7.2 Bouwregels
Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels, met in achtneming van het bepaalde in lid 19.2 en lid 20.2:
-
a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd, met dien verstande dat ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' een onderdoorgang, tunnel of poort is toegestaan;
-
b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - vesting' bedraagt de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten hoogste 6 m;
-
c. voor zover gelegen buiten de aanduiding 'specifieke vorm van groen - vesting' bedraagt de bouwhoogte van lichtmasten ten hoogste 9 m;
-
d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt elders ten hoogste 3 m.