Plan: | Binnenstad 2012 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0014-2001 |
De ruimtelijke structuurvisie schetst een toekomstbeeld voor de stad en daarmee ook voor de binnenstad. Daarbij zijn de kernpunten van deze visie weergegeven in figuur 3.3.
Figuur 3.3: Schematische weergave kernpunten structuurvisie
Figuur 3.4: Ruimtelijke Structuurvisie: Aantrekkelijke woon- en leefmilieus
Op hoofdlijnen koestert de structuurvisie de compactheid van de stad en die van de binnenstad. Binnen deze compacte stad wordt gericht op het beter verbinden van de uiteenlopende gebieden, onder andere door lange, doorlopende routes en herkenbare, blauwgroene structuren tot in de binnenstad. Van belang hierbij zijn de ingrepen aan diverse infrastructurele barrières, zoals het spoor. Ook de Schie, die als structuur al aanwezig is, kan beter benut worden als verbindend element.
Vanuit de binnenstad vormen deze structuren het verbindende element met de diverse woonwijken, die zich onderling sterk mogen profileren en onderscheiden, gericht op de diverse woonmilieus.
Niet alleen binnen de stad wordt naar verbindingen gezocht. Ook de verbindingen met het omliggende gebied worden als belangrijke waarde gezien. Enerzijds om buiten de stad in de uitgestrekte groengebieden te kunnen recreëren, anderzijds om de regionaal verzorgende functie van Delft te versterken.
In 2008 is voor de binnenstad een actieprogramma vastgesteld (collegevergadering 19 mei 2009, besproken in de raadscommissie d.d. 4 juni 2009).
Het was op dat moment niet wenselijk om een lange termijn binnenstadsvisie op te stellen, mede omdat in dezelfde periode en ruimtelijke structuurvisie ('Ontmoetingen met Delft 2030') én een stadsvisie ('Delft maakt geschiedenis') het licht zagen. Hoewel er zeker rekening wordt gehouden met een visie op de langere termijn is er wat de binnenstad betreft gekozen voor het formuleren van een zo concreet mogelijk actieprogramma. Dit actieprogramma geldt als leidraad voor zowel de gemeente als ondernemers en bewoners.
Het doel van het actieprogramma is in gezamenlijkheid en op gelijkwaardige voet met partners te werken aan de versterking van zowel het economisch functioneren als de belevingswaarde van de binnenstad.
Voorliggend bestemmingsplan benoemt de sfeergebieden als visie op het gebruik van de binnenstad. Met de op de sfeergebieden geënte planregels worden voornoemde 'sleutelprojecten' niet onmogelijk gemaakt. Het bestemmingsplan is voorts consoliderend van aard, zodat voor concrete fysieke projecten een aparte planologische procedure zal worden doorlopen.
Het overkoepelende thema van de 'Woonvisie Delft 2008-2020' is Delft als kennisstad, kwaliteitsstad en kansenstad; een stad waar plaats is voor jong en oud, arm en rijk, kwetsbaar of niet. De visie beschrijft hoe iedereen in Delft in 2020 zou willen wonen en welke opgaven er op het gebied van wonen liggen om dit te bereiken. Er wordt ingezet op:
Voor de binnenstad van Delft liggen er vooral kansen om bij eventuele (her)ontwikkeling in te zetten op:
In 2009 is de Visie openbare ruimte Delft vastgesteld als beleidskader. Daarin worden de consequenties, de kaders en de randvoorwaarden bepaald om te kunnen komen tot de gestelde kwaliteit. De Visie openbare ruimte Delft is de actuele, integrale grondlegger voor vigerende en toekomstige sectorale beleidskaders. De visie benoemt opgaven en ambities en vormt de onderlegger en het toetsingskader voor projecten, programma's en toekomstig beleid in de openbare ruimte. Het ambitieniveau kent een drietal pijlers: een duurzame inrichting van de openbare ruimte, een herkenbare leesbare structuur van Delft en het uitnodigen tot ontmoeten en verblijven. De leidende principes voor de binnenstad zijn:
Voor de openbare ruimte is op 'klinkerniveau' een handboek opgesteld. Dit geeft paletten materialen en meubilair en borgt zo bovenstaande leidende principes. Het Handboek Openbare Ruimte is in 2012 volledig herzien.
Het gemeentelijk ruimtelijk economisch beleid is verwoord in de nota 'De economie van Delft: op weg naar 2015'. Deze nota geeft prognoses inzake de ruimtevraag van bedrijven en instellingen en de groeimogelijkheden van de Delftse economie. De hoofddoelstellingen van het gemeentelijk economisch beleid zijn: de groei van de werkgelegenheid minimaal gelijk op te laten gaan met de groei van de beroepsbevolking; kwaliteit en kwantiteit van werk in Delft te laten aansluiten op de samenstelling en opleidingsniveaus van de beroepsbevolking.
Liet de nota "De economie van Delft: op weg naar 2015" nog zien dat voor de periode tot 2015 te weinig bedrijventerreinen en kantoorvolumes waren geprogrammeerd om aan de verwachte vraag te voldoen, inmiddels zijn de economische omstandigheden - zowel conjunctureel als naar het zich laat aanzien misschien zelfs structureel - zodanig gewijzigd dat er in ieder geval in de regio voldoende aanbod aan bedrijventerrein beschikbaar is om de Delftse vraag op te vangen. Ten aanzien van de kantorenvoorraad kan worden geconstateerd dat inmiddels sprake is van een leegstandspercentage van circa 14% wat aanzienlijk boven de frictieleegstand van 5 à 6% ligt. Voor de binnenstad betekent dit dat gelet op de overmaat aan kantoren in Delft en in de regio, behoudend wordt omgegaan met kantoorruimte en grootschalige kantoorontwikkelingen uitgesloten zijn.
De Nota detailhandel schetst een beeld van drie 'parels' die de structuur van het Delftse detailhandelsapparaat definiëren. Binnenstad, In de Hoven en de PDV-locatie Leeuw & Stein zijn essentiële winkelgebieden die de kwaliteit van het aanbod aan voorzieningen en daarmee mede de woonaantrekkelijkheid van Delft bepalen. Deze hoofdstructuur wordt ondersteund door een fijnmazig netwerk van buurtwinkelcentra.
De binnenstad is aangemerkt als belangrijkste parel van Delft; de 'place to be'. Er is gekozen om in te zetten op het versterken van overige publieks- (horeca, cultuur en evenementen) en economische functies. Dit in combinatie met een gedoceerde uitbreiding van het winkelareaal van maximaal 3.000 m² - 5.000 m². Het gaat daarbij om uitbreiding van detailhandel op geschikte inbreidingslocaties, maar ook uitbreiding van bestaande winkels op alle denkbare wijzen: optimalisatie binnen de winkelmuren, winkels boven winkels, het bijtrekken van ruimten etc.
Per januari 2012 is de Horeca Exploitatievergunning (HEV) grotendeels buiten werking gesteld. De geldende beleidsuitgangspunten zijn overgenomen in een APV, een Algemene Plaatselijke Verordening. Voor terrassen blijft een vergunning nodig. Omdat terrassen, maar ook terrasboten een ruimtelijke impact hebben dienen de beleidsuitgangspunten aan te sluiten op dit bestemmingsplan. Daarom is voorzien in een 2e fase, waarbij de APV aangepast kan worden en het terrassen- en terrasbotenbeleid verder aangescherpt kan worden. Deze fase vindt plaats in de loop van 2012.
Ten aanzien van terrassen is een Uitvoeringsbeleid Terrassen opgesteld, in eerste instantie op basis van bestaand beleid. In de 2e fase wordt een nieuw uitvoeringsbeleid en een nieuwe terrassenkaart opgesteld, zodat goed aangesloten kan worden op het bestemmingsplan. Het proces loopt op het moment parallel aan het bestemmingsplan. Bij het proces wordt gecommuniceerd en afgestemd met een brede groep bewoners, horecaondernemers en winkeliers.
De terrassenkaart is opgenomen als bijlage in de toelichting van het bestemmingsplan. In de planregels voor de openbare ruimte; de bestemming Verkeer – Verblijfsgebied, is het gebruik ten behoeve van horecaterrassen wel mogelijk gemaakt.
Het gebruik van het water in het algemeen en door terrasboten, wordt geregeld in de Verordening Openbaar Gemeentewater Delft (VOGD). Deze zal de komende tijd nog worden aangepast. De uitgangspunten veranderen daarbij in principe niet. Voor de terrasboten is de gemeente voornemens een Uitvoeringsbeleid Terrasboten op te stellen. Daarin kunnen nadere eisen, bijvoorbeeld over het uiterlijk, worden opgenomen. Ook bij dit proces wordt gecommuniceerd en afgestemd met een brede groep bewoners, horecaondernemers en winkeliers.