direct naar inhoud van Artikel 23 Overgangsrecht
Plan: Nieuwe Park Bedrijven
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0800BPNParkBedrijf-DF02

Artikel 23 Overgangsrecht

23.1 Overgangsrecht bouwwerken

Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot,

  • a. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
  • b. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning voor het bouwen wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
23.2 Afwijking omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van 23.1 een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 23.1 met maximaal 10%.

23.3 Uitzondering op het overgangsrecht bouwwerken

Het bepaalde in 23.1 is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.

23.4 Overgangsrecht gebruik

Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet.

23.5 Strijdig gebruik

Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 23.4, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind.

23.6 Verboden gebruik

Indien het gebruik, bedoeld in 23.4, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten.

23.7 Uitzondering op het overgangsrecht gebruik

Het bepaalde in 23.4 is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

23.8 Persoonsgebonden overgangsrecht
  • a. Ter plaatse van de op de verbeelding opgenomen aanduiding 'specifieke vorm van bedrijventerrein - woonwagenstandplaats' geldt in afwijking van het gestelde onder 23.4 en 23.7 het volgende. Aan de personen als genoemd in bijlage 1 (persoonsgebonden overgangsrecht) wordt het recht toegekend een woonwagenstandplaats in gebruik te houden en daarop uitsluitend maximaal 1 woonwagen geplaatst te hebben. De in bijlage 1 genoemde personen mogen van dit recht uitsluitend gebruik maken op de standplaatsnummers die in bijlage 1 aan de betreffende personen zijn gekoppeld.
  • b. Het persoonsgebonden overgangsrecht als bedoeld in lid a. eindigt zodra:
    • 1. de betreffende persoon verhuist;
    • 2. de betreffende persoon komt te overlijden;
    • 3. de betreffende persoon de bestaande woonwagen van de standplaats verwijderd.