Plan: | Dorpsgebied Stellendam en Havenhoofd 2011 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0511.GDRdrpstellendam09-BP40 |
Normstelling en beleid
Volgens artikel 3.1.6 van het Besluit ruimtelijke ordening dient in verband met de uitvoerbaarheid van een plan onderzoek te worden verricht naar de bodemgesteldheid in het plangebied. Bij functiewijzigingen dient te worden bekeken of de bodemkwaliteit voldoende is voor de beoogde nieuwe functie. Nieuwe bestemmingen dienen bij voorkeur op schone gronden te worden gerealiseerd.
Het ISGO heeft voor Goeree-Overflakkee regionaal bodembeleid opgesteld. Op grond van het Besluit bodemkwaliteit is dit beleid geldig tot 1 juli 2013. Vanaf medio 2010 wordt gewerkt aan een actualisatie van het beleid. Het vigerende beleid bestaat onder meer uit een bodembeheerplan en bodemkwaliteitskaarten.
Onderzoek
Het plan voorziet in de ontwikkeling van starterswoningen aan de Molenkade. In 2006 is ter plaatse van het plangebied een verkennend bodemonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 5). In dit onderzoek zijn in de bodem onder de Molenkade 16 en 18 overschrijdingen van de streefwaarde zink, PAK-totaal en minerale olie aangetroffen. In het grondwater zijn een overschrijding van de tussenwaarde met arseen en een overschrijding van de streefwaarde met nikkel aangetroffen. Aangezien de interventiewaarde niet wordt overschreden, is nader bodemonderzoek niet nodig. Op deze locatie is de bodem geschikt voor de beoogde ontwikkeling.
Ter plaatse van de Molenkade 1 zijn in de bodem geen verontreinigingen aangetroffen. Wel zijn in het grondwater overschrijdingen van de interventiewaarde naftaleen en minerale olie en een overschrijding van de streefwaarde xyleen aangetroffen. Aangezien ter plaatse van de Molenkade 1 de interventiewaarden worden overschreden, is in 2006 een aanvullend bodemonderzoek uitgevoerd (zie bijlage 6). Uit dit onderzoek bleek dat de verhoogde concentraties niet meer aangetroffen werden. Nader onderzoek is derhalve niet nodig.
Voor het overige deel van het dorpsgebied worden geen nieuwe ontwikkelingen mogelijk gemaakt, zodat verder bodemonderzoek achterwege kan blijven.
Conclusie
Geconcludeerd wordt dat het aspect bodemkwaliteit geen belemmering vormt voor de realisatie van het bestemmingsplan.