Plan: | Bomenwijk |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0503.BP0012-2001 |
Voor het plangebied geldt sinds 29 april 2008 het bestemmingsplan Noordoost dat is vastgesteld op 28 juni 2007 en goedgekeurd door Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland op 19 februari 2008. Het bestemmingsplan kent aan de gronden binnen het plangebied onder meer de volgende bestemmingen toe: "woondoeleinden", "gemengde doeleinden", "tuin", "voortuin", "verkeersdoeleinden 1", "openbaar groen" en "water". Tevens zijn binnen het plangebied aanduidingen van toepassing met betrekking tot ecologische zones, archeologie en leidingen.
Voor deelplan 1, het gebied Elzenlaan-Lindelaan is, vooruitlopend op het onderhavige bestemmingsplan, een vrijstellingsprocedure gevolgd, op basis waarvan de ontwikkeling van dit gebied in gang kon worden gezet. De betreffende vrijstelling wordt in dit bestemmingsplan overgenomen. Voor de overige deelplannen wordt dit bestemmingsplan het (eerste, bindende) planologisch-juridische plan dat in de herstructurering voorziet.
Waarom een nieuw bestemmingsplan?
Hoewel het vigerende bestemmingsplan van redelijk recente datum is, kon hierin niet volledig op de nieuwe ontwikkelingen, zoals die elders in deze toelichting worden beschreven, vooruit worden gelopen. De uitwerking van de ideeën voor de herstructurering is (op hoofdlijnen) na de vaststelling van het bestemmingsplan afgerond in de vorm van een masterplan. (In het masterplan wordt aangegeven wat de stedenbouwkundige en functionele uitgangspunten worden voor de te herstructureren wijk). En hoewel dit masterplan in beginsel uitgaat van de huidige stedenbouwkundige hoofdstructuur, wijkt het op onderdelen af van het vigerende bestemmingsplan. Om die reden is het nodig om voor de Bomenwijk tot een herziening van het bestemmingsplan te komen. Voor de overige delen van het plangebied Noordoost blijft het hiervoor genoemde vigerende plan geldend. In bestemmingsplan Noordoost is naast deelplan 1 een groter gebied opgenomen. Dit gebied is conserverend bestemd en zal ook niet wijzigen. Alleen deelplan 1 was opgenomen in bestemmingsplan Noordoost en is nu opgenomen in dit bestemmingsplan.
Op welke punten is de herstructurering in strijd met het vigerende bestemmingsplan?
De belangrijkste punten van strijd met het vigerende bestemmingsplan zijn:
1. De woontoren met supermarkt
Ter plaatse van de locatie van het voormalige partycentrum aan de Lindelaan is een woontoren met supermarkt gerealiseerd. Deze ontwikkeling is begin 2008 door middel van een ontwikkelingsplan en artikel 19 WRO procedure tot stand gekomen. De bedrijfsruimte bestaat heeft een hoogte van circa 5,5 m met daarboven een toren van 8 woonlagen en gedeeltelijk 1 woonlaag. Het plan voor dit complex wijkt af van het vigerende bestemmingsplan, onder andere omdat een deel ervan buiten het op de bestemmingsplankaart aangegeven bouwvlak komt te liggen en mede op gronden met bestemmingen voor verkeer en voor water is geprojecteerd. Daarnaast overschrijden delen van het complex de in het bestemmingsplan aangegeven maximale bouwhoogte.
2. Het haakblok met bedrijfsruimten
Langs de Elzenlaan is een L-vormig bouwblok voorzien. De korte zijde van 4 bouwlagen, aan de zijde van het pleintje, bestaat uit een bedrijfsruimte op de begane grond en woningen op de overige bouwlagen. De lange zijde van 3 bouwlagen, aan de zijde van de Elzenlaan, bestaat uit appartementen. Onder het gehele bouwblok komt een ondergrondse parkeergarage met bergingen ten behoeve van de woningen. De in- en uitrit van de parkeergarage bevindt zich aan de noordoost-zijde van het bouwblok, in de Goudenregenlaan.
Het plan voor dit complex wijkt af van het vigerende bestemmingsplan, onder andere omdat een deel ervan buiten het op de bestemmingsplankaart aangegeven bouwvlak komt te liggen en mede op gronden met bestemmingen voor verkeer en (voor)tuin is geprojecteerd.
3. De overige planonderdelen
Voor de andere planonderdelen gelden dezelfde strijdigheden als hiervoor genoemd. Op een aantal punten worden bouwvlakken en/of bestemmingsgrenzen door de nieuwe bebouwing overschreden, en in bepaalde gevallen ook de maximum bouwhoogte. Daarnaast stemt de herinrichting van openbare ruimten niet op alle punten overeen met de plankaart en de voorschriften van het bestemmingsplan.
Behalve deze strijdigheden is het - met het oog op de gefaseerde ontwikkeling - wenselijk om ten aanzien van woningtypen grotere bestemmingsplanmatige flexibiliteit te bieden dan in het vigerende bestemmingsplan.