Plan: | TU Midden en Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0021-2001 |
Het openbaar vervoer (OV) in het plangebied betreft vervoer per bus en in de toekomst per tram. Figuur 7.1 geeft de OV-routes die gelden in 2012.
Figuur 7.1: OV-routes voor TU Midden en Noord in 2012
Er rijdt één stadsbuslijn binnen het plangebied:
Er rijden drie streekbuslijnen binnen het plangebied:
De losse plandelen van TU Noord zijn niet van invloed op de openbaarvervoersvoorzieningen.
Beleid en onderzoek
Stadsgewest Haaglanden is de OV-autoriteit in de regio. De gemeente Delft geeft bij het stadsgewest aan wat de Delftse OV-prioriteiten zijn. Het gebruik en de gewenste ontwikkelingen van stad- en streekvervoer zijn beschreven in het Lokaal Verkeer en Vervoerplan (LVVP, 30 juni 2005). In juni 2011 is het LVVP geactualiseerd. Het uitvoeringsprogramma is hierbij aangepast en de realisatietermijn is langer geworden.
Gewenste ontwikkeling
De belangrijkste ontwikkeling op gebied van OV uit het LVVP voor de komende jaren is het realiseren van tramlijn 19. Eind 2015 gaat tram 19 rijden. Deze tramlijn zal zorgen voor een kwalitatief hoogwaardige openbaarvervoerverbinding van station Delft naar het TIC Delft-gebied (TU-campus en Technopolis). In het gebied TU midden en TU noord is deze tramlijn gepland op de strook waar de voormalige Mekelweg lag (Mekelpark).
Daarnaast is in het LVVP en in Haaglandenverband de wens uitgesproken voor een hoogwaardige openbaarvervoerverbinding vanaf Den Haag Zuidwest via Delft naar Delfgauw, Pijnacker en Zoetermeer onder de noemer HOV 37. Dit zal in eerste instantie een busbaan betekenen en later mogelijk een tramlijn. Het tracé van deze HOV-lijn is nog onvoldoende zeker om al in dit bestemmingsplan te beschrijven of op de verbeelding op te nemen. In het visiedocument over OV 'Netwerk RandstadRail' van Stadsgewest Haaglanden uit 2009 is HOV 37 in 2020 operationeel. Het voornemen is echter nog niet voldoende uitgekristalliseerd om in dit bestemmingsplan te faciliteren.
Conclusie
Voor het onderwerp openbaar vervoer zijn er geen bijzonderheden, die in dit bestemmingsplan geregeld moeten worden.
Bestaande situatie
Het plangebied bestaat voor een belangrijk deel uit verblijfsgebieden. De netwerkstructuur is zodanig vormgegeven dat alleen bestemmingsverkeer gebruik maakt van de wegen in de verblijfsgebieden. De ontsluiting van de wijken vindt plaats via een beperkt aantal wegen: de Schoemakerstraat - Zuidplantsoen - Michiel de Ruijterweg, tussen de Jaffalaan en het Zuidplantsoen - Jaffalaan en Rotterdamsweg. De Schoemakerstraat is verbonden met de Kruithuisweg en de Kruithuisweg met de A13. De Delfgauwseweg is ook een ontsluitende weg.
Verder zijn rijroutes van de brandweer belangrijk. Deze routes zijn opgedeeld in hoofdroutes en secundaire routes. Voor de routes binnen het plangebied zie onderstaande figuur. Hierbij valt op dat de Mekelweg een primaire rijroute is, terwijl die weg er niet meer is. Met de komst van de verharde trambaan voor tramlijn 19 wordt dit ingevuld.
Figuur 7.2: routestructuur
Voor de losse plandelen in TU Noord geldt dat de aangrenzende wegen al positief zijn bestemd in het geldende bestemmingsplan TU Noord.
Beleid en onderzoek
Leidend is het in juni 2005 vastgestelde LVVP en de actualisatie uit juni 2011. Hierin is het verkeersbeleid voor de middellange termijn vastgelegd, waarbij het accent is gelegd op:
Omdat de (gewenste) grootschalige ingrepen in de stad een lange looptijd hebben, bevat het LVVP een visie voor de langere termijn (2020) voor het verkeers- en vervoerbeleid en een visie op het toekomstige verkeersnetwerk in samenhang met de andere Delftse plannen.
De maatregelen uit het LVVP zijn gestoeld op drie pijlers. De eerste pijler wordt gevormd door de structuur van de stad, die de mogelijkheden bepaalt voor het verkeersnetwerk. De tweede pijler wordt gevormd door het nationaal en regionaal beleid, dat de kapstok vormt voor het Delftse beleid. De derde pijler wordt gevormd door de economie, leefomgeving en ecologie, die randvoorwaarden stellen aan het verkeersnetwerk. Op basis van de resulterende mogelijkheden, kaders en randvoorwaarden zijn de maatregelen per vervoerwijze bepaald.
Een belangrijk onderdeel van het LVVP is de categorisering van wegtypen in het Delftse wegennet. Wegcategorisering is namelijk een essentieel onderdeel van de Duurzaam Veilig-ontwerpprincipes: bij elke categorie horen eigen vormgevingskenmerken. Delft onderscheidt de volgende wegtypen:
Figuur 7.3: Wegencategorisering uit het LVVP voor TU Midden en Noord
De wegen in het plangebied zijn als volgt gecategoriseerd:
Gewenste ontwikkeling
Aan een deel van de stroom-, gebiedsontsluitings en wijkontsluitingswegen wordt de komende jaren gewerkt om ontwikkelingen rond het plangebied mogelijk te maken. De capaciteit van de op- en afritten van de Kruithuisweg en de Schoemakerstraat, vanaf de Kruithuisweg tot en met de aansluiting met TNO, wordt uitgebreid. Het kruispunt Schoemakerstraat – Zuidplantsoen wordt aangepast. De Rotterdamseweg wordt heringericht, waarbij de verkeersveiligheid zal worden vergroot. Niet alle aanpassingen passen binnen het huidige wegprofiel en is een uitbreiding van de verkeersbestemming op de verbeelding doorgevoerd. Op termijn zal het kruispunt met de Stieltjesweg/Van Embdenstraat moeten worden aangepast, voor de verkeersafwikkeling naar het projectgebied Professor Schoemakerplantage. Wanneer en hoe dit kruispunt wordt aangepast is nog niet bekend. Daarom wordt deze ontwikkeling niet meegenomen in dit bestemmingsplan.
Conclusie
Op de verbeelding zijn de volgende infra-verbeteringen meegenomen:
Bestaande situatie
De hoofdfietsroutes in het plangebied zijn:
De route Cornelis Drebbelweg - Stieltjesweg behoort tot het wijkfietsnetwerk.
Beleid en onderzoek
Het beleid voor langzaam verkeer is vastgelegd in het Fietsactieplan II (2005-2010), vastgesteld in juni 2005 en geactualiseerd in juni 2011. Het Fietsactieplan II (FAP-II) is de opvolger van het Fietsactieplan I (1999) en is zowel een voortzetting als een uitbreiding van het eerste fietsactieplan. Er wordt gestreefd het fietsgebruik te stimuleren, de fiets een serieus alternatief te maken voor de auto en zo ook een bijdrage te leveren aan de bereikbaarheid van de stad, zodat Delft kan behoren tot de beste fietssteden van Nederland.
Figuur 7.4: Hoofdfietsnetwerk voor TU Midden en Noord (uit actualisatie van het LVVP/FAP-II)
Voor de losse plandelen in TU Noord is het langzaamverkeer in de omgeving al mogelijk door de positieve verkeersbestemming in het geldende bestemmingsplan TU Noord.
Gewenste ontwikkeling
In het regionale netwerk voor de fiets zijn in het plangebied twee ontbrekende schakels geconstateerd. De Balthasar van der Polweg en de Van der Burghweg zijn nog niet voldoende ingericht. Een vrijliggend fietspad is hier zeer wenselijk. De verbinding tussen de Rotterdamseweg en de Kruithuisweg is niet optimaal. Dit laatste punt wordt in 2013 aangepakt.
Conclusie
Voor het onderwerp langzaam verkeer zijn er geen bijzonderheden, die in dit bestemmingsplan geregeld moeten worden.
Bestaande situatie
Gezien de functies in het gebied is er vooral behoefte aan parkeren overdag. Voor het grootste deel van TU midden geldt dat parkeren binnen het gebied plaatsvindt op maaiveld. Het gaat hier om parkeerplaatsen op terrein van de TU, maar de parkeerplaatsen zijn wel openbaar toegankelijk. Volgens telcijfers van eind 2011 van de TU blijkt dat er voldoende parkeren beschikbaar is in TU midden, maar dat er wel sprake is van een onbalans in het gebied. Van de Haagse Hogeschool en Delftechpark is bekend dat er sprake is van uitwijkgedrag. Dit heeft gevolgen voor de parkeersituatie in de omgeving.
Daarnaast hebben de gebouwen aan de Rotterdamseweg van de Haagse Hogeschool, DUWO-gebouw Rotterdamseweg en Hogeschool InHolland parkeren op eigen terrein. In TU Noord hebben de locaties Gele Scheikunde, Biotechnologie, Bouwkunde, Cambridge, Oxford en De Vries van Heijst parkeren op eigen terrein. Op het Delftechpark is alleen sprake van parkeren op eigen terrein.
Er is sprake van vergunningparkeren en betaald parkeren in de omgeving van een deel van de plandelen in TU Noord. Het noordelijke deel van TU midden ligt nabij het parkeerterrein bij de begraafplaats Jaffa, waar sprake is van betaald parkeren.
Beleid en onderzoek
Het beleid over parkeren en stallen van Delft is in 2003 vastgesteld in de Nota 'Parkeren en Stallen'. Deze is in 2006, 2009 en 2010 geactualiseerd. De essentie van het beleid is dat voor nieuwe ontwikkelingen (zoals nieuwbouw en herontwikkeling) voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden om parkeerproblemen in de omgeving te voorkomen.
De Nota Parkeren en Stallen legt vast hoeveel parkeerplaatsen noodzakelijk zijn afhankelijk van het type functie. De nota geeft hiervoor parkeernormen, welke zijn gedifferentieerd naar de binnenstad, schilgebied rond de binnenstad en overig gebied. Deze parkeernormen zijn gebaseerd op kencijfers van het kennisinstituut CROW. Deze kencijfers zijn opgesteld aan de hand van parkeeronderzoeken door het hele land en zijn landelijk en juridisch geaccepteerd als realistisch en betrouwbaar. Voor woningen heeft Delft eigen normen vastgesteld. Deze normen kennen een differentiatie naar type woningen, zoals dat voor Delft gewenst is. In 2012 heeft CROW nieuwe parkeerkencijfers bekend gemaakt. In 2013 komt een geheel herziene Nota Parkeren bij nieuwe ontwikkelingen ter vervanging van de Nota Parkeren en Stallen. Deze nota zal gebaseerd worden op de nieuwe kencijfers. Daarnaast zal door deze nota flexibeler en gebiedsgewijs kunnen worden omgegaan met het oplossen van het parkeren bij nieuwe ontwikkelingen.
Ook voor het parkeren van fietsen zijn normen vastgesteld. Voor nieuwbouw van woningen zijn in de Nota Parkeren en Stallen stallingsnormen voor fietsen en scootmobielen opgenomen.
In 2013 zal de Nota Parkeerbeleidskader worden vastgesteld, waarbij het parkeerbeleid voor de gehele stad bepaald wordt voor de komende 5 à 10 jaar. In de nota komt een uitvoeringsprogramma met verder uit te werken onderwerpen/projecten. De nota kan invloed hebben op hoe met het parkeren in het plangebied zal worden omgegaan.
Gewenste ontwikkeling
Parkeergelegenheid op eigen terrein (POET) draagt bij aan het beperken van de parkeerdruk op straat. Het aantal POET-plaatsen bij nieuwbouw na 1 augustus 2009 wordt in mindering gebracht op het aantal te verkrijgen parkeervergunningen in gereguleerd gebied, bepaald middels vastgestelde voorwaarden en rekenfactoren. Voor TU Noord is in 2006 door de gemeenteraad besloten dat parkeerregulering is uitgebreid naar het gebied tussen de Michiel de Ruijterweg - Zuidplantsoen - Schoemakerstraat - Julianalaan (noord) - Kanaalweg. Alleen op de Botaniestraat en de Kanaalweg is regulering ingevoerd. De rest van het gebied wordt echter pas ingevoerd als de herontwikkeling in het gebied afgerond is. Dan heeft de POET-regeling effect voor De Vries van Heijstplantsoen. In de toekomst zal de POET-regeling uitgebreid worden naar bestaande bouw.
Conclusie
Voor het onderwerp parkeren zijn er geen bijzonderheden, die in dit bestemmingsplan geregeld moeten worden.