direct naar inhoud van 4.5 Ruimtelijke structuur en kwaliteit
Plan: Vesting
Status: onherroepelijk
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.Vesting-0140

4.5 Ruimtelijke structuur en kwaliteit

De enigszins dorpse, middeleeuwse structuur van Brielle, met de karakteristieke ontginningslijnen, het patroon van dwars- en achterstraten en de open ruimten, is vrij gaaf bewaard gebleven. De belangrijkste elementen die de stedenbouwkundige structuur van Brielle bepalen zijn:

  • de langs de Goote aangelegde oostelijke dijk van de Polder Groot Oosterland; thans de Nobelstaat en de Voorstraat (de hogere ligging van de Nobelstaat en Voorstraat ervaart men nog steeds onder meer in de helling van de Koopmanstaat tussen het Wellerondom en de Markt);
  • de voormalige polderweg, de Langestraat, de verbinding tussen de haven van Brielle en het duingebied van Oostvoorne en de grens tussen Brielle en Maerlant en lange tijd fungerend als marktterrein;
  • de haven van Maerlant en flankerende straten die het derde element vormen.

Onderstaand komen de kenmerken die in ruimtelijke zin in het bijzonder voor de binnenstad van Brielle karakteristiek zijn aan de orde. Deze zullen per gebied worden behandeld. Daarnaast bepalen de vestingwerken het beeld van de stad.

Algemeen

Aan de aanwijzing tot beschermd stadsgezicht ligt een uitvoerig onderzoek naar de cultuurhistorische betekenis van de vesting Brielle door de Rijksdienst voor de Monumentenzorg ten grondslag.

De beschrijving bij die aanwijzing is een weerslag van dit onderzoek. In de beoordeling van de binnenstad vindt men de belangrijkste motieven tot aanwijzing terug (zie hoofdstuk 2).

Genoemde beoordeling heeft bouwstenen aangedragen voor het te voeren beleid en heeft zijn weerslag gevonden in het voorgaande en voorliggende bestemmingsplan. Brielle heeft als historische binnenstad een aantal karakteristieke kenmerken die het met veel andere binnensteden gemeen heeft. Bijvoorbeeld de overwegend kleine schaal van de bebouwing (enkele elementen zoals bijvoorbeeld de St. Catharijnekerk en het Arsenaal domineren sterk door hun grote bouwmassa), de opeenvolging van een aantal kleine breedtematen in een gevelwand en een woonblok (parcellering), de grote variatie in de bebouwing waar geen twee panden gelijk zijn en de grote verscheidenheid van functies die kenmerkend is voor een historische stadskern.

Karakteristiek van de stedelijke ruimten

Nobelstraat, Voorstraat

De Nobelstraat, ruimtelijk besloten door gebogen straatwanden, vertoont naar de Markt toe een nauwer profiel, dat wordt geaccentueerd door een iets hogere en bredere bebouwing. Vooral de breedte van de panden in de nabijheid van de Markt is opvallend.

Hier bevinden zich voorname, kolossale panden, die het verdienen zorgvuldig behandeld te worden, zodat zij ook in deze tijd nog gehandhaafd kunnen worden en een nuttige functie krijgen.

Men treft hier naast wat punt-, tuit- en trapgevels vooral lijstgevels aan. Een aantal zeer monumentale achttiende-eeuwse gevels zijn gelegen aan de noordzijde van deze straat.

In het verlengde van de Nobelstraat ligt de Voorstraat. Deze wordt gekenmerkt door zijn lengte, die enigszins wordt gebroken doordat er een flauwe bocht in zit. Het profiel is vrij breed. Hier vindt men ook vele lijstgevels, waar Brielle zo rijk aan is.

Beide straten waren vroeger dijken, wat een verklaring vormt voor hun gebogen vorm.

Maarland

Het Maarland, de voormalige haven, vormt een zeer grote ruimte met brede bemuurde kaden, aan het eind begrensd door de sloepenloods. De bebouwing van de westzijde bestaat voornamelijk uit punt- en tuitgevels, terwijl de oostzijde een zeer gevarieerd beeld vertoont van punt-, tuit-, lijst- en trapgevels.

Het beeld wordt afgerond door een groot aantal hardstenen stoepen met stoeppalen en smeedijzeren hekwerken.

Deze toch wel vrij "stenen" ruimte wordt tevens begeleid door de beeldbepalende bomen die langs de kade staan.

Langestraat, Wellerondom en Koopmanstraat

De Langestraat is al zeer vroeg in de historie van Brielle aanwezig. Omdat het een voormalige polderweg is, is deze vrij recht maar krijgt toch aan het einde toe (Wellerondom) een nauwer profiel. In laatstgenoemd deel zijn aan de westzijde puntgevels en aan de oostzijde lijstgevels te vinden.

Hier zijn ook nog hardstenen stoepen en smeedijzeren hekwerken aanwezig. Het andere einde van deze straat wordt gevormd door historisch gezien weinig interessante bebouwing uit de vijftiger jaren. In het gebied tussen Langestraat, Asylplein, Raas en Kaatsbaan bevinden zich in het terrein resten van het middeleeuwse hof van de heren van Voorne.

Vanuit de Langestraat komt men op het Wellerondom, een schitterend driehoekig pleintje, ontstaan door de ontmoeting van twee verkavelingsrichtingen.

Het pleintje wordt begrensd door smalle panden die zijn voorzien van lijstgevels. Midden op dit pleintje staat nog een fraaie oude pomp. Vanaf hier komt men in de Koopmanstraat die oploopt naar de vroegere dijk, thans de Voorstraat. Ook hier zijn weer lijstgevels en een fraaie hardstenen stoep met stoeppalen langs het stadhuis aanwezig.

Markt, Vischstraat en Kaaistraat

De Markt, ontstaan door het afbranden van een pand, is een rechthoekig plein. De bebouwing met voornamelijk smalle panden wordt sterk overheerst door het stadhuis en het pand van de Koninklijke Marechaussee, thans in gebruik als café de Hoofdwacht, hiertegenover. Onder de Markt zouden nog resten van een vermoedelijk middeleeuws stenen tuin van de heren van Voorne liggen.

De gevelwanden van de Markt en de Vischstraat lopen in elkaar over. De Vischstraat en de Kaaistraat lopen af naar de stadswal en geven een zeer gevarieerd beeld aan gevels.

Rozemarijnstraat, Venkelstraat en Kaatsbaan

Dit zijn typische achterstraten, die vroeger als bedieningsstraat fungeerden. In deze straten waren nauwelijks woningen aanwezig; de ruimte werd vooral gebruikt voor opslag, koetshuizen, garages en kleine bedrijven. In de afgelopen jaren zijn in deze straten nieuwe woningen gerealiseerd. Voor een deel grenzen open tuinen aan deze straten; in dat geval worden de tuinen afgesloten door tuinmuren. De achterstraten geven zo een sterk afwisselend beeld van bebouwing en groen. Vanaf de Rozemarijnstraat is daarnaast nog een aantal monumentale achtergevels te zien.

St. Catharijnehof en Asylplein

Dit zijn beide groene ruimten midden in de stad. Op het St. Catharijnehof staat de kerk. Heel opmerkelijk is het stukje bebouwing aan de noordoostzijde, grenzend aan de Langestraat. Dit is één van de weinige plaatsen in Brielle, waar de historische bebouwing langskappen heeft.

Het Asylplein is een groene veelhoekige ruimte, voorzien van een bomenlaan. Het plein wordt begrensd door de huizen van het Zeemansasyl, die qua schaal hier goed passen, en door losse bebouwing en tuinmuren. In de grond zouden zich nog overblijfselen van de middeleeuwse kerk van Maerlant bevinden.

Turfkade, Lijnbaan, Scharloo en Slagveld

In dit gebied speelde zich vanouds een belangrijk deel van de havenfuncties van Brielle af. In tegenstelling tot het Maarland waar de patriciërshuizen werden gebouwd, hebben Turfkade, Lijnbaan, Scharloo en Slagveld altijd meer een werk- en overslagfunctie vervuld. Hiervan getuigen nog de pakhuizen die veelvuldig in het gebied voorkomen. De bebouwing is deels minder imposant en deels bescheidener van architectuur en schaal dan aan de Maarlandse Haven. Genoemd dienen te worden Arsenaal, Infirmerie en de bebouwing aan de kop van de Maarlandsehaven. Het terrein tussen het Slagveld en de vestingwallen is historisch gezien nog maar korte tijd bebouwd. In de 19e eeuw vestigde zich hier een aantal grootschalige industrieën zoals de kalkfabriek en de gasfabriek. Het Slagveld, hoewel liggend binnen de wallen, heeft altijd het karakter gehad van een gebied dat buiten de binnenstad lag. Waar aan de Turfkade, de Lijnbaan en het Scharloo sprake is van een gesloten gevelwand met een duidelijke parcellering, is dit over grote delen van het Slagveld niet het geval geweest. De niet bebouwde delen in de wand langs het Slagveld zijn thans op een passende wijze ingevuld door het Catharinagasthuis en het nieuwe stadskantoor.

Open achtererven

Karakteristiek voor de oudere delen van de vesting zijn de open achtererven. Gelukkig zijn deze niet, zoals veelal in andere oude binnensteden het geval is, langzamerhand dichtgeslibd met bebouwing doch "open" gebleven. Dit levert zeer mooie binnentuinen op, die zo kenmerkend zijn voor oude steden. Het verdient zeker de aandacht deze zo te houden en aantasting door bijvoorbeeld het kappen van karakteristieke bomen of het in te ruime mate bebouwen en verharden van deze terreinen te voorkomen. De zorg voor karakteristieke beplanting geldt overigens niet alleen voor de tuinen maar voor de hele vesting.

Meer recent ingevulde gebieden

De voormalige kerkelijke gebieden van de parochies van Brielle en Maerlant zijn lange tijd onbebouwd gebleven. Met name in de 20e eeuw zijn deze gebieden ingevuld met zowel woningbouw als andere functies.

De invullingen met woningbouw vonden met name plaats aan de zuidwest- en de noordzijde. Over het algemeen sluit de schaal van deze ontwikkelingen redelijk aan bij de schaal van de historische bebouwing. De woningen zijn in het algemeen vrij bescheiden van omvang, de straatruimte is veelal groter maar zeker niet overbemeten. Een belangrijke afwijking vormt de kapvorm die meestal niet haaks op de weg staat en in een aantal gevallen zelfs ontbreekt.

Aan de oost- en noordwestzijde heeft lange tijd vrij grootschalige bedrijfsontwikkeling plaatsgevonden. De bebouwing van deze bedrijven en het benodigde transport paste slecht in het beeld van de vesting. Al geruime tijd vindt derhalve herinrichting van die gebieden plaats (zie hoofdstuk 5) waarbij over het algemeen nieuwe kleinschalig opgezette woongebieden worden gerealiseerd.

Aan de westzijde ligt een aantal schoolgebouwen binnen de wallen. Deze scholen hebben te maken met een huisvestingsproblematiek. Voor de locatie van de OBS Meester Eeuwoutschool en de CBS Geuzenschip is nieuwbouw voorzien. Dit wordt mogelijk gemaakt met dit bestemmingsplan. In bijlage 6 is een separate ruimtelijke onderbouwing opgenomen. Mochten er daarnaast nog ontwikkelingen zijn, dan zal hiervoor een afzonderlijke planologische procedure worden gevoerd.

Molen

De bedrijfsactiviteiten van de in de 20e eeuw gebouwde molen aan de Molenstraat zijn zeer beperkt van aard en voornamelijk gericht op het cultuurhistorische karakter en het toerisme. De molen is wekelijks geopend, waarbij meel wordt verkocht in de bijbehorende winkel.

Conclusies ruimtelijke structuur en kwaliteiten

In Brielle is sprake van een goed behouden gebleven historisch gebied. De ruimtelijke kwaliteit is goed te noemen. De hierboven beschreven elementen blijken bepalend te zijn voor het historisch beleven van het plangebied en dienen dan ook te worden behouden. Op andere locaties kan de ruimtelijke situatie worden verbeterd. Hier zal onderstaand nader op worden ingegaan.

  • Zowel naar functie als naar beeld is er een duidelijke hiërarchie te herkennen in het patroon van straten en openbare ruimten in de Brielse binnenstad. De Voorstraat, de Nobelstraat, de Vischstraat, de Markt, de Koopmanstraat, de Langestraat, het Maarland Noordzijde en het Maarland Zuidzijde vormen overduidelijk de hoofdstraten van het historisch gegroeide stedenbouwkundig patroon. Straten als de Venkelstraat, de Kaatsbaan, de Rozemarijnstraat, de Nieuwstraat en de zijstraten loodrecht op de Voorstraat en de Nobelstraat zijn als "achterstraten" te kenschetsen waarin de functies afgeleiden waren van die van de hoofdstraten. Dit vond ook een afspiegeling in de verschijningsvorm van de bebouwing: geen gesloten gevelwanden, bescheiden schaal en architectuur. De Turfkade, de Lijnbaan, het Scharloo en het Slagveld boden met name ruimte aan handels- en bedrijfsactiviteiten. Recentelijk is door toevoeging van nieuwe belangrijke functies aan het Slagveld het beeld gewijzigd. In de "achterstraten" heeft na sanering de laatste twee decennia veel nieuwbouw van woningen plaatsgevonden. Door de bescheiden schaal van deze bebouwing is het hiërarchisch patroon echter niet verstoord. Voor de herkenbaarheid van het historisch gegeven is het van belang in het ruimtelijk beleid de hiërarchische opbouw van het patroon van openbare ruimten te respecteren.
  • Uit de ruimtelijke analyse blijkt dat veel van de achtertuinen in de loop van de tijd open zijn gebleven. In enkele gebieden, met name aan de Rozemarijnstraat, de Venkelstraat en de Kaatsbaan waren veel ruimtes in gebruik voor opslag, garages en kleine bedrijven. Hier heeft in de afgelopen jaren veel kleinschalige woningbouwinvulling plaatsgevonden. Het verdient aanbeveling terughoudend beleid te voeren met betrekking tot bebouwing in de open achtertuinen.
  • Tevens dient in de open ruimten de aantasting door bijvoorbeeld het kappen van karakteristieke bomen of het in ruime mate verharden van de terreinen te worden voorkomen.
  • Buiten de open achtererven geldt voor het gehele plangebied dat de ruimtelijke kwaliteit mede wordt bepaald door karakteristieke beplanting. Het beleid is erop gericht deze karakteristiek te handhaven.

Bovenstaande beschrijving en conclusies vormen samen met de constateringen uit paragraaf 4.2 de basis voor de bestemming 'Waarde - Cultuurhistorie'. In paragraaf 6.1 wordt hier nader op ingegaan.