direct naar inhoud van Regels

Dubbeldam

Status: Vastgesteld
Idn: NL.IMRO.0505.BP188Dubbeldam-3002

Artikel 6 Centrum

 

 

6.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  1. detailhandel;

  2. dienstverlening;

  3. atelier;

  4. maatschappelijk;

  5. horeca - 1;

  6. wonen;

  7. bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, groen, water, parkeervoorzieningen en nutsvoorzieningen,

een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 6.4 .

 

 

6.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de volgende regels:

 

6.2.1 Bouwen algemeen

Toegestaan zijn hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.

 

6.2.2 Hoofdgebouwen

Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:

  1. bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';

  2. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat.

 

6.2.3 Bijbehorende bouwwerken

Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;

  2. het gezamenlijk oppervlak mag niet meer bedragen dan 50 % van de oppervlakte buiten de aanduiding 'bouwvlak' tot een maximum van 50 m2.

 

 

6.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde

Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:

  1. de bouwhoogte bedraagt ten hoogste voor:

  • erfafscheidingen 2 m

  • lichtmasten 9 m

  • vlaggenmasten 9 m

  • antennemasten op/aan een gebouw (t.o.v. hoogte gebouw) 5 m

  • overige antennemasten 12 m

  • overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 4 m

 

 

6.3 Afwijken van de bouwregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. lid 6.2.3 onder a. voor het toestaan van een bouwhoogte van maximaal 4 m;

  2. lid 6.2.3 onder b. voor het toestaan van een bebouwingspercentage van 75 indien de betreffende bebouwing nodig is voor het goed functioneren van de functie binnen de aanduiding 'bouwvlak' en er geen sprake is van onevenredige hinder voor de (woon)omgeving.

 

 

6.4 Specifieke gebruiksregels

Voor het gebruik gelden de volgende regels:

  1. de begane grond van de bebouwing mag uitsluitend worden gebruikt voor de in lid 6.1 onder a en b genoemde functies;

  2. op de verdiepingen mag uitsluitend worden gewoond;

 

 

 

6.5 Afwijken van de gebruiksregels

Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:

  1. lid 6.4 onder a voor het toestaan functies genoemd in lid 6.1 onder c t/m e voorzover dat een positieve bijdrage levert aan het winkelgebied;

  2. alvorens te beslissen omtrent een verzoek om omgevingsvergunning als bedoeld in sub a wordt de Adviesraad voor Detailhandel gehoord;

  3. lid 6.4 onder b voor het gebruik van de verdieping(en) voor andere functies dan wonen indien:

1. zulks noodzakelijk is voor het goed functioneren van de op de begane grond toegestane functie;

2. wordt aangetoond dat de feitelijke ligging/indeling van het pand niet geschikt is/is te maken voor bewoning, dan wel financieel niet-lonend is.

 

 

6.6 Wijzigingsbevoegdheid

Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening:

  1. de gronden met de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied-3' zodanig wijzigen dat de stedenbouwkundige en functionele structuur van het Damplein wordt verbeterd en er een plein met een verblijfskarakter ontstaat, met dien verstande dat:

1. niet meer dan 800 m2 bvo detailhandel mag worden toegevoegd;

2. de detailhandel uitsluitend op de begane grond is toegestaan;

3. op de verdiepingen de woonfunctie is toegestaan;

4. de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 12 m;

5. het parkeren in het winkelgebied wordt opgelost;

6. vooraf de behoefte aan woningen wordt aangetoond;

7. de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed.