direct naar inhoud van Artikel 8 Verkeer
Plan: TU Midden en Noord
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0021-2001

Artikel 8 Verkeer

8.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Verkeer' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. hoofdrijbanen;
  • b. een bus- en/of trambaan met ten hoogste 2x1 rijstrook met bijbehorende voorzieningen zoals bijvoorbeeld haltes, luifels en abri's;
  • c. verblijfs- en verkeersvoorzieningen;
  • d. groenvoorzieningen;
  • e. water;
  • f. kunstwerken;
  • g. nutsvoorzieningen;
  • h. voorzieningen voor het stallen van fietsen.
8.2 Bouwregels

Voor het bouwen gelden de regels van artikel 22 en de volgende bepalingen:

  • a. voorzieningen voor het stallen van fietsen zijn toegestaan indien:
  • de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 1,5 m, de breedte niet meer bedraagt dan 2,2 m en de diepte niet meer bedraagt dan 2,4 m;
  • de voorzieningen voor het stallen van fietsen solitair staan dan wel maximaal eenmaal zijn geschakeld;
  • er geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de ingevolge de bestemming gegeven gebruiksmogelijkheden;
  • b. bijbehorende voorzieningen zoals bijvoorbeeld haltes, luifels en abri's zijn toegestaan, waarbij de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 m;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'nutsvoorziening' is een gebouwde nutsvoorziening toegestaan waarbij de bouwhoogte niet meer bedraagt dan 4 m.
8.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
8.3.1 Verbod

Het is verboden ter plaatse van de aanduiding 'monumentale boom' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het ontgronden, afgraven, egaliseren, diepploegen en ophogen van gronden;
  • b. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • c. het aanleggen van halfverharde paden en wegen;
  • d. het aanleggen van voorzieningen ten behoeve van het recreatief medegebruik en educatief medegebruik;
  • e. het aanbrengen van drainage;
  • f. het aanbrengen van ondergrondse en bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen.
8.3.2 Uitzondering verbod

Het verbod als bedoeld in lid 8.3.1 is niet van toepassing op werken, geen bouwwerken zijnde, of werkzaamheden die:

  • a. betrekking hebben op normaal onderhoud en beheer, en/of
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van het plan, en/of
  • c. reeds mogen worden uitgevoerd krachtens een verleende omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden.
8.4 Specifieke gebruiksregels
8.4.1 Tram- en busverkeer

Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van verkeer - tram- en busverkeer' is uitsluitend tram- en busverkeer toegelaten.