direct naar inhoud van 9.2 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing
Plan: Bedrijventerreinen Delft Noord (DSM)
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0013-2002

9.2 Cultuurhistorisch waardevolle bebouwing

9.2.1 Bestaande situatie

Historie 
De ontwikkelingsgeschiedenis van het plangebied gaat terug tot de middeleeuwen. Het gebied behoort tot het middeleeuwse ontginningsgebied waarin Delft ontstond. De oude ontginningsverkaveling wordt gekenmerkt door een patroon van sloten evenwijdig aan de Kerstanje. Nog steeds is dat patroon herkenbaar aan tal van evenwijdige lijnen in de stedenbouwkundige structuur. Ter plaatse van een oudere ontginningsboerderij werd in 1435 het kasteel Altena gesticht. Van deze structuur is op het terrein-Oost van DSM nog een belangrijk restant aanwezig: het begin van de Laan van Alterna, de oude toegang naar bovengenoemd kasteel, die verder naar het westen een haakse bocht maakte. Dat deel heet nu de W.H. van Leeuwenlaan. Op oude afbeeldingen van de stad is te zien dat deze laan net ten noorden van de toenmalige stadsomwalling loodrecht op de Schie staat en dat de weg hierlangs een redelijke stedelijke lintbebouwing bezat. Na 1572 werd het noordelijke bolwerk aangelegd, waarvan de westelijke contour nog steeds aanwezig is in de begrenzing van het Kalverbos en de Watertorengracht. Latere veranderingen zijn: langs de zuidelijke rand van het plangebied de afschuining in 1930-1932 van de noordwestelijke stadsgrachten met de doorbraak van de Wateringsevest (in relatie met de tegelijkertijd gebouwde Reineveldbrug); meer naar het noorden de aantakking van het in 1993-1994 gegraven noordelijke deel van het Rijn-Schiekanaal. Het plangebied wordt sinds 1847 doorsneden door de spoorlijn Den Haag - Rotterdam. Aan het einde van het de 19e eeuw kreeg het bedrijventerrein van gist- en oliefabriek een spooraansluiting met een raccordement op eigen terrein. Voor rekening van beide bedrijven werd in 1914 een haven gegraven. De noordelijke helft van de haven en het terrein ten noorden ervan waren eigendom van de gistfabriek evenals een smalle strook grond langs de spoorlijn, achter Calvé langs, die de verbinding met het hoofdterrein vormde. Behalve Altena met bijbehorende bijgebouwen was er in het plangebied aanvankelijk slechts zeer incidenteel enige bebouwing langs de Schie. In 1869 werd de Nederlandse Gist- en Spiritusfabriek opgericht, in 1884 de Nederlandse Oliefabriek, later met de naam Calvé, ten noorden van de gistfabriek. Beide bedrijven breidden zich voortdurend uit, de Gistfabriek na 1945 ten westen van de spoorlijn op het gebied dat aanvankelijk nog voordat de uitbreiding van het Agnetapark was bedacht. Binnen de bedrijventerreinen trad in de loop der tijd een verdichting op, terwijl ook bestaande bebouwing veelvuldig werd vergroot of vervangen.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0013-2002_0034.png"

Figuur 32: Verkavelingsstructuur DSM en omgeving 1839 - 2004

Bestaande situatie
In de stedenbouwkundige structuur is de oude verkavelingsstructuur nog herkenbaar in de 'lijnen' evenwijdig aan de Kerstanje. De bebouwing varieert sterk in ouderdom. Op beide terreinen zijn, al dan niet in verbouwde staat, nog gebouwen aanwezig uit het laatste kwart van de 19e eeuw of het eerste kwart van de 20e eeuw die als industrieel erfgoed zijn te beschouwen. De aanwezigheid van bedrijventerrein is voor het gebied een belangrijk historisch gegeven dat op oostelijk terrein twee van de bekendste Delftse industriële bedrijven (DSM en Calvé) zijn ontstaan, gesticht door J.C. van Marken die landelijk vermaard werd door de stichting van het Agnetapark. Monumenten

In het plangebied liggen de volgende gemeentelijke monumenten:

  • Alexander Fleminglaan 1: centrale
  • Alexander Fleminglaan 1: grondstoffenloods
  • Alexander Fleminglaan 1: fabriek c
  • Alexander Fleminglaan 1: taplokaal
  • Alexander Fleminglaan 1: gebouwde oude ingang
  • Alexander Fleminglaan 1: laboratorium oost
  • Wateringseweg 4: Moniergebouw
  • Haagweg 125

Binnen het plangebied bevinden zich twee rijksmonumenten:

  • Wateringseweg 1: voormalig hoofdkantoor KNGSF en Calvé
  • De Lepelbrug (verbinding van Kalverbos naar Wateringseweg)

Cultuurhistorisch waardevolle gebieden
Op 2 februari 2011 zijn de beschermde stadsgezichten Nieuwe Plantage en het Agnetapark aangewezen. De woonbuurt Nieuwe Plantage ligt tussen de Watertorengracht en het Rijn-Schiekanaal, het Agnetapark ligt ten zuiden van het DSM-terrein. Het plangebied grenst aan het stadsgezicht Nieuwe Plantage. Een smalle strook grond langs het spoor ten zuiden van DSM is onderdeel van het Agnetpark en ligt binnen het beschermde stadsgezicht Agnetapark.

Het gebied rond de Altenahoeve maakt deel uit van de uitbreiding van het DSM-terrein en wordt herontwikkeld. Vanuit cultuurhistorisch oogpunt is dit gebied interessant vanwege de relatie met het voormalige kasteel Altena. Vanuit ruimtelijk perspectief is dit ook een waardevol ensemble van een boerderij, grachtenpartijen, wegaanleg en boomgaard.

Het gesloopte kasteel Altena was één van de versterkte huizen (''kastelen'') aan de westzijde van Delft. De locatie van het kasteel is een archeologische vindplaats. Hiervoor is in het bestemmingsplan een beschermende dubbelbestemming opgenomen. Dit is beschreven in de paragrafen hiervoor. Bovengronds zijn van de aanwezigheid van kasteel Altena alleen nog sporen zichtbaar. Het gaat om de structuur van de waterlopen: de zijarm van de Kerstanjewetering (boezemtak) en de omgrachting die de contour van het verdwenen gebouw suggereert.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0013-2002_0035.png"  
figuur: sloot en boezemtak (blauw)  

De waterlopen zijn vanuit de omgeving in zeer beperkte mate zichtbaar. Alleen het begin van de boezemtak is van buiten het terrein te zien. Gelet hierop zijn de watergangen in het bestemmingsplan niet vastgelegd. Daarbij is ook van belang dat het vastleggen van de bestaande boezemtak en waterloop de ontwikkelmogelijkheden beperkt. De waterlopen liggen midden op het terrein. Gelet op de beperkte zichtbaarheid van de waterlopen en het belang dat bestaat bij de ontwikkeling van het terrein, is ervoor gekozen om de watergangen niet dwingend in het bestemmingsplan vast te leggen.

De boerderij - de huidige Altenahoeve - is gezien de vorm en kapconstructie (mansardekap) van kort na 1900 (eerste decennium 20e eeuw). De stal is ingrijpend verbouwd in 1958 en - voor de huidige horecafunctie - in 1996. De hoeve heeft geen hoge waarde gelet op de architectuur en het gebouwtype.

9.2.2 Beleid en onderzoek

Beleidsnota Gezicht op gebouwd erfgoed Delft (2007)
In de nota staat hoe de gemeente in de periode 2007-2017 wil omgaan met de beschermde monumenten en waardevolle architectuur in Delft. Monumentenzorg rust op de vier pijlers, waarbij de eerste twee punten voor het plangebied met name van belang zijn:

  • 1. inventariseren: door inventariserend onderzoek de aanwezige bijzondere waarden van de stad in kaart brengen
  • 2. beschermen: met juridische instrumenten ervoor zorgen dat waardevolle objecten of gebieden beschermd worden
  • 3. instandhouden: zorgen voor een goed vergunningstelsel, handhaving en (nieuwe) financiële regelingen, zodat beschermde en waardevolle objecten en gebieden in goede staat blijven
  • 4. kennis delen: draagvlak en waardering krijgen voor het gebouwde erfgoed: stadspromotie, nationaal en internationaal

Het plangebied is onderwerp geweest van twee inventarisaties:

  • het Monumenten Inventarisatierapport 1800-1940 (MIP), uitgevoerd 1993-1995
  • de inventarisatie Wederopbouw 1940-1970, uitgevoerd 2005-2006

Uit de eerste inventarisatie zijn bij nadere selectie twee gebouwen door het Rijk aangewezen, de bovengenoemde Rijksmonumenten. Het vakteam MBK heeft onderzoek gedaan naar mogelijke waardevolle gebouwen op het Calvé-terrein. Hieruit en uit de MIP-inventarisatie zijn de volgende drie gebouwen als cultuurhistorisch waardevol te beschouwen:

  • Haagweg 125 (hoofdgebouw Van der Lee)
  • Wateringseweg 4 (Calvé-terrein) zogenaamd Moniergebouw
  • Wateringseweg 4 (Calvé-terrein) zogenaamd Ontvangstgebouw

Wateringseweg 4 (Moniergebouw) en Haagweg 125 zijn bij besluit van 10 november 2009 respectievelijk 15 februari 2011 aangewezen als gemeentelijk monument.

9.2.3 Conclusie

De in het plangebied aanwezige monumenten worden beschermd door de Monumentenwet respectievelijk de gemeentelijke monumentenverordening. In het bestemmingsplan zijn hiervoor geen aanvullende regels nodig. Voor de eerdergenoemde aanwezige cultuurhistorisch waardevolle gebouwen (3) wordt binnen de bestemming een sloopvergunningstelsel opgenomen.

De groenstrook langs het spoor is onderdeel van het beschermde stadsgezicht Agnetapark en cultuurhistorisch waardevol groen. Ter bescherming van de cultuurhistorische waarden is voor dit gebied een aanlegvergunningenstelsel opgenomen.