direct naar inhoud van 4.8 Milieuhinder bedrijven
Plan: Dorpsgebied Stellendam en Havenhoofd 2011
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0511.GDRdrpstellendam09-BP40

4.8 Milieuhinder bedrijven

Toetsingskader

Normstelling

In het kader van een goede ruimtelijke ordening dient in ruimtelijke plannen rekening te worden gehouden met afstemming tussen gevoelige functies en milieuhinderlijke functies. Uitgangspunt daarbij is dat nieuwe en bestaande bedrijven niet in hun bedrijfsvoering worden beperkt en dat ter plaatse van woningen sprake is van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat. Voor de afstemming tussen functies kan gebruik worden gemaakt van de VNG-publicatie Bedrijven en Milieuzonering (editie 2009). Milieuzonering beperkt zich tot de volgende milieuaspecten met een ruimtelijke dimensie: geluid, geur, gevaar en stof.

Beleid

Om in de bestemmingsregeling de belangenafweging tussen bedrijvigheid en gevoelige functies met betrekking tot milieu in voldoende mate mee te nemen, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van een milieuzonering. Deze milieuzonering vindt plaats aan de hand van een Staat van Bedrijfsactiviteiten. Dit is een lijst waarin de meest voorkomende bedrijven en bedrijfsactiviteiten zijn gerangschikt naar mate van milieubelasting. De Staat van Bedrijfsactiviteiten is overgenomen uit de VNG-publicatie Bedrijven en milieuzonering.

Omdat het plangebied bestaat uit zowel een bedrijventerrein als een gemengd gebied dat niet meer tot het bedrijventerrein behoort, wordt in dit bestemmingsplan gebruikgemaakt van twee Staten van Bedrijfsactiviteiten, te weten:

  • de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'bedrijventerrein': deze wordt toegepast voor bedrijventerreinen. Deze Staat gaat uit van het aanhouden van richtafstanden tussen bedrijfsactiviteiten en milieugevoelige functies. De richtafstanden gelden ten opzichte van het omgevingstype 'rustige woonwijk'; voor andere omgevingstypen dan een rustige woonwijk kunnen kleinere richtafstanden worden gehanteerd;
  • de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging': deze wordt gehanteerd in de gemengde gebieden waar functiemenging aanwezig is en wordt nagestreefd. Om de toelaatbaarheid van milieubelastende activiteiten te bepalen wordt hierbij niet uitgegaan van aan te houden afstanden, maar van activiteiten die toelaatbaar zijn naast of onmiddellijk boven woonbebouwing.

Voor een nadere toelichting op de aanpak van de milieuzonering met behulp van de beide Staten van Bedrijfsactiviteiten wordt verwezen naar bijlage 2.

Omgevingstypen binnen het plangebied

In het noorden van het plangebied is een bedrijventerrein gelegen. Voor dit gebied wordt de Staat van Bedrijfsactiviteiten (hierna SvB) 'bedrijventerrein' toegepast, waarbij ten opzichte van gevoelige functies de richtafstanden worden aangehouden.  

Verder liggen er verspreid over het plangebied enkele bedrijven. Voor deze bedrijven, die binnen de kern Stellendam zijn gelegen, wordt de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging' toegepast.

Onderzoek milieuzonering bedrijventerrein

Uitgangspunten milieuzonering bedrijventerrein

Bij de milieuzonering van het bedrijventerrein wordt gebruikgemaakt van de SvB 'bedrijventerrein'. Er wordt in de milieuzonering rekening gehouden met verschillende (in meer of mindere mate) milieugevoelige gebiedstypen/functies in het plangebied en de directe omgeving.

Rustige woonwijk

De woningen in de kern Stellendam zelf worden beschouwd als rustige woonwijk voor de milieuzonering van het bedrijventerrein. Tevens worden de overige milieugevoelige bestemmingen, te weten horeca en verblijfsrecreatie, die in de omgeving van het bedrijventerrein liggen, voor de milieuzonering beschouwd als rustige woonwijk. Hierbij worden dan ook de richtafstanden conform het omgevingstype 'rustige woonwijk' gehanteerd.

Gemengd gebied

De woning die op het bedrijventerrein gelegen is (Korteweg 6), wordt, juist vanwege de ligging op het bedrijventerrein zelf (en de nabije ligging van de N57), beschouwd als een gemengd gebied. Hierbij worden dan ook de richtafstanden conform het omgevingstype 'gemengd gebied' gehanteerd.

Bedrijfswoningen

Op het bedrijventerrein zijn twee bedrijfswoningen aanwezig. Een bedrijfswoning betreft een specifiek type woningen waar andere eisen aan het woon- en leefklimaat mogen worden gesteld dan bij reguliere woningen. Bedrijfswoningen zijn immers per definitie aan bedrijvigheid gelieerd en liggen daarmee in het algemeen op bedrijventerrein. Bovendien betreft het een historisch gegroeide situatie waarmee eventuele omliggende bedrijven in de huidige situatie reeds rekening moeten houden. Daarom zijn in de directe omgeving van de bedrijfswoning bedrijven uit maximaal categorie 3.1 toegestaan.

Uitwerking milieuzonering

Op grond van de eerder genoemde uitgangspunten is de milieuzonering op de plankaart opgenomen. Afhankelijk van de locatie op het bedrijventerrein zijn bedrijven uit maximaal categorie 2 tot en met 4.1 toegestaan. Voor deze bedrijven geldt, afhankelijk van de categorie, een richtafstand van 30 tot 200 m ten opzichte van een rustige woonwijk en een richtafstand van 10 tot 100 m ten opzichte van een gemengd gebied.

Inventarisatie toegelaten bedrijven

De op het bedrijventerrein aanwezige bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de categorieën van de SvB 'bedrijventerrein'. Enkele bedrijven vallen in een hogere categorie dan algemeen toelaatbaar wordt geacht. Deze bedrijven krijgen een specifieke aanduiding (zie bijlage 4).

Onderzoek milieuzonering functiemenging

Bij het opstellen van de milieuzonering voor de rest van het plangebied wordt gebruikgemaakt van de SvB 'functiemenging'.

Uitgangspunten milieuzonering functiemenging

Bij de milieuzonering van aanwezige gebieden met functiemenging wordt geen rekening gehouden met richtafstanden, maar met de bouwkundige situatie ten opzichte van milieugevoelige functies in het plangebied en de directe omgeving. De huidige bedrijfsactiviteiten in het gemengde gebied blijven gehandhaafd.

Uitwerking milieuzonering

De bedrijven die verspreid in het plangebied buiten het bedrijventerrein liggen, zijn aanwezig in gebieden waar in enige mate sprake is van functiemenging. Het betreffen locaties waar Duinen van Goeree verspreid – enkele bedrijven aanwezig zijn tussen woonbebouwing, in sommige gevallen eveneens omringd door andere functies. Ter plaatse worden bedrijven uit maximaal categorie B1 van de SvB 'functiemenging' toelaatbaar geacht. Alleen ter plaatse van de locatie Parkhaven 8 zijn bedrijven uit maximaal categorie B2 van de SvB 'functiemenging' toelaatbaar: bedrijven op deze locatie zijn bouwkundig gescheiden van woningen (bouwvlakken raken elkaar niet).

Inventarisatie toegelaten bedrijven

De in het plangebied aanwezige bedrijven zijn geïnventariseerd en ingeschaald in de categorieën van de SvB 'functiemenging'. Enkele bedrijven vallen in een hogere categorie dan algemeen toelaatbaar wordt geacht. Deze bedrijven krijgen een specifieke aanduiding (zie bijlage 4). Hierdoor zijn de betreffende bedrijfsactiviteiten volgens het bestemmingsplan toegestaan. Gelet op het huidige functioneren van de betreffende bedrijven binnen de bestaande kern acht de gemeente het niet wenselijk de betreffende bedrijven te verplaatsen.

Onderzoek ontwikkeling starterswoningen

In de omgeving de ontwikkelingslocatie zijn enkele bedrijven aanwezig. Het betreft hier voornamelijk bedrijven die gezien de reeds aanwezige en gewenste functiemenging direct naast woningen toelaatbaar zijn. Enkele bedrijven vallen echter in een hogere categorie. Het gaat hierbij om een houtzagerij aan de Mr. Iman Caustraat en een Groothandel in metalen en metaalertsen aan de Parkhaven. De houtzagerij valt op grond van bovengenoemde VNG-publicatie in categorie 3.2, met een bijbehorende richtafstand van 100 m ten opzichte van een rustige woonwijk. Aangezien het plangebied op ongeveer 105 m van dit bedrijf ligt, wordt aan de richtafstand voldaan. Er treden dan ook geen knelpunten op tussen dit bedrijf en de realisatie van het bestemmingsplan.

De groothandel in metalen en metaalertsen valt op grond van bovengenoemde VNG-publicatie in categorie 4.2, met een bijbehorende richtafstand van 300 m. Omdat de afstand tussen dit bedrijf en de beoogde woningen ongeveer 85 m bedraagt, wordt niet aan deze richtafstand voldaan. In de huidige situatie zijn echter reeds bestaande woningen op kortere afstand van dit bedrijf gelegen. Omdat het bedrijf al met de bestaande woningen rekening moet houden en deze woningen op kortere afstand van het bedrijf liggen dan de beoogde woningen, zal de realisatie van het bestemmingsplan niet tot extra beperkingen voor het bedrijf leiden en zal ter plaatse van de beoogde woningen sprake zijn van een aanvaardbaar woon- en leefklimaat.

Op ongeveer 310 m van het plangebied ligt het bedrijventerrein Korteweg. Bij de milieuzonering van dit bedrijventerrein is reeds rekening gehouden met woningen aan de Molenkade. Op dit bedrijventerrein zijn daarom bedrijven uit maximaal categorie 3.2 toegestaan. Voor deze categorie geldt een richtafstand van 300 m ten opzichte van een rustige woonwijk. Bedrijven uit een hogere milieucategorie zijn niet aanwezig. Gezien de afstand tussen het plangebied en het bedrijventerrein wordt geconcludeerd dat er geen knelpunten optreden tussen de realisatie van het bestemmingsplan en dit bedrijventerrein.

Conclusie

In dit bestemmingsplan wordt door de gehanteerde milieuzonering, die in de bestemmingsplanregeling is opgenomen, zorg gedragen voor een aanvaardbaar woon- en leefklimaat ter plaatse van de woningen en worden de bedrijven niet in hun functioneren belemmerd.