Plan: | Binnenstad Oost |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0513.0900BPBinnoost-DF01 |
De voor 'Waarde - Beschermd stadsgezicht' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor instandhouding van het beschermd stadsgezicht.
Voor het bouwen gelden, naast de regels ten aanzien van de betreffende bestemmingen krachtens de andere artikelen van deze regels, de volgende regels:
De verschijningsvorm van de voor- dan wel zijgevel van een gebouw dient overeenkomstig de verschijningsvorm te zijn zoals weergegeven op de als bijlage 1 opgenomen gevelkaart;
Het bevoegd gezag kan, met in achtneming van artikel 17.3.6, en na advies te hebben ingewonnen van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.2, ten behoeve van het verbouwen van de eerste bouwlaag van maximaal vier zijdelings aan elkaar grenzende gebouwen.
Het bevoegd gezag kan, met in achtneming van artikel 17.3.6, en na advies te hebben ingewonnen van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.3, ten behoeve van het bouwen met een naar rato grotere (goot)hoogte, met in achtneming van het bepaalde over bekapping, mits het beeld van de betreffende bebouwingswand, zoals onder meer tot uiting komt in de aanwezige afwisseling in (goot)hoogten en in de parcellering, wordt gerespecteerd of althans niet wezenlijk wordt aangetast en mits ten hoogste drie aan elkaar grenzende hoofdgebouwen dezelfde hoogte krijgen.
Het bevoegd gezag kan, met in achtneming van artikel 17.3.6, en na advies te hebben ingewonnen van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.5 ten behoeve van het bouwen van delen van een gebouw, zoals balkons, loggia's, erkers, gevellijsten, pilasters en luifels voor de voorgevellijn en zijgevellijn:
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van artikel 17.3.6, en na advies te hebben ingewonnen van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.7 ten behoeve van het bouwen met een andere dakhelling of een platte afdekking, danwel met een ander kaptype en/of andere richting, mits het betreffende gebouw binnen 8 m uit de voorgevellijn een zelfstandige afdekking heeft.
Het bevoegd gezag kan, met inachtneming van artikel 17.3.6, en na advies te hebben ingewonnen van de Adviescommissie Ruimtelijke Kwaliteit, bij omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 17.2.3 ten behoeve van het bouwen van een grotere bouwhoogte voor een kap op een gebouw met een platte afdekking, mits:
Indien in deze regels wordt verwezen naar dit lid, toetst bevoegd gezag alvorens de betreffende omgevingsvergunning te verlenen, aan de toelichting, behorende bij de Beschikking tot aanwijzing van een beschermd stadsgezicht, nr. MMA/MO 196.974.1, ter voorkoming van onevenredige aantasting van de in die toelichting aangegeven kwaliteiten van de omgeving.