direct naar inhoud van Regels
Plan: Parapluplan Wonen
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0513.0007ParapluBPWonen-DF01

Regels

Hoofdstuk 1 Inleidende regels

Artikel 1 Begrippen

In dit plan wordt verstaan onder:

1.1 plan

Het Parapluplan Wonen met identificatienummer NL.IMRO.0513.0007ParapluBPWonen-DF01 van de gemeente Gouda.

1.2 bestemmingsplan

De geometrisch bepaalde planobjecten met de bijbehorende regels.

1.3 bed & breakfast

Een aan de woonfunctie ondergeschikte verblijfsvoorziening, bestaande uit het tegen betaling aanbieden van toeristisch en kortdurend verblijf in de woning en/of bijbehorende gebouwen. Een bed & breakfast wordt gerund door de hoofdbewoner(s) van de woning.

1.4 hospitaverhuur

Ondergeschikte kamerverhuur op niet professionele basis. De hoofdbewoner is de verhuurder van de kamer(s) en is woonachtig op het adres en is ingeschreven in de gemeentelijke basis administratie.

1.5 huishouden

Een huishouden bestaat uit één of meer personen die op hetzelfde adres wonen en een economisch-consumptieve eenheid vormen. Van een huishouden is slechts sprake indien er bloedverwantschap, huwelijksbinding of een daaraan in intensiteit en continuïteit gelijk te stellen mate van binding tussen de bewoners is. Ook mantelzorg-relatie kan worden aangemerkt als een huishouden.

1.6 kamerverhuur

Het verhuren van onzelfstandige woonruimte. Voor de toepassing van deze regels wordt het bewonen van zelfstandige woonruimte door meer dan één huishouden eveneens als kamerbewoning/kamerverhuur beschouwd.

1.7 logies/ logiesfunctie

Alle vormen van logies/ verhuur met commerciële doeleinden van de gehele woning voor kortdurend, toeristisch verblijf aan derden.

1.8 onzelfstandige woonruimte

Woonruimte die geen eigen toegang heeft en die niet door een huishouden kan worden bewoond, zonder dat dit daarbij afhankelijk is van wezenlijke voorzieningen buiten die woonruimte, waarbij keuken, toilet en badkamer als wezenlijke voorzieningen worden aangemerkt.

1.9 wonen/ woondoeleinden

Het duurzaam gehuisvest zijn in een woning of wooneenheid conform de onderhavige begripsbepaling.

1.10 woning/ wooneenheid

Een complex van ruimten, dat blijkens zijn indeling en inrichting bestemd is voor de huisvesting van niet meer dan één huishouden.

Hoofdstuk 2 Bestemmingsregels

Artikel 2 Wonen

Onderstaande regels hebben betrekking op de bestemmingen die de functie wonen en/of woondoeleinden en/of woningen dan wel andere bestemmingen die zien op het mogelijk maken van de functie wonen in de betreffende bestemmingsomschrijvingen.

2.1 Bestemmingsomschrijving

In de bestemmingsomschrijving van alle bestemmingsplannen waar een woonfunctie is toegestaan, zijn de begrippen van Artikel 1, zoals weergegeven in 1.3, 1.4, 1.5, 1.6, 1.7, 1.8, 1.9 en 1.10 van toepassing, voor het overige blijven de betreffende bestemmingsplannen van kracht.

2.2 Specifieke gebruiksregels
2.2.1 Gebruik woning door één huishouden
  • a. Tot een gebruik in strijd met de bestemmingen wordt in ieder geval gerekend:
    • 1. het gebruik van een woning voor de huisvesting van meer dan één huishouden;
    • 2. het gebruik van de woning voor bedrijfsmatige kamerverhuur of onzelfstandige woonruimte.
  • b. Tot een gebruik niet in strijd met de bestemmingen wordt in ieder geval gerekend:
    • 1. het gebruik van de woning voor hospitaverhuur van maximaal twee kamers aan maximaal twee huishoudens ten behoeve van woondoeleinden.

2.2.2 Gebruik bed & breakfast

Het gebruik van een woning voor het verhuren van kamers ten behoeve van een bed & breakfast is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
  • b. de bed & breakfast is ingeschreven in het register voor toeristische verhuur;
  • c. de bed en breakfast mag alleen gebruikt worden voor recreatief en zakelijk toerisme;
  • d. er kunnen maximaal 2 kamers in gebruik worden genomen als bed & breakfast;
  • e. het aantal personen dat gelijktijdig gebruik maakt van de bed & breakfast mag maximaal 4 personen bedragen;
  • f. personen mogen maximaal 21 nachten achtereen gebruik maken van de bed & breakfast;
  • g. de kamers maken onderdeel uit van het hoofdgebouw of bijgebouw van de woning;
  • h. de bed & breakfast wordt door de hoofdbewoner uitgeoefend en deze blijft ook als woning aanwezig tijdens het verblijf van gasten;
  • i. er is voldoende parkeergelegenheid aanwezig voor auto en fiets;
  • j. de kamers mogen na beëindiging van de bed & breakfast niet functioneren als zelfstandige wooneenheid.

2.2.3 Gebruik logiesfuncties of vakantieverhuur volledige woning

Het gebruik van de woning als logiesfunctie (vakantieverhuur van volledige woning), is toegestaan onder de volgende voorwaarden:

  • a. de woonfunctie blijft als primaire functie gehandhaafd;
  • b. de woning is als logiesfunctie ingeschreven in het register voor toeristische verhuur;
  • c. het aantal personen dat gelijktijdig gebruik maakt van de logiesfunctie mag maximaal 6 bedragen;
  • d. de woning mag maximaal 60 dagen per kalenderjaar worden verhuurd als logiesfunctie;
  • e. de verhuur van de woning wordt door de hoofdbewoner uitgeoefend die op het betreffende adres staat ingeschreven in de basisregistratie personen;
  • f. de hoofdbewoner heeft toestemming van de rechtmatige eigenaar en/of VVE voor het verhuren van de woning;
  • g. de hoofdbewoner zorgt voor toezicht tijdens het verblijf van de gasten en is bereikbaar bij calamiteiten of overlast;
  • h. de logiesfunctie mag geen nadelige invloed uitoefenen op de normale afwikkeling van het verkeer en geen parkeerproblemen veroorzaken in de directe omgeving.

2.2.4 Afwijking voor kamerverhuur of onzelfstandige woonruimte

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van artikel 2.2.1 sub b voor kamerverhuur of onzelfstandige woonruimte, mits:

  • a. de onzelfstandige woonruimte gevestigd wordt binnen een woning met een bestemming 'Wonen';
  • b. het totaal aantal onzelfstandige woonruimtes niet meer dan vier per woning is;
  • c. een onzelfstandige woonruimte een minimale gebruiksoppervlakte van 12 m² heeft;
  • d. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad. Deze belangen worden aantoonbaar meegenomen in de aanvraag;
  • e. er wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid voor auto's en motoren;
  • f. er wordt voorzien in voldoende ruimte voor (brom- en snor-)fietsen en containers voor huishoudelijk afval op eigen terrein ten behoeve van bewoners van de woning.

Hoofdstuk 3 Algemene regels

Artikel 3 Anti-dubbeltelregel

Grond die eenmaal in aanmerking is genomen bij het toestaan van een bouwplan waaraan uitvoering is gegeven of alsnog kan worden gegeven, blijft bij de beoordeling van latere bouwplannen buiten beschouwing.

Artikel 4 Algemene gebruiksregels

4.1 Vervangende gebruiksbepaling

Het gebruik van woningen waarbij sprake is van kamerverhuur dat op het moment van in werking treden van het bestemmingsplan legaal aanwezig was, dan wel woningen waarvoor op dat moment kamerverhuurvergunning was aangevraagd waarvoor op die aanvraag nadien de vergunning is verleend, mag worden voortgezet.

Hoofdstuk 4 Overgangs- en slotregels

Artikel 5 Overgangsrecht

5.1 Overgangsrecht bouwwerken
  • a. Een bouwwerk dat op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen, en afwijkt van het plan, mag, mits deze afwijking naar aard en omvang niet wordt vergroot:
    • 1. gedeeltelijk worden vernieuwd of veranderd;
    • 2. na het teniet gaan ten gevolge van een calamiteit geheel worden vernieuwd of veranderd, mits de aanvraag van de omgevingsvergunning wordt gedaan binnen twee jaar na de dag waarop het bouwwerk is teniet gegaan.
  • b. Het bevoegd gezag kan eenmalig in afwijking van 5.1 sub a een omgevingsvergunning verlenen voor het vergroten van de inhoud van een bouwwerk als bedoeld in 5.1 sub a met maximaal 10%.
  • c. 5.1 sub a is niet van toepassing op bouwwerken die weliswaar bestaan op het tijdstip van inwerkingtreding van het plan, maar zijn gebouwd zonder vergunning en in strijd met het daarvoor geldende plan, daaronder begrepen de overgangsbepaling van dat plan.
5.2 Overgangsrecht gebruik
  • a. Het gebruik van grond en bouwwerken dat bestond op het tijdstip van inwerkingtreding van dit bestemmingsplan en hiermee in strijd is, mag worden voortgezet;
  • b. Het is verboden het met het bestemmingsplan strijdige gebruik, bedoeld in 5.2 sub a, te veranderen of te laten veranderen in een ander met dat plan strijdig gebruik, tenzij door deze verandering de afwijking naar aard en omvang wordt verkleind;
  • c. Indien het gebruik, bedoeld in 5.2 sub a, na het tijdstip van inwerkingtreding van het plan voor een periode langer dan een jaar wordt onderbroken, is het verboden dit gebruik daarna te hervatten of te laten hervatten;
  • d. 5.2 sub a is niet van toepassing op het gebruik dat reeds in strijd was met het voorheen geldende bestemmingsplan, daaronder begrepen de overgangsbepalingen van dat plan.

Artikel 6 Slotregel

Deze regels worden aangehaald als:

Regels van het bestemmingsplan 'Parapluplan Wonen'.