Dubbeldam
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0505.BP188Dubbeldam-3002 |
Artikel 4 Bedrijf
4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Bedrijf' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
bedrijven;
caravanstalling, uitsluitend ter plaatse van de aanduidig 'caravanstalling';
servicestation annex verkooppunt voor motorbrandstoffen, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen zonder lpg';
servicestation annex verkooppunt voor motorbrandstoffen, inclusief de verkoop van lpg, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'verkooppunt motorbrandstoffen met lpg'
dienstwoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen;
bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, groen, water, parkeervoorzieningen,
een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 4.4.
4.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels
4.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn hoofdgebouwen, bijbehorende bouwwerken en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
4.2.2 Hoofdgebouwen
Voor hoofdgebouwen gelden de volgende regels:
bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat;
een dienstwoning als bedoeld in lid 4.1onder e mag geen grotere inhoudsmaat hebben dan 800 m3;
de oppervlakte bedraagt ten hoogste het in de verbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak dat tot één bedrijf behoort. Wanneer geen bebouwingspercentage is ingeschreven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd.
het bedrijfsvloeroppervlak van de vuurwerkverkoop, zoals aanwezig ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan, mag niet toenemen.
4.2.3 Bijbehorende bouwwerken
Voor bijbehorende bouwwerken gelden de volgende regels:
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan 3 m;
het gezamenlijk oppervlak mag niet meer bedragen dan 50 % van de oppervlakte buiten de aanduiding 'bouwvlak' tot een maximum van 50 m2.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
de bouwhoogte bedraagt ten hoogste voor:
erfafscheidingen 2 m
lichtmasten 9 m
vlaggenmasten 9 m
antennemasten op/aan een gebouw (t.o.v. hoogte gebouw) 5 m
overige antennemasten 12 m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 4 m
4.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
lid 4.2.3 onder a. voor het toestaan van een bouwhoogte van maximaal 4 m;
lid 4.2.3 onder b. voor het toestaan van een bebouwingspercentage van 75 indien de betreffende bebouwing nodig is voor het goed functioneren van de functie binnen de aanduiding 'bouwvlak' en er geen sprake is van onevenredige hinder voor de (woon)omgeving.
4.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
uitsluitend bedrijven in de categorieën 1 en 2 van de tot deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn toegestaan;
in afwijking van het bepaalde in sub a zijn ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 3' ook bedrijven uit categorie 3 van de tot deze regels behorende Staat van Bedrijfsactiviteiten toegestaan;
bedrijfsactiviteiten als bedoeld in artikel 41 lid 3 van de Wet geluidhinder juncto artikel 2.1 lid 3 Besluit omgevingsrecht zijn niet toegestaan;
bij een servicestation als bedoeld in lid 4.1 onder c en d is detailhandel toegestaan tot een oppervlakte van maximaal 50 m2;
het gebruik van gebouwen voor de verkoop van vuurwerk met bijbehorende opslag mag worden gehandhaafd tot aan het moment dat het is beëindigd;
de ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het plan vergunde hoeveelheid opgeslagen vuurwerk mag niet toenemen.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
lid 4.4 onder a ten behoeve van bedrijven die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn vermeld, of ten behoeve van activiteiten die in een hogere categorie zijn vermeld, een omgevingsvergunning wordt uitsluitend verleend:
1. indien de betreffende bedrijfsactiviteit naar aard en invloed op de omgeving kan worden gelijkgesteld met bedrijfsactiviteiten die ter plaatse krachtens lid 4.4 onder a zijn toegestaan;
2. nadat advies is ingewonnen van de Omgevingsdienst Zuid-Holland-Zuid.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening:
de gronden met de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied-2', wijzigen in 'Wonen' als bedoeld in artikel 18 van deze regels, onder voorwaarden dat:
de huidige karakteristieke bebouwing gehandhaafd blijft;
op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
de woon- en leefsituatie in de naaste omgeving niet op ontoelaatbare wijze negatief wordt beïnvloed;
4. voldaan wordt aan de normen met betrekking tot externe veiligheid waarbij ook de mogelijke effecten en beheersbaarheid van een calamiteit wordt betrokken. Indien een voorziening wordt gerealiseerd binnen het invloedsgebied van een risicobron, zal de Veiligheidsregio om advies worden gevraagd.
de Staat van Bedrijfsactiviteiten als gevolg van technologische ontwikkelingen wijzigen.