Plan: | TU Midden en Noord |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0021-2001 |
In deze paragraaf zijn de financiële consequenties van het AUB-bestemmingsplan TU Midden en Noord in beeld gebracht.
Financieel kader
De gronden in het gebied voor het bestemmingsplan TU Midden en Noord zijn grotendeels in handen van private partijen. De Wet ruimtelijke ordening (Wro) geeft in dat geval de gemeente de verplichting om - conform afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (Wro) - de kosten langs bepaalde gedragsregels te verhalen en te verevenen tussen de verschillende grondeigenaren in het plangebied. Ook geeft het de gemeente de mogelijkheid om locatie-eisen te stellen. De publiekrechtelijke basis hiervoor moet worden vastgelegd in één of meerdere exploitatieplannen gelijktijdig met het bestemmingsplan tenzij met alle grondeigenaren het kostenverhaal en de verevening op een andere manier wordt geregeld. Dat kan bijvoorbeeld via een anterieure overeenkomst.Daarbij moet er sprake zijn van een bouwplan zoals gesteld in artikel 6.2.1 van het Besluit ruimtelijke ordening (Bro).
Is er sprake van een bouwplan?
Artikel 6.2.1 Bro schrijft voor dat de gemeente de verplichting heeft om de kosten langs bepaalde gedragsregels te verhalen en te verevenen tussen de verschillende grondeigenaren in het plangebied als er sprake is van een bouwplan. Er is onder meer sprake van een bouwplan bij de bouw van één of meer nieuwe woningen, hoofdgebouwen en diverse soorten verbouwingen en uitbreidingen. Voor het nieuwe bestemmingsplan TU Midden en Noord is géén sprake van een bouwplan. Dat komt doordat de huidige bestemmingsplannen al een ruime hoeveelheid bouwvolume toestaan. Het nieuwe bestemmingsplan dat de oude bestemmingsplannen vervangt, wijzigt de structuur van de bestemmingen weliswaar op onderdelen, maar er wordt op totaalniveau geen programma toegevoegd.
Gevolgen
Omdat er geen sprake is van een bouwplan is de gemeente ook niet verplicht om kosten te verhalen. De gemeente zal de kosten voor het maken van het bestemmingsplan intern moeten dragen. De gemeente is verplicht elke 10 jaar haar bestemmingsplannen te vernieuwen en consoliderend te bestemmen conform het AUB (Algemene uniformering bestemmingsplannen). Hier wordt budget voor gereserveerd. Dit budget is aangewend om bestemmingsplan TU Midden en Noord op te stellen.
Conclusie
Het plan heeft geen nadelige financiële consequenties voor de gemeente. Daarmee kan het plan als financieel uitvoerbaar worden bestempeld.