Dubbeldam
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0505.BP188Dubbeldam-3002 |
Artikel 12 Maatschappelijk
12.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
maatschappelijke voorzieningen;
bedrijf, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf';
kantoor, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals nutsvoorzieningen, parkeren, groen, water.
12.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
12.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
12.2.2 Hoofdgebouwen
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
de oppervlakte bedraagt ten hoogste het in de verbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak. Wanneer geen bebouwingspercentage is ingeschreven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd.
de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat;
in afwijking van het bepaalde in sub a is ter plaatse van de gronden met de aanduiding (bp) bebouwing toegestaan tot ten hoogste het in de verbeelding aangegeven bebouwingspercentage en bouwhoogte.
12.2.3 Bijbehorende bouwwerken
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
het gezamenlijk oppervlak mag niet meer bedragen dan 50 % van de oppervlakte buiten de aanduiding 'bouwvlak' tot een maximum van 50 m2.
12.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
de bouwhoogte bedraagt ten hoogste:
erfafscheidingen 2 m
lichtmasten 9 m
vlaggenmasten 9 m
antennemasten op/aan een gebouw (t.o.v. hoogte gebouw) 5 m
overige antennemasten 12 m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 4 m
12.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
lid 12.2.3 onder a. voor het toestaan van een bouwhoogte van maximaal 4 m;
lid 12.2.3 onder b. voor het toestaan van een bebouwingspercentage van 75 indien de betreffende bebouwing nodig is voor het goed functioneren van de functie binnen de aanduiding 'bouwvlak' en er geen sprake is van onevenredige hinder voor de (woon)omgeving.
12.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
een begraafplaats is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding (bp);
onderwijsvoorzieningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding (on);
zorginstellingen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding (zoi);
een zorgboerderij is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding (zbo);
religieuze voorzieningen zijn uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding (re);
het is toegestaan de maatschappelijke voorzieningen naast hun hoofdfunctie te gebruiken voor vergaderfaciliteiten voor derden;
bedrijven als bedoeld in lid 12.1 onder b zijn uitsluitend toegestaan in de vorm van bedrijfsactiviteiten die behoren tot de categorieën 1, 2 en 3 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten en in relatie met de werkzaamheden van Stichting De Hoop;
bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 41 lid 3 van de Wet geluidhinder juncto artikel 2.1 lid 3 Besluit omgevingsrecht zijn niet toegestaan.
12.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in
lid 12.4 leden b, c en e voor het toestaan van onderwijsvoorzieningen, zorginstellingen en religieuze voorzieningen op ander locaties dan ter plaatse van de aangegeven aanduidingen, indien daardoor de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed;
lid 12.4 onder g ten behoeve van bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn vermeld, of ten behoeve van activiteiten die in een hogere categorie zijn vermeld. Een omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend:
indien de betreffende bedrijfsactiviteit naar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met bedrijfsactiviteiten die ter plaatse krachtens lid 12.4 onder g zijn toegestaan;
nadat advies is ingewonnen van de Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid.
12.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening:
de gronden met de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied-4' bij het beëindigen van de religieuze functie te wijzigen in 'Wonen' als bedoeld in artikel 18 van deze regels, onder de voorwaarden dat:
1. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 15 m;
2. parkeren op eigen terrein wordt gerealiseerd;
3. de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed.
de gronden met de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied-5', zodanig wijzigen dat het bouwvlak wordt vergroot onder de voorwaarden dat:
1. het bouwvlak niet mag worden gelegd binnen de dubbelbestemming 'Leiding - Leidingstrook'
2. er geen parkeerproblemen ontstaan;
3. de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed.
4. voldaan wordt aan de normen met betrekking tot externe veiligheid waarbij ook de mogelijke effecten en beheersbaarheid van een calamiteit wordt betrokken. Indien een voorziening wordt gerealiseerd binnen het invloedsgebied van een risicobron, zal de Veiligheidsregio om advies worden gevraagd.
de gronden met de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied-6', zodanig wijzigen dat een nieuwe kerk kan worden gebouwd, alsmede een gedeelte wordt bestemd voor 'Wonen', onder de voorwaarden dat:
1. het kerkgebouw een terugliggende positie moet innemen ten opzichte van de Dubbelsteynlaan-West, met een minimale maat van 16 m;
2. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 15 m;
3. op het terrein een klokkentoren mag worden gebouwd tot een bouwhoogte van maximaal 20 m;
4. er geen parkeerproblemen ontstaan;
5. er maximaal 10 woningen mogen worden gebouwd;
6. de woningen minimaal 8 m vanaf de rooilijn aan de Dubbeldsteijnlaan-West worden gebouwd, zodat een voortuin ontstaat;
7. de bouwhoogte van woningen niet meer mag bedragen dan 10 m;
8. er geen parkeerproblemen ontstaan;
9. de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed.