direct naar inhoud van Artikel 13 Sport
Plan: Zuidwest 3 Tanthof
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0015-2001

Artikel 13 Sport

13.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Sport' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. sportvoorzieningen;
  • b. ondersteunende horeca;
  • c. recreatieve doeleinden;
  • d. kinderopvang;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'tennisbaan' een tennisbaan;
  • f. groenvoorzieningen;
  • g. groenstructuren;
  • h. nutsvoorzieningen;
  • i. bijbehorende voorzieningen.
13.2 Bouwregels
13.2.1 Bouwwerken, binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van Artikel 36 en de volgende bepalingen:

  • a. de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan is aangegeven met de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)';
  • b. de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven maximale goothoogte van de gebouwen mag worden overschreden door vergrotingen van het hoofdgebouw en dakterrasafscheidingen en voorzieningen voor de betreding van een dakterras mits zij binnen het denkbeeldige kapprofiel passen, zoals dit in figuur 2 van bijlage 2 is gedefinieerd;
  • c. dakkapellen zijn niet toegestaan aan de voor- en zijkant van het gebouw;
  • d. het bebouwingspercentage mag niet meer bedragen dan is aangegeven met de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage (%)'.
13.2.2 Bouwwerken, buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van Artikel 36 en de volgende bepalingen:

  • a. fietsenstallingen zijn toegestaan met een maximale bouwhoogte van 3 m;
  • b. voor het overige zijn uitsluitend bouwwerken, geen gebouw zijnde toegestaan;
  • c. in afwijking van het bepaalde in artikel 36 sub d zijn lichtmasten toegestaan met een maximale bouwhoogte van 15 m.
13.3 Afwijken van de bouwregels
13.3.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 13.2.1 sub c voor dakopbouwen en dakkapellen aan de voor- en achterkant van het hoofdgebouw buiten het denkbeeldige kapprofiel zoals dit in figuur 2 van bijlage 2 is gedefinieerd, waarvan de maximale bouwhoogte niet meer mag bedragen dan de nokhoogte van dit denkbeeldige kapprofiel.

13.3.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 13.3.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien de gebruiksmogelijkheden en verblijfskwaliteit van de aangrenzende en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden aangetast. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan:

  • a. de bezonningssituatie op de aangrenzende erven of tuinen;
  • b. de privacy;
  • c. de stedenbouwkundige kwaliteit voor wat betreft het straatbeeld en de samenhang van gootlijn, noklijn en kapprofiel, met dien verstande dat een dakkapel van maximaal een derde van de oppervlakte van het dakvlak waarin hij wordt geplaatst in ieder geval is toegestaan.
13.4 Specifieke gebruiksregels
13.4.1 Milieucategorie

De in lid 13.1, sub a genoemde functie is uitsluitend toegestaan voor zover zij behoort tot categorie 1 en 2 van de LvB.

13.4.2 Milieucategorie

De in lid 13.1, sub b genoemde functie is uitsluitend toegestaan voorzover zij behoort tot categorie 1 en 2 van de LvB.

13.5 Afwijken van de gebruiksregels
13.5.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 13.4.1 om sportactiviteiten uit categorie 3.1 van de LvB mogelijk te maken;
  • b. het bepaalde in lid 13.4.1 om sportactiviteiten toe te laten die niet genoemd worden in de LvB;
13.5.2 Voorwaarden afwijken

Het bevoegd gezag past de in lid 13.5.1 bedoelde afwijkingsbevoegdheid toe indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie 2 en indien de kwaliteit van leefomgeving niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, groen, verkeer en economisch functioneren.