direct naar inhoud van Artikel 3 Gemengd - 1
Plan: Bomenwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0012-2001

Artikel 3 Gemengd - 1

3.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Gemengd - 1' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

3.2 Bouwregels
3.2.1 Bouwwerken, binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van Artikel 19 en de volgende bepalingen:

  • a. het aantal bouwlagen waarin gebouwd mag worden mag maximaal met 1,2 m worden overschreden door vergrotingen van het gebouw en dakterrasafscheidingen en voorzieningen voor de betreding van een dakterras.
3.2.2 Bouwwerken, buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van Artikel 19 en de volgende bepalingen:

3.3 Specifieke gebruiksregels
3.3.1 Milieucategorie

De in lid 3.1, sub b genoemde functie is uitsluitend toegestaan voor zover zij behoort tot categorie 1 van de LvB, met uitzondering van de bedrijven die in de LvB een kader om de categorie hebben.

3.3.2 Verticale bestemming

De in lid 3.1, sub b t/m g genoemde functies zijn slechts toegestaan op de begane grond.

3.3.3 Gebruiksverbod

Niet toegestaan zijn:

3.3.4 Aan-huis-gebonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Aan-huis-gebonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, voor zover:

3.4 Afwijken van de gebruiksregels
3.4.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 3.3.1 om functies uit categorie 2 van de LvB mogelijk te maken met uitzondering van bedrijven die in de LvB een kader om de categorie hebben;
  • b. het bepaalde in lid 3.3.1 om functies toe te laten die niet genoemd worden in de LvB;
3.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag verleent de in lid 3.4.1, sub a en b genoemde omgevingsvergunning indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie 1 en indien de kwaliteit van leefomgeving niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, groen, mobiliteit, en economisch functioneren.

3.4.3 Voorwaarden omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag verleent de in lid 3.4.1, sub c genoemde omgevingsvergunning, indien de ruimtelijke kwaliteit niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan de relatie tot de openbare ruimte en belendende percelen, groen en mobiliteit.

3.4.4 Afwijken gebruiksverbod

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 3.3.3 voor het uitoefenen van een seksinrichting, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. binnen het gehele gemeentelijke grondgebied zijn maximaal 2 seksinrichtingen toegestaan;
  • b. binnen een straal van 250 m vanaf NS-stations en binnen een straal van 50 m vanaf gebedshuizen en scholen zijn seksinrichtingen niet toegestaan;
  • c. de afstand tussen de seksinrichting en de dichtstbijzijnde woning van een derde dient minimaal 10 m te bedragen;
  • d. de onderlinge afstand tussen de 2 seksinrichtingen dient minimaal 50 m te bedragen;
  • e. ten behoeve van de seksinrichting dient in voldoende mate in parkeergelegenheid voor de bezoekers te zijn voorzien;
  • f. een seksinrichting in de vorm van een raamprostitutiebedrijf is niet toegestaan.