4.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Detailhandel - Woonboulevard' aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
detailhandel in volumineuze goederen met als thema 'in en om het huis' alsmede voor de verkoop van een nevenassortiment, mits het nevenassortimentsdeel niet meer bedraagt dan 20% van het netto winkelverkoopvloeroppervlak én een maximale oppervlakte heeft van 500 m²;
-
ter plaatse van de aanduiding 'kantoor' tevens voor zelfstandige kantoren;
-
ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van bedrijf - afwijkende functie' tevens voor de functies zoals opgenomen in BIJLAGE 3 - Afwijkende functie;
-
ter plaatse van de aanduiding 'bedrijf tot en met categorie 2 tevens voor bedrijven zoals opgenomen in BIJLAGE 4 - Bedrijven binnen de bestemming 'Detailhandel - Woonboulevard'';
-
één bedrijfswoning ter plaatse van de aanduiding 'bedrijfswoning';
-
internethandel alsmede een daarbij behorende afhaalloket, mits dit afhaalloket niet meer bedraagt dan 15% van het bruto vloeroppervlak én een maximale oppervlakte heeft van 50 m²;
-
standplaatsen voor ambulante handel;
met daarbij behorende:
-
kantoren behorende bij een bedrijf met een maximum bruto vloeroppervlakte van 50% van de totale bruto vloeroppervlakte én een maximale oppervlakte van 2.000 m²;
-
ondergeschikte horeca-activiteiten ten behoeve van de functie zoals opgenomen onder a alsmede in de vorm van een bedrijfsrestauratie/ kantine ten behoeve van de functies onder b en c, met een maximum bruto vloeroppervlakte van 10% van de totale bruto vloeroppervlakte én een maximale oppervlakte van 250 m²;
-
bij deze bestemming behorende voorzieningen: zoals groenvoorzieningen, (fiets)parkeervoorzieningen, straatmeubilair, water, (ontsluitings)wegen, doeleinden van openbaar nut, laad- en losvoorzieningen, inzamelvoorzieningen voor afvalstoffen en andere vergelijkbare voorzieningen.
4.2 Bouwregels
4.2.1 Gebouwen
Voor het bouwen van gebouwen gelden de volgende bepalingen:
-
gebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
-
de bouwhoogte mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' of de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' is aangegeven;
-
het bouwperceel mag voor 100% bebouwd worden, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m) en maximum bebouwingspercentage (%)' een ander maximaal bebouwingspercentage is aangegeven;
-
de afstand van gebouwen tot de zij- en achterperceelsgrens bedraagt ten minste 1,5 meter;
-
indien gebouwen op een bouwperceel niet aaneen worden gebouwd, geldt een onderlinge afstand van tenminste 3 meter.
4.2.2 Bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
-
de goot- en bouwhoogte mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 6 m en 10 m;
-
de inhoud van bedrijfswoningen mag niet meer bedragen dan 500 m3.
4.2.3 Bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen
Voor het bouwen van bijbehorende bouwwerken bij bedrijfswoningen gelden de volgende bepalingen:
-
de oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 50 m2;
-
bijbehorende bouwwerken dienen minimaal op 1 meter achter (het verlengde van) de voorgevel van de bedrijfswoning te worden gebouwd;
-
de goot- en bouwhoogte van bijbehorende bouwwerken mogen niet meer bedragen dan respectievelijk 3,5 meter en 5 meter, met uitzondering van de goothoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken welke niet meer mag bedragen dan 0,3 meter boven de bovenkant van de scheidingsconstructie met de eerste verdieping van de bedrijfswoning;
-
indien het aangebouwde bijbehorende bouwwerk wordt voorzien van een kap dan mag de bouwhoogte niet meer bedragen dan de onderkant van het raamkozijn van het raam op de eerste verdieping;
-
een bijbehorend bouwwerk, niet zijnde een vrijstaand bijbehorend bouwwerk, mag worden gebouwd tot op een afstand van niet meer dan 3 meter van de bedrijfswoning;
-
in afwijking van het bepaalde in sub b gelden voor carports en garages de volgende bepalingen:
-
de oppervlakte mag niet meer bedragen dan 20 m2;
-
de breedte mag niet minder bedragen dan 3 meter;
-
voor de realisatie van de benodigde uitwegconstructie mag geen parkeerplaats of boom worden opgeheven in het openbaar gebied.
4.2.4 Bouwwerken, geen gebouw zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouw zijnde, gelden de volgende bepalingen:
-
de bouwhoogte van erf- en terreinafscheidingen mag niet meer bedragen dan 3 meter ;
-
de bouwhoogte van vlaggenmasten, reclamemasten en reclameborden mag niet meer bedragen dan 6 meter;
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouw zijnde mag niet meer dan 3 meter bedragen.
4.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder d en onder e en toestaan dat een kortere afstandsmaat wordt gebruikt, mits de brandveiligheid dit toelaat.
4.4 Specifieke gebruiksregels
-
Bij het oprichten of uitbreiden van gebouwen of het veranderen van gebruik dient de inrichting van elk perceel zodanig te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is om zowel het parkeren als het laden en lossen op eigen terrein te kunnen afwikkelen. Er dient voorzien te zijn in voldoende parkeeraccommodatie conform de parkeernormen welke zijn opgenomen in BIJLAGE 5 - Nota Parkeernormen 2006;
-
Bij het oprichten of uitbreiden van gebouwen of het veranderen van gebruik dient de inrichting van elk perceel zodanig te zijn dat voldoende ruimte aanwezig is voor het parkeren van fietsen. Er dient voorzien te zijn in voldoende plaatsen voor het parkeren van fietsen conform de fietsparkeernormen welke zijn vastgesteld door het CROW;
-
Onder gebruik in strijd met de bestemming als bedoeld in artikel 2.1, lid 1, sub c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht wordt in ieder geval verstaan:
-
risicovolle inrichtingen;
-
zelfstandige kantoorvestigingen, anders dan ter plaatse van de aanduiding 'kantoor';
-
opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk;
-
geluidzoneringsplichtige inrichtingen;
-
opslag van goederen voor de voorgevel of het verlengde daarvan;
-
opslag en stort van goederen op onbebouwde gronden binnen 3 m vanaf de grens met de bestemming Water.
4.5 Afwijken van de gebruiksregels
Bij een omgevingsvergunning kan worden afgeweken van het bepaalde in:
-
lid 4.1 sub a ten behoeve van een gemakswinkel, mits de maximale oppervlakte niet meer bedraagt dan 200 m2 met dien verstande dat de omgevingsvergunning slechts verleend mag worden, indien voldoende parkeergelegenheid aanwezig is conform de parkeernormen welke zijn opgenomen in BIJLAGE 5 - Nota Parkeernormen 2006, voldoende plaatsen voor het parkeren van fietsen aanwezig zijn conform de fietsparkeernormen welke zijn vastgesteld door het CROW en een adequate afwikkeling van het verkeer is verzekerd.
-
lid 4.1 ten behoeve van de uitoefening van een beroep of het beroepsmatig verlenen van diensten op administratief, educatief, juridisch, medisch, therapeutisch, kunstzinnig, culinair, ontwerp-technisch of hiermee gelijk te stellen gebied op de verdieping, met dien verstande dat:
-
de oppervlakte niet meer bedraagt dan 500 m2;
-
de belangen van de omliggende bedrijven en functies niet onevenredig worden aangetast;
-
de omgevingsvergunning slechts verleend mag worden, indien voldoende parkeergelegenheid aanwezig is conform de parkeernormen welke zijn opgenomen in BIJLAGE 5 - Nota Parkeernormen 2006, voldoende plaatsen voor het parkeren van fietsen aanwezig zijn conform de fietsparkeernormen welke zijn vastgesteld door het CROW en een adequate afwikkeling van het verkeer is verzekerd.
-
lid 4.4sub a ten behoeve van het realiseren van parkeervoorzieningen anders dan op eigen terrein, met dien verstande dat de omgevingsvergunning slechts verleend mag worden, indien voldoende parkeergelegenheid aanwezig is conform de parkeernormen welke zijn opgenomen in BIJLAGE 5 - Nota Parkeernormen 2006 en een adequate afwikkeling van het verkeer is verzekerd.
4.6 Wijzigingsbevoegdheid
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen ten behoeve van het verwijderen van de aanduidingen 'bedrijf tot en met categorie 2', 'kantoor', specifieke vorm van bedrijf - afwijkende functie' en 'bedrijfswoning', mits de betreffende bedrijfsactiviteiten duurzaam zijn beëindigd.