Plan: | Plaswijck |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | ex art. 10 WRO beheer/ontwikkeling |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0513.0100BPPlaswijck-DF02 |
Hoofdstuk 1 inleidende regels
In dit hoofdstuk is een aantal begrippen verklaard die gebruikt worden in de regels. Een en ander voorkomt dat er bij de uitvoering van het plan onduidelijkheden ontstaan over de uitleg van bepaalde regelingen. Daarnaast is het artikel "wijze van meten" opgenomen waarin bepaald is hoe de voorgeschreven maatvoering in het plan gemeten moet worden.
Hoofdstuk 2 bestemmingsregels
In dit hoofdstuk zijn de in het plan voorkomende bestemmingen geregeld. In ieder artikel is per bestemming bepaald welk gebruik van de gronden is toegestaan en welke bebouwingsregels er gelden. Tevens zijn waar mogelijk flexibiliteitsbepalingen opgenomen. De toekenning van bestemmingen aan een bepaald perceel is gebaseerd op de inventarisatielijst. Uitgangspunt daarbij is geweest om tenminste de bestaande situatie te bestemmen. Waar dat vanuit stedenbouwkundig oogpunt mogelijk is, is een ruimere regeling opgenomen. Op deze wijze wordt tegemoet gekomen aan de gemeentelijke woonvisie waar de wenselijkheid is uitgesproken ruime mogelijkheden te bieden voor de uitbreiding van bestaande bebouwing.
De niet-woonfuncties binnen het plangebied zijn specifiek bestemd. Het winkelcentrum Bloemendaal heeft de bestemming "Centrum" gekregen. De 27 appartementen die bij de herontwikkeling zullen worden gerealiseerd, zijn in de bestemmingsomschrijving van de bestemming "Centrum" op de verdieping toegestaan.
De functie van het openbare gebied zoals wegen, water en groenstroken is door afzonderlijke bestemmingen geregeld. De toekenning van deze bestemmingen is gebaseerd op het uitgangspunt dat openbaar gebied met een belangrijke functie voor de wijk (structureel groen en water) beschermd dient te worden door een specifieke bestemming. Herinrichting van deze gronden tot bijvoorbeeld parkeren of met gebouwen is dan ook uitgesloten. Bij wegen is een onderscheid gemaakt naar verblijfsgebied en overige wegen met een stroomfunctie. Kleinschalige groenelementen, zoals bermen, groenstroken en dergelijke zijn ondergebracht in de verkeersbestemmingen. Binnen de bestemming groen en de verkeersbestemming is de aanleg van speelvoorzieningen mogelijk.
De verzorgingsplaats De Andel langs de A12 heeft de bestemming "Gemengd" gekregen. Binnen deze bestemming is zowel de verkeersfunctie geregeld als het verkooppunt motorbrandstoffen met LPG.
De dubbelbestemmingen "Leiding - Gas", “Leiding – Hoogspanning” en “Leiding – Water” zijn op de plankaart over de andere bestemmingen heen gelegd. Iedere dubbelbestemming regelt een bijzonder belang dat eerst afgewogen dient te worden alvorens de onderliggende bestemming mag worden toegepast. Er gelden hier dus twee bestemmingen, waarbij de dubbelbestemming voor gaat op de onderliggende bestemming.
Concreet betekent dit voor de dubbelbestemmingen "Leiding - Gas", “Leiding – Hoogspanning” en “Leiding – Water” dat het belang van de leiding die in de grond aanwezig is, primair wordt gesteld. Binnen deze bestemming mag pas gebouwd worden als voldaan wordt aan de eisen die de leidingbeheerder stelt.
Op de kaart zijn plaatsen waar een middelhoge archeologische waarde geldt, aangegeven met de dubbelbestemming "Waarde - Archeologie". Voor deze gronden geldt de gemeentelijke Verordening Monumenten en Archeologie.
Hoofdstuk 3 algemene regels
In dit hoofdstuk worden, in aanvulling op de bestemmingsbepalingen, aanvullende regels gesteld.
Hoofdstuk 4 overgangs- en slotregels
In het overgangsrecht is een regeling opgenomen voor bebouwing en gebruik dat al bestond bij het opstellen van het plan, maar dat strijdig is met de opgenomen regeling. Onder bepaalde voorwaarden mag deze strijdige bebouwing en/of strijdig gebruik worden voortgezet of gewijzigd.
In de slotbepaling is de officiële naam van het plan bepaald. Onder deze naam kan het bestemmingsplan aangehaald worden.