Kadebuurt, Kort Haarlem, Gouda Oost

4.5 luchtkwaliteit

4.5.1 wettelijk kader

Indien mensen met regelmaat luchtverontreinigende stoffen inademen kan dit leiden tot effecten op de lichamelijke gezondheid. Daarom moet bij ruimtelijke planvorming rekening worden gehouden met de effecten van de plannen op de luchtkwaliteit en de luchtkwaliteit ter plaatse.

Titel 5.2 van de Wet milieubeheer (hierna te noemen: Wet luchtkwaliteit), het Besluit niet in betekenende mate en het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) stellen grenzen aan de concentraties van luchtverontreinigende stoffen. De meest kritische stoffen ten gevolge van het verkeer zijn stikstofdioxide (NO2) en fijn stof (PM10). De grenzen voor deze stoffen zijn opgenomen in tabel I. In 2011 moet aan de grenswaarden (jaargemiddelde en 24-uursgemiddelde concentratie) voor PM10 worden voldaan. Voor NO2 geldt dat vanaf 2015 moet worden voldaan aan de (jaargemiddelde en uurgemiddelde) grenswaarden. Tot deze grenswaarden gelden zijn minder strenge grenswaarden van kracht.

In tabel I zijn deze grenswaarden opgenomen.

De Wet luchtkwaliteit en het Besluit gevoelige bestemmingen (luchtkwaliteitseisen) stellen dat ruimtelijke plannen doorgang kunnen vinden indien:

• 1. de luchtkwaliteit tengevolge van de plannen per saldo verbetert of ten minste gelijk blijft;
• 2. de plannen niet in betekenende mate (NIBM) bijdragen aan de concentratie van NO2 en PM10in de buitenlucht. Vanaf het in werking treden van het Nationaal Samenwerkingsprogramma Luchtkwaliteit op 1 augustus 2009 wordt onder een NIBM bijdrage een bijdrage van minder dan 3% verstaan;
• 3. de plannen niet leiden tot het overschrijden van een grenswaarde;
• 4. gevoelige bestemmingen (waaronder scholen en zorginstellingen) niet binnen 300 meter van een rijksweg en 50 meter van een provinciale weg worden gerealiseerd (of indien binnen deze zones geen sprake is van een (dreigende) overschrijding).

Het Besluit NIBM heeft een aantal NIBM-grenzen vastgesteld, waarvan met zekerheid kan worden gesteld dat de 3%-grens niet zal worden overschreden, te weten:

• Woningbouw:
  maximaal 1.500 woningen (netto) bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en
  maximaal 3.000 woningen bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling.
• Kantoorlocaties:
  maximaal100.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 1 ontsluitingsweg, en
  maximaal 200.000 m2 bruto vloeroppervlakte bij minimaal 2 ontsluitingswegen met een gelijkmatige verkeersverdeling.

In alle overige gevallen of combinaties van bovenstaande grenzen zal middels een berekening moeten worden aangetoond of de bijdrage niet in betekenende mate is of dat de grenswaarden niet worden overschreden.

Tevens is in het Besluit NIBM een anticumulatie bepaling opgenomen, die zegt dat de effecten van beoogde ontwikkelingen in de omgeving van het plangebied moeten worden meegenomen in de beoordeling van het betreffende plan. Hiermee wordt voorkomen dat verschillende NIBM-projecten samen toch in betekenende mate bijdragen aan verslechtering van de luchtkwaliteit.

4.5.2 uitgangspunten

De voor de luchtkwaliteit relevante verkeerswegen zijn de volgende:

• Spoorstraat;
• Blekerssingel;
• Fluwelensingel;
• Zuidelijke Zwarteweg;
• Joubertstraat;
• Goejanverwelledijk.

Het bestemmingsplan Kadebuurt, Kort Haarlem, Gouda Oost heeft een overwegend conserverend karakter. Er zijn geen nieuwe ontwikkellocaties in het plan opgenomen. Derhalve leidt het plan niet tot een extra verkeersaantrekkende werking op de genoemde wegen.

De berekeningen voor de luchtkwaliteit voor alle wegen behalve de Spoorstraat zijn uitgevoerd met het rekenprogramma CAR II, versie 8.1, conform Standaard Rekenmethode I. In verband met de tunnel-karakteristiek van de Spoorstraat is de luchtkwaliteit langs deze weg bepaald met Geomilieu (versie 1.30), module STACKS+, conform Standaard Rekenmethode II. De luchtkwaliteit langs de Spoorstraat is op verschillende locaties berekend. De locatie met de hoogst berekende concentraties is weergegeven in de resultaten.

De berekeningen zijn uitgevoerd voor de huidige situatie (2010), het jaar dat aan de grenswaarde voor PM10 voldaan moet worden (2011), het jaar dat aan de grenswaarde voor NO2 voldaan moet worden (2015) en het zichtjaar 2020. Er is gerekend met een meerjaren meteorologie. De invoerparameters inclusief etmaalintensiteiten en weg- en omgevingsparameters zijn opgenomen in bijlage III van het milieuonderzoek. De aftrek van zeezout is in de rekenresultaten reeds toegepast.
De motorvoertuigintensiteiten voor de jaren 2004 en 2020 zijn afkomstig van de verkeersmilieukaart van de gemeente Gouda. Voor de jaren 2010 en 2011 zijn de intensiteiten van 2004 opgehoogd met 1,5% per jaar. Voor het jaar 2015 is ofwel dezelfde ophogingsfactor gebruikt, ofwel dezelfde intensiteit als voor 2020.

Namens de Provincie Zuid-Holland is een rapport opgesteld waarin de bijdragen van een aantal industriële bronnen aan de NO2 en PM10-concentraties zijn berekend (Witteveen + Bos, 2007, Bijdragen aan NO2- en PM10-concentraties in 2006 van enkele inrichtingen in Zuid-Holland, referentie GV780- 2). De bedrijven Croda en Koudasfalt bevinden zich ten zuidwesten van het plangebied. Volgens bovengenoemd rapport is de gecumuleerde bijdrage van deze bedrijven in het plangebied maximaal 0,5 µg NO2/m3 en 0,15 µg PM10/m3 jaargemiddeld

4.5.3 rekenresultaten

In tabel II tot en met VII zijn de rekenresultaten voor de jaargemiddelde immissieconcentratie NO2en PM10 alsmede het berekende aantal overschrijdingen van de grenswaarde voor de 24- uursconcentratie PM10 weergegeven. De uurconcentratie NO2 is niet berekend omdat er in Nederland geen sprake is van meer dan de toegestane 18 maal overschrijding van de grenswaarde van de uurconcentratie NO2.
De rekenresultaten exclusief zeezoutcorrectie zijn opvraagbaar bij de Milieudienst vanwege de grootte van de bestanden.

4.5.4 conclusies en advies

• Uit de rekenresultaten blijkt dat de berekende jaargemiddelde immissieconcentraties NO2 en PM10 in alle berekende jaren voldoen aan de grenswaarden. De grenswaarde voor het 24-uursgemiddelde voor PM10 wordt maximaal 20 keer per jaar overschreden, waarmee voldaan wordt aan de grenswaarde van 35 overschrijdingen.
• De bedrijven Croda en Gouda Asfaltcentrale zorgen volgens bovenstaande gegevens niet voor extra overschrijdingssituaties.

Opgemerkt wordt dat al in 2010 wordt voldaan aan de grenswaarden voor PM10 en NO2, terwijl deze normen pas gelden vanaf respectievelijk 2011 en 2015.