direct naar inhoud van Artikel 12 Wonen - 2
Plan: Bomenwijk
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0012-2001

Artikel 12 Wonen - 2

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen - 2' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

12.2 Bouwregels
12.2.1 Bouwwerken, binnen het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken binnen het bouwvlak gelden de regels van Algemene bouwregels en de volgende bepalingen:

  • a. het oprichten van woningen en andere geluidsgevoelige functies is slechts toegestaan indien de woningen/gebouwen voorzien zijn van een dove gevel, tenzij:
    • 1. de woningen/gebouwen voldoen aan de door het bevoegd gezag door middel van een stap 3-besluit stad en milieu (zie bijlage 3 van deze regels) vastgestelde hogere grenswaarde, of;
    • 2. de woningen/gebouwen voldoen aan de door het bevoegd gezag vastgestelde hogere grenswaarde (voor rail- en wegverkeerslawaai) en de woningen niet meer dan 55 dB aan industrielawaai op de gevel van de hoofdmassa hebben, of;
    • 3. de woningen voldoen aan de voorkeursgrenswaarde van 48 dB.
  • b. het aantal bouwlagen waarin gebouwd mag worden mag met maximaal 1,2 m worden overschreden door vergrotingen van het gebouw en dakterrasafscheidingen en voorzieningen voor de betreding van een dakterras.
  • c. een gebouw is slechts toegestaan indien tenminste het gedeelte van het bouwvlak dat is voorzien van de aanduiding 'gevellijn' aaneengesloten wordt bebouwd, waarbij voor dit gedeelte van het bouwvlak tevens geldt dat exact het aantal bouwlagen moet worden gebouwd zoals is aangeduid.
12.2.2 Bouwwerken, buiten het bouwvlak

Voor het bouwen van bouwwerken buiten het bouwvlak gelden de regels van Algemene bouwregels en de volgende bepalingen:

12.3 Specifieke gebruiksregels
12.3.1 Ingebruikname gebouwen

De ingebruikname van de gebouwen, indien en voor zover het betreft de woonfunctie of andere (toegelaten) geluidgevoelige functies is slechts toegestaan dan nadat de vereiste geluidcompensatie in de vorm van een geluidluwe buitenruimte als bedoeld in Artikel 6 van dit plan is gerealiseerd.

12.3.2 Milieucategorie

De uitoefening van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn uitsluitend toegestaan voor zover zij behoren tot categorie 1 van de LvB, met uitzondering van de bedrijven die in de LvB een kader om de categorie hebben.

12.3.3 Gebruiksverbod

Niet toegestaan zijn:

  • a. de opslag en/of verkoop van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
  • b. seksinrichtingen;
  • c. geluidsgevoelige functies, anders dan genoemd in lid 1;
  • d. voorzieningen voor niet zelfredzame personen of beperkt zelfredzame personen ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van wonen uitgesloten - beperkte zelfredzaamheid';
12.3.4 Aan-huis-gebonden beroep en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

Aan-huis-gebonden beroepen en/of kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten zijn toegestaan, voor zover:

12.4 Afwijken van de gebruiksregels
12.4.1 Omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van:

  • a. het bepaalde in lid 12.3.1 indien is voorzien in een andere wijze van geluidcompensatie dan in lid 12.3.1 is vermeld;
  • b. het bepaalde in lid 12.3.2 om functies uit categorie 2 van de LvB mogelijk te maken met uitzondering van bedrijven die in de LvB een kader om de categorie hebben;
  • c. het bepaalde in lid 12.3.2 om functies toe te laten die niet genoemd worden in de LvB;
12.4.2 Voorwaarden omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag verleent de in lid 12.4.1, sub a en b genoemde omgevingsvergunning indien deze naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm alsmede getoetst aan de aangegeven maatgevende milieuaspecten) geacht kunnen worden te behoren tot categorie 1 en indien de kwaliteit van leefomgeving niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan: sociale veiligheid, groen, mobiliteit, en economisch functioneren.

12.4.3 Voorwaarden omgevingsvergunning

Het bevoegd gezag verleent de in lid 12.4.1, sub c genoemde omgevingsvergunning, indien de ruimtelijke kwaliteit niet nadelig wordt beïnvloed. In de beoordeling wordt aandacht besteed aan de relatie tot de openbare ruimte en belendende percelen, groen en mobiliteit.

12.4.4 Afwijken gebruiksverbod

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.3.3 voor het uitoefenen van een seksinrichting, met in achtneming van de volgende bepalingen:

  • a. binnen het gehele gemeentelijke grondgebied zijn maximaal 2 seksinrichtingen toegestaan;
  • b. binnen een straal van 250 m vanaf NS-stations en binnen een straal van 50 m vanaf gebedshuizen en scholen zijn seksinrichtingen niet toegestaan;
  • c. de afstand tussen de seksinrichting en de dichtstbijzijnde woning van een derde dient minimaal 10 m te bedragen;
  • d. de onderlinge afstand tussen de 2 seksinrichtingen dient minimaal 50 m te bedragen;
  • e. ten behoeve van de seksinrichting dient in voldoende mate in parkeergelegenheid voor de bezoekers te zijn voorzien;
  • f. een seksinrichting in de vorm van een raamprostitutiebedrijf is niet toegestaan.