direct naar inhoud van Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied
Plan: Wijdschild e.o.
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0512.BP2011103-4001

Artikel 9 Verkeer - Verblijfsgebied

9.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer - Verblijfsgebied' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. wegen, straten en paden met een functie hoofdzakelijk op verblijf alsmede ter ontsluiting van de aangrenzende of nabijgelegen gronden;
  • b. voet- en rijwielpaden;
  • c. parkeervoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen, waaronder bermen en beplanting;
  • e. speelvoorzieningen;
  • f. jongerenontmoetingsplaatsen;
  • g. (ondergrondse) afvalcontainers;
  • h. straatmeubilair;
  • i. voorzieningen van algemeen nut;
  • j. waterlopen en waterpartijen;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van water - duiker', tevens voor een duiker;

met de daarbij behorende voorzieningen.

9.2 Bouwregels
9.2.1 Gebouwen

Op of in deze gronden mogen uitsluitend gebouwen ten behoeve van voorzieningen van algemeen nut worden gebouwd, waarvoor de volgende regels gelden:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer mag bedragen dan 3 meter;
  • b. de maximale oppervlakte van een gebouw bedraagt 15 m².

9.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Op of in deze gronden mogen uitsluitend worden gebouwd bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten dienste van de constructie en de verkeerstechnische uitrusting van wegen en paden, straatmeubilair, ondergrondse afvalcontainers alsmede abri's, waarvoor de volgende regels gelden:

  • a. de hoogte van een abri mag niet meer bedragen dan 3 meter;
  • b. de maximale oppervlakte van een abri bedraagt 10 m²;
  • c. de hoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan voor de weg aanduiding, geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer bedragen dan 3 meter.

9.3 Nadere eisen

Burgemeester en wethouders kunnen nadere eisen stellen aan de plaats en de afmetingen van de bebouwing:

  • a. ter voorkoming van onevenredige aantasting van de gebruiksmogelijkheden en het woon- en leefklimaat van aangrenzende gronden en bouwwerken;
  • b. ter waarborging van de stedenbouwkundige kwaliteit en beeldkwaliteit van de naaste omgeving;
  • c. ter waarborging van de milieukwaliteit;
  • d. ter waarborging van de verkeersveiligheid;
  • e. ter waarborging van de sociale veiligheid;
  • f. ter waarborging van de brandveiligheid en rampenbestrijding;
  • g. ter waarborging van het woon- en leefklimaat.

9.4 Specifieke gebruiksregels

Tot een strijdig gebruik van gronden en bouwwerken, wordt in elk geval gerekend het gebruik voor:

  • a. het opslaan van onbruikbare of althans aan hun oorspronkelijke gebruik onttrokken voorwerpen, goederen, stoffen en materialen en van emballage en/of afval, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • b. het opslaan, opgeslagen houden, storten of lozen van vaste of vloeibare afvalstoffen behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de grond;
  • c. het opslaan van goederen ten behoeve van bedrijfsdoeleinden;
  • d. het opslaan van hout- en aannemersmaterialen, behoudens voor zover zulks noodzakelijk is in verband met het op de bestemming gerichte gebruik van de gronden;
  • e. een verkooppunt van motorbrandstoffen;
  • f. seksinrichtingen.