direct naar inhoud van 3.3 Gemeentelijk beleid
Plan: Oostpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0600oostpolder-DF02

3.3 Gemeentelijk beleid

Ruimtelijke structuurvisie Gouda 2005-2030

De gemeente Gouda heeft de structuurvisie 2005-2030 opgesteld om een kader te geven waar toekomstige ruimtelijke ontwikkelingen kunnen plaatsvinden. Dit is bedoeld als antwoord op de plannen die in de komende twintig jaar voorzien in sterke verstedelijking (15.000 tot 30.000 woningen) aan de westzijde van Gouda. In de visie wordt antwoord gegeven op drie vragen:

  • 1. wat zal de positie van de stad binnen de regio en de Randstad zijn, met name na de toekomstige verstedelijking?
  • 2. waar moet Gouda op inzetten? hoe kan de positieverandering van de stad ten gunste van Gouda en de regio worden aangewend?
  • 3. hoe kan dit kader worden gebruikt om lopende projecten binnen de stad op hun samenhang te bezien en nieuwe strategische projecten te formuleren?

Als gevolg van stedelijke ontwikkelingen in de stad en de Zuidplaspolder zal de functie als regionale verzorgingskern binnen het Groene Hart afzwakken en Gouda steeds meer onderdeel worden van de Zuidvleugel van de Randstad. Hierdoor komt het voorzieningenapparaat in Gouda onder druk te staan. In de komende decennia zal Gouda zich ook meer moeten afstemmen op de regionale ontwikkelingen, wat dus zal betekenen dat er een verschuiving in het voorzieningenaanbod plaatsvindt.

Gouda stelt voor 2030 een aantal uitgangspunten:

  • de binnenstad vitaal houden;
  • versterken van de regiofunctie, voorzieningen in Gouda moeten aansluiten op de behoefte van toekomstige Zuidplasbewoners;
  • verbeteren van de ontsluiting en de bereikbaarheid, zowel voor het autoverkeer als het openbaar vervoer;
  • realiseren van voldoende, gedifferentieerde en aantrekkelijke woonmilieus, het woningaanbod is op het moment te eenzijdig en er is vooral vraag naar woningen voor starters en lagere inkomens;
  • ontwikkelen van stedelijke knooppunten, om beter aan te sluiten bij de Randstad;
  • voldoende werkgelegenheid/economisch perspectief;
  • versterken van het leefklimaat in de wijken;
  • optimaliseren van de milieukwaliteit;
  • verbeteren aansluiting landschap (noordrand van de stad);
  • investeren in stedelijk groen (Groenhovenpark);
  • ontwikkelen onderwijscluster en onderdoorgang spoor bij de Dreef.

In de Ruimtelijke Structuurvisie Gouda is opgenomen dat de Oostpolder geleidelijk wordt getransformeerd tot een waterrijk landschapspark (zie figuur 3.2). Een groene long aan de westzijde van de stad, met mogelijkheden voor natuurontwikkeling en recreatie. De insteek is dat de ontwikkeling als grootschalig recreatiegebied wordt vormgegeven op basis van de unieke landschappelijke kwaliteiten. Er is ruimte voor een beperkt aantal duidelijk ingekaderde stadsrecreatieve voorzieningen. Deze moeten passen bij de groene kwaliteiten van de Oostpolder en bij de Gouweknoop. Daarnaast is het een zoeklocatie voor een aantal sportvoorzieningen. Er is geen ruimte voor woningbouw in de Oostpolder.

afbeelding "i_NL.IMRO.0513.0600oostpolder-DF02_0011.png"

Figuur 3.2: Visiekaart Structuurvisie Gouda 2030

Vanwege de enorme groei van het autoverkeer tot en met 2020 is bovendien een aanvulling op de huidige infrastructuur noodzakelijk. Daarom wordt in de Ruimtelijke Structuurvisie ingezet op de aanleg van een westelijke stadsentree, inclusief fietsverbindingen, zodat de westkant van Gouda goed bereikbaar wordt. Deze weg is een belangrijke schakel in de verbinding tussen de nieuwe westelijk gelegen stadsdelen en de binnenstad van Gouda. De westelijke stadsentree moet vanaf de Gouweknoop door de Oostpolder over de Gouwe naar de Nieuwe Gouwe O.Z gaan lopen.

Nota Cultuurhistorie

De Nota Cultuurhistorie behandelt het cultuurhistorisch erfgoed zoveel mogelijk integraal (monumentenzorg, archeologie en landschapsbehoud). Centraal staat het streven het cultuurhistorisch erfgoed een bijdrage te laten leveren aan de eigen identiteit en herkenbaarheid van Gouda, waarbij optimaal gebruik gemaakt wordt van haar bestaande kwaliteiten. Samen met het bestemmingsplan vormt de nota het cultuurhistorisch beleidskader voor de begeleiding van bouwinitiatieven.

In de nota is als beleid geformuleerd dat voor locaties waar zich nieuwe ontwikkelingen voordoen, een cultuurhistorische analyse dient te worden opgesteld. Door de analyse worden alle belangrijke waarden in kaart gebracht zodat daarmee, bij de uitvoering van het plan, zo goed mogelijk rekening kan worden gehouden. In dit kader dient ieder bestemmingsplan een cultuurhistorische paragraaf te bevatten. Dat wil zeggen dat aangegeven wordt welke waarden zich waar bevinden en hoe daarmee omgegaan wordt (aanlegvergunning, vrijstellingen, bouwvergunning e.d.).

Gemeentelijke archeologische beleidskaart (2011)

In aanvulling op het rijks- en provinciaal archeologisch beleid heeft de gemeente Gouda in juni 2011 de geactualiseerde gemeentelijke archeologische beleidskaart (ABK) vastgesteld. Op de ABK is aangegeven in welke gebieden binnen de gemeente archeologische waarden aangetroffen kunnen worden. In die gebieden is een 'omgevingsvergunning activiteit archeologie' vereist bij bodemverstorende werkzaamheden. In het beleid is opgenomen in welke situaties vrijstelling geldt van deze verplichting:

1. Omvang

  • op een hoogwaardige locatie met bijzondere waarde (archeologisch monument): geen vrijstelling;
  • op een hoogwaardige locatie: vrijstelling voor projecten kleiner dan 50 m²;
  • in een zone met een hoge verwachting: vrijstelling voor projecten kleiner dan 100 m²;
  • in een zone met een lage verwachting: vrijstelling voor projecten kleiner dan 10.000 m².

2. Diepte

Alle onderzoeken in Gouda tonen aan dat de gemiddelde dikte van de verstoorde bovenlaag in Gouda meer dan 50 cm bedraagt. Zolang werkzaamheden niet dieper dan 50 cm -mv worden uitgevoerd, is er geen archeologisch onderzoek of een omgevingsvergunning activiteit archeologie vereist. Hiermee wordt afgeweken van de provinciale norm van 30 cm -mv.

Op sommige plaatsen is bekend dat de archeologische waarden zich op grotere diepte bevinden, bijvoorbeeld onder recente ophogingspakketten. Hier geldt een dieptevrijstelling van 2 meter, pas bij diepere graafwerkzaamheden is onderzoek of een vergunning noodzakelijk.

Archeologievriendelijk bouwen

Bovenstaande verplichtingen en vrijstellingen gelden in situaties waar behoud in situ van de archeologische waarden geen optie is. Waar mogelijk probeert Gouda behoud in situ wel actief te stimuleren. Daarom is het archeologievriendelijk bouwen geïntroduceerd: wanneer een bouwplan voldoet aan een aantal richtlijnen, wordt het bodemarchief nog maar zo weinig verstoord dat archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is. De richtlijnen voor archeologievriendelijk bouwen zijn opgenomen in het beleid en vastgelegd in de Verordening inzake monumenten en archeologie.

Bestemmingsplan

De gebieden met hoge archeologische verwachting, inclusief hoogwaardige gebieden, zoals weergegeven op de nieuwe ABK, worden opgenomen in bestemmingsplannen. Deze gebieden krijgen een dubbelbestemming 'Waarde - Archeologie'. Gebieden met een lage archeologische verwachtingswaarde worden niet in het bestemmingsplan opgenomen; hiervoor is ook geen omgevingsvergunning activiteit archeologie noodzakelijk. Alleen bij zeer grote projecten (groter dan 10.000 m²) is een booronderzoek noodzakelijk, ter controle van de lage verwachting.

Het beleid is vastgelegd in de Nota Cultuurhistorie. Bescherming vindt plaats via de Verordening inzake monumenten en archeologie.

Groenstructuurplan 2007-2015

Het beleid van de gemeente Gouda is om de openbare ruimte in de stad schoon, heel en bruikbaar te houden. Het openbaar groen is één van de factoren die de kwaliteit van de openbare ruimte bepalen. In het Groenstructuurplan 2007-2015, vastgesteld op 30 mei 2007, zijn keuzes gemaakt en prioriteiten gesteld ten aanzien van het openbaar groen. Met betrekking tot de herinrichting van de Oostpolder, dat in het structuurplan overigens niet expliciet wordt beschreven, geldt in hoofdzaak het beleid voor de stadsrandparken in Gouda. Binnen dit beleid wordt gestreefd naar een duidelijke gebruiksfunctie voor recreatie, waarbij het natuurlijke karakter de boventoon voert.

Beleidsplan Milieu en water, plan van aanpak leefomgevingkwaliteit

Het Intergemeentelijk Samenwerkingsorgaan Midden-Holland (ISMH) heeft per gebied(stype) in kaart gebracht wat de actuele milieusituatie is voor tenminste de aspecten bodem, geluid, luchtkwaliteit en externe veiligheid. Het is de bedoeling deze milieusituatie af te zetten tegen het wettelijke minimumniveau (wettelijk verplichte grenswaarden), het gewenste niveau en het optimale niveau.

Doel is een gebiedsgerichte benadering door te voeren waarbij het milieu betrokken wordt in de ruimtelijke planvorming zodat de leefbaarheid, duurzaamheid, kwaliteit en uitvoerbaarheid van het plan aanzienlijk vergroot kunnen worden. Om deze doelstellingen te bereiken is in juni 2007 de Regionale handreiking Milieukwaliteiten gepubliceerd en vastgesteld door de Bestuurscommissie Milieudienst. Deze handreiking biedt de gemeenten praktische handvatten en een kader om de eigen gewenste milieukwaliteiten vast te stellen.

Mobiliteitsplan Gouda 2007-2020

Het mobiliteitsplan is door de gemeenteraad in april 2007 vastgesteld. Met het mobiliteitsplan beschikt de gemeente Gouda over een samenhangend verkeer- en vervoersbeleid. Het plan is een kapstok voor de verschillende deelnota’s verkeer en vervoer, zoals voor fietsen en parkeren en de wijkverkeersplannen. In en rond Gouda zijn verschillende grote projecten gaande, zoals Spoorzone en Goudse Poort. Ook regionaal staat een aantal ruimtelijke ontwikkelingen gepland, vooral aan de westzijde van de stad. Deze veranderingen gaan gepaard met een grote toename van verkeer naar en binnen de stad. Om het huidige en nieuwe verkeer in goede banen te leiden heeft de gemeente Gouda een mobiliteitsplan opgesteld. Dit plan geeft in hoofdlijnen aan op welke wijze de gemeente de Goudse verkeerssituatie de komende vijftien jaar wil verbeteren en beheren. De omvang van de autogroei is dusdanig groot, dat de bereikbaarheid van Gouda vanuit de Zuidplaspolder, maar ook vanuit de rest van de regio onvoldoende dreigt te worden. Om dit tegen te gaan en om de kwaliteit van de leefbaarheid en verkeersveiligheid te waarborgen, zijn ingrijpende maatregelen nodig.

Het Mobiliteitsplan is een uitwerking op het gebied van verkeer en vervoer van de gemeentelijke Ruimtelijke Structuurvisie. Tevens is het Mobiliteitsplan een gemeentelijke doorvertaling van het verkeer- en vervoerbeleid op landelijk en provinciaal niveau. Om de ambities uit de Ruimtelijke Structuurvisie waar te maken, komen in het mobiliteitsplan verschillende manieren van vervoer aan bod met als doel om mensen te verleiden tot verantwoord mobiliteitsgedrag. Door het stimuleren van onder andere de fiets en het openbaar vervoer wil de gemeente overbelasting van de infrastructuur voorkomen, waardoor ruimte blijft bestaan voor belangrijk economisch verkeer. Deze doelstelling is in het plan verder uitgewerkt in een aantal strategische keuzes. Ook is aangegeven wat nodig is om het autogebruik tot 2020 op verantwoorde wijze te verwerken en welke maatregelen verder onderzocht moeten worden. In of via de Oostpolder zijn nieuwe fietsroutes voorzien tussen Westergouwe en de binnenstad. Tevens wordt ingezet op een nieuwe route voor autoverkeer direct ten zuiden van de spoorlijn (westelijke stadsentree), maar naar de haalbaarheid moet nog nader onderzoek worden gedaan.

Sportbeleid

In juni 2005 is het Optima Forma veranderingsvoorstel nr. 21 Verzelfstandiging Sport aangenomen door de gemeenteraad. Daarmee heeft de gemeenteraad ingestemd met een aantal strategische uitgangspunten voor het Goudse sportbeleid. In de nota sportief Gouda, die tot stand is gekomen in overleg en afstemming met sportorganisaties, individuele sporters, teamsporters, Vereniging van Goudse Sportorganisaties (VGSO), etc., wordt een nadere invulling gegeven aan de strategische uitgangspunten.

Het hoofddoel van de gemeente Gouda is het stimuleren en ondersteunen van de sport. Om dit te kunnen bereiken zijn de volgende subdoelen gesteld:

  • ondersteunen van krachtige, vitale sportverenigingen die voorbereid zijn op de toekomst;
  • faciliteren, stimuleren en zichtbaar maken van sportprestaties;
  • bevorderen van en toegankelijk en breed aanbod aan sport en bewegingsactiviteiten,
  • sociale samenhang en gezondheid;
  • realiseren van voorzieningen.

Project Hollandsche IJssel

In het project Hollandsche IJssel werken sinds 1988 13 overheden met elkaar om te komen tot een verbetering van de milieukwaliteit en de ruimtelijke kwaliteit van de Hollandsche IJssel. Dit heeft onder andere geleid tot een Beeldkwaliteitsplan Hollandsche IJssel (1998) en het voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJssel (2001).

Beeldkwaliteitplan Hollandsche IJssel (1998)

Het Beeldkwaliteitplan Hollandsche IJssel is bedoeld om te dienen als uitgangspunt bij het opstellen van randvoorwaarden voor inrichtingen, bouwplannen en verkavelingsplannen. In het plan wordt beschreven welke zaken het Hollandsche IJssel-gebied identiteit en charme geven en worden aanbevelingen gedaan om ervoor te zorgen dat deze kenmerken behouden, versterkt of op een bijzondere manier ontwikkeld worden. Het beeldkwaliteitsplan wordt gebruikt als kader bij de welstandstoetsing van plannen langs de Hollandsche IJssel.

Voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJsseloevers (2001)

In 2001 heeft de Stuurgroep Hollandsche IJssel het voorbeeldbestemmingsplan Hollandsche IJsseloevers vastgesteld. Hierin zijn voorbeelden opgenomen voor regelingen betreffende de vormgeving van de oever. In onderhavig bestemmingsplan zijn deze regelingen gebruikt als voorbeeld en vertaald in een dubbelbestemming ‘Waarde - Rivierzone’ met als doel de ruimtelijke kwaliteit van de IJsseloever te beschermen en te versterken.