenweidepark kent geen bouwmogelijkheden). Er vindt derhalve geen toename van het verhard oppervlak plaats en hoeft daarom geen extra oppervlaktewater te worden aangelegd. Het bestemmingsplan is in het kader van het vooroverleg voorgelegd aan het HHSK, het Hoogheemraadschap van Rijnland en aan Rijkswaterstaat voor een wateradvies.

Op 11 mei 2011 is een reactie ontvangen van het Hoogheemraadschap van Rijnland, op 17 mei 2011 van het HHSK en op 19 mei 2011 van de VROM-inspectie. In de drie reacties zijn enkele aandachtspunten opgenomen, welke in voorliggend bestemmingsplan zijn verwerkt. De waterbeheerders hebben, na verwerking van de aandachtspunten, geen bezwaar tegen de uitvoering van het bestemmingsplan. Het aspect water vormt geen belemmering voor de uitvoerbaarheid van het onderhavig plan en hiermee is invulling gegeven aan de watertoets.