Dubbeldam
Status: | Vastgesteld |
Idn: | NL.IMRO.0505.BP188Dubbeldam-3002 |
Artikel 3 Agrarisch
3.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Agrarisch' aangewezen gronden zijn bestemd voor agrarische doeleinden, te onderscheiden in:
volwaardige grondgebonden agrarische bedrijven;
glastuinbouwbedrijven, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'glastuinbouw;
dienstwoning, uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'wonen';
bij de bestemming behorende voorzieningen, zoals verhardingen, groen, water, parkeervoorzieningen,
een en ander met inachtneming van het bepaalde in lid 3.4
3.2 Bouwregels
Voor het bouwen gelden de volgende regels:
3.2.1 Bouwen algemeen
Toegestaan zijn gebouwen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
3.2.2 Gebouwen
Voor gebouwen gelden de volgende regels:
bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
de bouwhoogte bedraagt ten hoogste de in de verbeelding aangegeven hoogtemaat;
de oppervlakte bedraagt ten hoogste het in de verbeelding aangegeven bebouwingspercentage van het bouwvlak dat tot één bedrijf behoort. Wanneer geen bebouwingspercentage is ingeschreven mag het bouwvlak volledig worden bebouwd;
een dienstwoning als bedoeld in lid 3.1 onder c mag geen grotere inhoudsmaat hebben dan 800 m3;
per dienstwoning is maximaal 50 m2 aan bijgebouwen toegestaan met een bouwhoogte die niet meer mag bedragen dan 3 m.
behoudens ter plaatse van de aanduiding (gt) is het oprichten of uitbreiden van kassen en het plaatsen van nieuw ondersteunend glas niet toegestaan.
3.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde gelden de volgende regels:
bouwen is uitsluitend toegestaan ter plaatse van de aanduiding 'bouwvlak';
de bouwhoogte bedraagt ten hoogste voor:
erfafscheidingen 2 m
lichtmasten 9 m
vlaggenmasten 9 m
antennemasten op/aan een gebouw (t.o.v. hoogte gebouw) 5 m
overige antennemasten 12 m
overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde 4 m
3.3 Afwijken van de bouwregels
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
lid 3.2.2 onder a voor het buiten de aanduiding 'bouwvlak' oprichten van bebouwing met een maximale bouwhoogte en oppervlakte van respectievelijk 3 m en 50 m2, met dien verstande dat wordt aangetoond dat plaatsing binnen de aanduiding 'bouwvlak' uit een oogpunt van bedrijfsvoering niet doelmatig is;
lid 3.2.3 onder a voor het buiten de aanduiding 'bouwvlak' oprichten van bebouwing met een maximale bouwhoogte en oppervlakte van respectievelijk 2 m en 50 m2, met dien verstande dat wordt aangetoond dat plaatsing noodzakelijk is;
3.4 Specifieke gebruiksregels
Voor het gebruik gelden de volgende regels:
nevenactiviteiten zijn niet toegestaan;
de uitoefening van activiteiten ten behoeve van de intensieve veehouderij en glastuinbouw zijn, voorzover niet bestaand, niet toegestaan.
3.5 Afwijken van de gebruiksregels
3.5.1 Afwijking
Burgemeester en wethouders kunnen met een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in:
lid 3.1 voor de vestiging van niet volwaardige agrarische bedrijven, uitgezonderd intensieve veehouderij-activiteiten en glastuinbouw;
lid 3.4 onder a voor de uitoefening van nevenactiviteiten.
3.5.2 Voorwaarden afwijking
De omgevingsvergunning als bedoeld in lid 3.5.1 onder a. wordt uitsluitend verleend indien genoegzaam wordt aangetoond dat de betreffende grond en bebouwing niet langer ten behoeve van een volwaardig grondgebonden agrarisch bedrijf kan worden gebruikt.
De omgevingsvergunning bedoeld in lid 3.5.1 onder b. wordt uitsluitend verleend indien de nevenactiviteit of combinatie van nevenactiviteiten:
een ondergeschikt onderdeel van een volwaardig agrarisch bedrijf vormt;
binnen het bouwvlak zelf plaatsvindt;
geen belemmeringen voor andere agrarische bedrijven veroorzaakt;
niet leidt tot een onevenredige belasting van de wegen in het plangebied;
de in het gebied aanwezige cultuurhistorische waarden, natuurwaarden en/of de landschappelijke kwaliteit niet onevenredig aantast.
3.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders kunnen overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.6 van de Wet ruimtelijke ordening :
de gronden met de aanduiding 'wro-zone-wijzigingsgebied-1' bij het beëindigen van de glastuinbouw ter plaatse wijzigen in 'Gemengd', als bedoeld in artikel 7 van deze regels onder voorwaarden dat:
niet meer dan 60 % mag worden bebouwd;
de bouwhoogte niet meer mag bedragen dan 10 m;
op eigen terrein wordt voorzien in de parkeerbehoefte;
de ontsluiting vindt plaats via de Hastingsweg;
5. voldaan wordt aan de normen met betrekking tot externe veiligheid waarbij ook de mogelijke effecten en beheersbaarheid van een calamiteit wordt betrokken. Indien een voorziening wordt gerealiseerd binnen het invloedsgebied van een risicobron, zal de Veiligheidsregio om advies worden gevraagd.