direct naar inhoud van 7.1 Bovengronds (verkeer en vervoer)
Plan: Simonsstraat 103
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0503.BP0010-2007

7.1 Bovengronds (verkeer en vervoer)

7.1.1 Autoverkeer
7.1.1.1 Bestaande situatie

Het plangebied is gelegen in de wijk Wippolder. De direct aanliggende wegen zijn de Simonsstraat en de Prins Mauritsstraat. Dit zijn woonstraten waar een maximum snelheid geldt van 30km/u. De intensiteit op deze wegen is erg laag en het verkeer dat er rijdt heeft een herkomst of bestemming in de directe nabijheid van het plangebied.

Dit deel van de wijk Wippolder wordt ontsloten door een gebiedsontsluitingsweg (Delfgauwseweg) en een wijkontsluitingsweg (Julianalaan).

De huidige functie van het pand is een sportschool. De verkeersaantrekkende werking van de sportschool is met name in de avond.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0010-2007_0001.jpg"

figuur 1: overzicht van de wegencategorisering nabij het plangebied

7.1.1.2 Beleid en onderzoek

Leidend is het in juni 2005 vastgestelde LVVP. Hierin is het verkeersbeleid voor de middellange termijn vastgelegd, waarbij het accent is gelegd op:

  • 1. maatregelen ter stimulering van fietsgebruik en openbaar vervoer;
  • 2. maatregelen voor de doorgaande noordzuid- en oostwestroutes voor autoverkeer, zodat deze vooral worden gebruikt door in- en uitgaand verkeer, en zodat het doorgaande verkeer wordt ontmoedigd hier gebruik van te maken;
  • 3. het opvangen van de mobiliteitseffecten van nieuwe stedelijke ontwikkelingen op de interne en externe bereikbaarheid van de stad.
7.1.1.3 Gewenste ontwikkeling

Doordat de functie van de kavel van sportschool naar woonfunctie gaat, is de verwachting dat de verkeersaantrekkende werking zal afnemen. Gemiddeld genomen kan er van worden uitgegaan dat per etmaal 3,5 verkeersbeweging per woning zal plaatsvinden. Dit is lager dan bij een sportschool, omdat daar sprake is van lesuren welke steeds nieuwe mensen aantrekt.

7.1.2 Langzaam verkeer (fietsers en voetgangers)
7.1.2.1 Bestaande situatie

Het plangebied is gelegen in een woonwijk. De nadruk in het gebied ligt bij de langzame verkeersdeelnemer.

De functie sportschool trekt uiteraard ook langzaam verkeer aan. Er zijn echter voldoende voorzieningen getroffen dit verkeer in goede banen te leiden.

7.1.2.2 Beleid en onderzoek

Het beleid voor langzaam verkeer is vastgelegd in het Fietsactieplan II (2005-2010), vastgesteld in juni 2005. Het Fietsactieplan II (Fap-II) is de opvolger van het Fietsactieplan I (1999), en is zowel een voortzetting als een uitbreiding van het eerste fietsactieplan. Er wordt gestreefd het fietsgebruik te stimuleren, de fiets een serieus alternatief te maken voor de auto en zo ook een bijdrage te leveren aan de bereikbaarheid van de stad, zodat Delft kan behoren tot de beste fietssteden van Nederland.

afbeelding "i_NL.IMRO.0503.BP0010-2007_0002.jpg"
figuur 2: Hoofd-fietsnetwerk (uit het Fap- II)


Het Fap-II past binnen het bredere LVVP. Het LVVP bevat verschillende maatregelen voor het langzaam verkeer die verband hebben met de bestemmingen op de plankaart:

  • de wegcategorisering in het LVVP leidt tot toename van erftoegangswegen, waar een grotere mate van veiligheid voor voetgangers mogelijk is,
  • binnen het project 'Kinderen veiliger door Delft' worden zogenaamde 'Kindlinten' gerealiseerd: routes waarlangs kinderen zelfstandig, veilig én prettig naar allerlei opvang, onderwijs en vrijetijdsvoorzieningen kunnen lopen en fietsen,
  • het project 'Voetgangersroute' beoogt de verkeersveiligheid van ouderen te bevorderen, waarbij bijvoorbeeld belangrijke looproutes voor de doelgroep aan bod komen.

Tot de gebruikte richtlijnen voor het ontwerpen van voorzieningen voor langzaam verkeer behoren onder andere de ontwerprichtlijnen voor de toegankelijkheid van gehandicapten en minder validen.

7.1.2.3 Gewenste ontwikkeling

De gewenste ontwikkeling heeft geen noemenswaardige invloed op langzaam verkeerroutes.

7.1.3 Parkeren
7.1.3.1 Bestaande situatie

In de huidige situatie is een sportschool op het perceel gelegen. De parkeernorm voor de functiecategorie 'dansstudie/sportschool' bedraagt 2,0 – 3,0 parkeerplaatsen per 100 m² bvo. Er wordt uitgegaan van de gemiddelde parkeernorm, tenzij er gegronde reden is om hiervan af te wijken. De parkeerbehoefte bedraagt 2,5 /100 x 670 = 16,8 = 17 parkeerplaatsen.

Doordat het een sportschool betreft zal de meeste activiteit in de avond plaatsvinden. De vraag naar parkeren is dan ook het grootst.

7.1.3.2 Beleid en onderzoek

Het beleid over parkeren en stallen van Delft is in 2003 vastgesteld in de Nota 'Parkeren en Stallen'. Deze is in 2006 en 2009 geactualiseerd. De essentie van het beleid is dat voor nieuwe ontwikkelingen (zoals nieuwbouw en herontwikkeling) voldoende parkeerplaatsen gerealiseerd moeten worden om parkeerproblemen in de omgeving te voorkomen.

De Nota Parkeren en Stallen legt vast hoeveel parkeerplaatsen noodzakelijk zijn afhankelijk van het type functie. De nota geeft hiervoor parkeernormen, welke zijn gedifferentieerd naar de binnenstad, schilgebied rond de binnenstad en overig gebied. Deze parkeernormen zijn gebaseerd op kencijfers van het kennisinstituut CROW. Deze kencijfers zijn opgesteld aan de hand van parkeeronderzoeken door het hele land en zijn landelijk en juridisch geaccepteerd als realistisch en betrouwbaar.

Voor woningen heeft Delft eigen normen vastgesteld. Deze kennen een differentiatie naar type woningen, zoals dat voor Delft gewenst is.

Ook voor het parkeren van fietsen zijn normen vastgesteld. Voor nieuwbouw van woningen is in de Nota Parkeren en Stallen de volgende stallingsnorm voor fietsen en scootmobielen gesteld:

  • per woning moet tenminste één, vanaf de straat toegankelijke afsluitbare bergruimte aanwezig zijn, waarvan de vloeroppervlakte ten minste 3,5 m² is en waarvan de breedte ten minste 1,5 meter is. De hoogte boven het vloeroppervlak moet ten minste 2,1 meter zijn. De drempelhoogte is maximaal 20 mm; óf,
  • per woning moet ten minste één stallingsmogelijkheid voor 2 fietsen aanwezig zijn in een gemeenschappelijk overdekte stallingsvoorziening maximaal 50 meter van de woning, die in ieder geval vanaf de straat bereikbaar is.

Bewoners van oudere woningen die geen stallingsmogelijkheid op eigen grond hebben, kunnen een aanvraag indienen voor een fietstrommel.

7.1.3.3 Gewenste ontwikkeling

De nieuwe functie wordt wonen. De parkeernorm voor de functiecategorie 'woning vrije sector midden/laag' bedraagt in de schil 1,5 parkeerplaatsen per woning. Door bovenstaande parkeernorm te vermenigvuldigen met het aantal appartementen, wordt het benodigde aantal parkeerplaatsen verkregen: 7 x 1,5 = 10,5 = 11 parkeerplaatsen.

Rekening houdend met het feit dat in het verleden een sportschool gezeteld was in het plangebied en rekening houdend dat de parkeervraag hoger was voor die functie, kan worden aangenomen dat de invloed van de nieuwe ontwikkeling geen negatieve gevolgen heeft.