a. Tot een strijdig gebruik van gronden wordt in elk geval gerekend het gebruik voor het storten van puin of afvalstoffen; opslag van gerede of ongerede goederen, zoals vaten, kisten, bouwmaterialen, werktuigen, machines en onderdelen hiervan; opslag van onklare voer- en vaartuigen of onderdelen hiervan.
b. Het is verboden de in hoofdstuk 2 bedoelde gronden en bouwwerken te gebruiken en/of te doen en/of laten gebruiken en/of in gebruik te geven op een wijze of tot een doel strijdig met de aan de grond gegeven bestemming, zoals die nader is aangeduid in de bestemmingsomschrijving.