direct naar inhoud van Artikel 16 Wonen
Plan: Dorpsgebied Dirksland 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0504.DLDdorpdirksland-BP30

Artikel 16 Wonen

16.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens kantoren;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'maatschappelijk': tevens maatschappelijke voorzieningen;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1': uitsluitend garages en bergplaatsen ten behoeve van woningen;
  • e. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, toegangswegen- en paden, tuinen en water.

16.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

16.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. hoofdgebouwen worden in de volgende vorm gebouwd:
    • 1. ter plaatse van de aanduiding 'vrijstaand': vrijstaand;
    • 2. ter plaatse van de aanduiding 'twee-aaneen': twee-aaneengebouwde woningen;
    • 3. ter plaatse van de aanduiding 'aaneengebouwd': meer dan twee aaneengebouwde woningen;
    • 4. ter plaatse van de aanduiding 'gestapeld': gestapelde woningen;
  • c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de met de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • e. de voorgevel wordt evenwijdig aan de voorste grens van het bouwvlak gebouwd;
  • f. de afstand van de achtergevel tot aan de achtererfgrens bedraagt ten minste 5 m;
  • g. de afstand van de zijgevel tot aan de zijerfgrens bedraagt ten minste 3 m met uitzondering van tussengevels;
  • h. ter plaatse van de aanduidingen 'vrijstaand', 'twee-aaneen' en 'aaneengebouwd' mag de goothoogte van hoofdgebouwen worden overschreden door dakkapellen, indien:
    • 1. de afstand tot de dakvoet, de nok en de zijkanten van het dakvlak ten minste 0,5 m bedraagt;
    • 2. de bouwhoogte van de dakkapel, gemeten vanaf de voet van de dakkapel, ten hoogste 1,50 m bedraagt;
    • 3. de breedte van dakkapellen aan de voor- of zijkant van het hoofdgebouw ten hoogste 50% van het dakvlak bedraagt;
    • 4. de breedte van dakkapellen aan de achterkant van het hoofdgebouw ten hoogste 70% van het dakvlak bedraagt;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' mag tot een hoogte van 3 m niet worden gebouwd.

16.2.2 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bij vrijstaande, twee-aaneengebouwde en aaneengebouwde woningen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 75 m²;
  • b. bij gestapelde woningen is één gezamenlijk bijgebouw toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 15% van het betreffende bouwperceel;
  • c. de afstand van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen tot de voorgevel van het hoofdgebouw en het denkbeeldige verlengde daarvan bedraagt ten minste 3 m;
  • d. de goothoogte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. de bouwhoogte van aan- en uitbouwen en aangebouwde overkappingen bedraagt ten hoogste de bouwhoogte van het hoofdgebouw, met een maximum van 6,5 m.

16.2.3 Garageboxen

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding–1' gelden de volgende regels:

  • a. garages en/of bergingen worden aaneengebouwd;
  • b. de goothoogte van garages en/of bergingen bedraagt ten hoogste 3 m.

16.2.4 Hobbymatige paardrijvoorzieningen

Voor hobbymatige paardrijvoorzieningen gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte van het bouwperceel bedraagt ten minste 2.000 m²;
  • b. de voorzieningen bevinden zich achter de achtergevelrooilijn van het hoofdgebouw;
  • c. stalruimte is uitsluitend toegestaan binnen bijgebouwen;
  • d. het aantal paarden dat binnen de stalruimte mag worden gehouden bedraagt ten hoogste 2;
  • e. de afstand van de stalruimte tot aan de woningen van derden bedraagt ten minste 15 m;
  • f. per woning is 1 paardenbak of paddock toegestaan;
  • g. de oppervlakte van paardenbakken en paddocks bedraagt ten hoogste 25% van het bouwperceel met een maximum van 800 m²;
  • h. de afstand van paardenbakken en paddocks tot aan bestemmingsvlakken met de bestemmingen 'Wonen', 'Maatschappelijk' of 'Centrum' bedraagt ten minste 25 m;
  • i. de afstand van paardenbakken en paddocks tot aan de perceelsgrens bedraagt ten minste 5 m;
  • j. buitenverlichting ten behoeve van paardrijvoorzieningen is uitgesloten;
  • k. de afstand van mestopslag tot aan bestemmingsvlakken met de bestemmingen 'Wonen', 'Maatschappelijk' of 'Centrum' bedraagt ten minste 50 m;
  • l. de afstand van mestopslag tot aan de perceelsgrens bedraagt ten minste 5 m;
  • m. longeercirkels en stapmolens zijn toegestaan binnen het bouwperceel.

16.2.5 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel van het hoofdgebouw en het denkbeeldig verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte voor palen en masten bedraagt ten hoogste 7 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

16.3 Specifieke gebruiksregels

Ten aanzien van de aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten gelden de volgende gebruiksregels:

  • a. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning en bijgebouwen, met een maximum van 50 m² en met dien verstande dat horeca en detailhandel zijn uitgesloten.

16.4 Afwijken van de gebruiksregels

Afwijken voor het voeren van bed & breakfastactiviteiten aan huis

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 16.1 voor het voeren van een bed & breakfast aan huis, met dien verstande dat:

  • a. de bed & breakfast activiteiten worden uitgeoefend door de bewoner van het betreffende perceel;
  • b. de vloeroppervlakte die wordt aangewend voor de bed & breakfast activiteiten bedraagt minder dan 50% van de totale vloeroppervlakte van de woning, bijgebouwen meegerekend;
  • c. de woonfunctie in overwegende mate in het hoofdgebouw plaatsvindt;
  • d. het aantal kamers dat wordt gebruikt voor de bed & breakfast activiteiten bedraagt ten hoogste 7;
  • e. ten behoeve van de bed-and-breakfast wordt voorzien in voldoende parkeergelegenheid.