direct naar inhoud van 6.1 Vertaling bestemmingsplan en kwaliteitsnota
Plan: Vesting
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.Vesting-0130

6.1 Vertaling bestemmingsplan en kwaliteitsnota

De beschrijvingen en conclusies uit de voorgaande paragrafen zijn vertaald in dit bestemmingsplan. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een Kwaliteitsnota, als onderdeel van welstandsbeleid. In het bestemmingsplan Vesting dat in 2002 is vastgesteld, is eveneens gebruik gemaakt van een Kwaliteitsnota. Deze is toen vastgesteld als bijlage van het bestemmingsplan. Het huidige bestemmingsplan Vesting moet aan een aantal vereisten uit de Wet ruimtelijke ordening voldoen, waardoor de opzet van het bestemmingsplan en de relatie met de kwaliteitsnota is gewijzigd. In deze paragraaf wordt aangegeven op welke wijze de waarden van het beschermd stadsgezicht in het bestemmingsplan Vesting 2002 zijn geborgd en hoe deze waarden in het nieuwe bestemmingsplan Vesting worden geborgd. Vervolgens wordt specifiek per thema aangegeven hoe dit wordt geregeld in het onderhavige bestemmingsplan Vesting.

Opzet bestemmingplan Vesting 2002

Het bestemmingsplan Vesting 2002 kent een beschrijving in hoofdlijnen in de voorschriften, waarbij wordt aangegeven op welke wijze de doelstellingen worden nagestreefd ten aanzien van cultuurhistorie. In een apart artikel is een aanlegvergunningenstelsel voor werken en werkzaamheden opgenomen binnen het historisch kerngebied. In de voorschriften is voorts een artikel opgenomen 'bouwschriften vanwege het historisch kerngebied' (artikel 39). Daarnaast is als bijlage een kwaliteitsnota vastgesteld, waarin kwaliteitsrichtlijnen zijn opgenomen voor bouw, inrichting en gebruik.

Relatie nieuw bestemmingsplan Vesting en nieuwe Kwaliteitsnota

Bestemmingsplannen moeten aan landelijke vereisten voldoen. Door deze vereisten is het niet mogelijk om de kwaliteitsnota als onderdeel van het bestemmingsplan vast te stellen. Er is daarom een nieuwe kwaliteitsnota opgesteld die wordt vastgesteld als onderdeel van het welstandsbeleid. De aanwezige cultuurhistorische waarden, kwaliteiten en karakteristieken kunnen, afhankelijk van de aard van de te beschermen kwaliteit/karakteristiek, worden geregeld in het bestemmingsplan en door het welstandsbeleid.

Hieronder wordt allereerst aangegeven wat in beginsel wordt geregeld in het bestemmingsplan en wat wordt geregeld in de kwaliteitsnota (waaraan dus getoetst wordt in het kader van de welstandstoets.

Bestemmingsplan

Het bestemmingsplan regelt bouw- en gebruiksmogelijkheden van gronden en bouwwerken. Wat betreft bouwen regelt het bestemmingsplan in beginsel de korrel, massa en vorm van bouwwerken. Het bestemmingsplan biedt een aantal mogelijkheden om de ruimtelijke kwaliteiten en uitgangspunten, zoals in voorgaande paragrafen zijn beschreven, zeker te stellen. Zo kunnen er regels worden gesteld omtrent de plaatsing van gebouwen en bouwwerken, het regelen van maximale goot- en bouwhoogten, nokrichtingen, afwijkingen, nadere eisen en het opnemen van een vergunningstelsel voor werken en werkzaamheden.

Welstand

Wanneer het gaat om het uiterlijk van bouwwerken is het welstandstoezicht het meest aangewezen instrument om zaken zoals materiaal- en kleurgebruik van gevels en daken te regelen. Daarnaast zijn gevelindeling, ornamenten en detaillering ook zaken die in het kader van welstand worden geregeld.

Welk instrument gaat voor?

De hoofdregel uit de jurisprudentie is dat de welstandstoets zich moet richten naar de bouwmogelijkheden die het bestemmingsplan biedt. Van een belemmering van de verwezenlijking van deze bouwmogelijkheden mag geen sprake zijn. Aspecten als plaatsing, bouwmassa en bouwhoogte zijn primair van planologische aard. Een bestemmingsplan heeft dus voorrang boven de welstandseisen, maar deze zijn in feite aanvullend. Zeker met betrekking tot de bescherming van een beschermd stadsgezicht.

Opzet bestemmingsplan Vesting

In onderhavig bestemmingsplan vervalt de beschrijving in hoofdlijnen (dit is niet meer mogelijk volgens de landelijke vereisten). Wel worden er twee zogenoemde 'dubbelbestemmingen' opgenomen: 'Waarde – Cultuurhistorie – 1' (WR-C-1) en 'Waarde – Cultuurhistorie – 2' (WR-C-2). De dubbelbestemming WR-C-1 is van toepassing op het gehele historisch kerngebied en de vestingwerken, terwijl de dubbelbestemming WR-C-2 is opgenomen voor het overige gebied. In deze dubbelbestemmingen worden specifieke (bouw)regels gesteld ten behoeve van de bescherming van de waarden en kenmerken van het beschermd stadsgezicht. De regels in de dubbelbestemmingen zijn in beginsel van toepassing op alle voorkomende gronden en voor alle opgenomen bestemmingen.

Daarbij wordt een aantal zaken specifiek in de artikelen voor de afzonderlijke bestemmingen (bijvoorbeeld Centrum, Wonen, Bedrijf, enz.) geregeld. Zo is de specifieke regeling voor de te behouden stoepen alleen van toepassing binnen de bestemming Verkeer en derhalve is de regeling uitsluitend in het artikel voor de bestemming Verkeer opgenomen.

Andere aspecten, welke de welstandstoets betreffen, worden opgenomen in de kwaliteitsnota. In onderstaand overzicht wordt daarom aangegeven per thema en onderdeel, dat bescherming dient te genieten om de waarden van het beschermd stadsgezicht in stand te kunnen houden, op welke wijze het onderwerp in de nieuwe regeling een plaats krijgt (bestemmingsplan of kwaliteitsnota).

In het algemeen kan het volgende onderscheid gemaakt worden.

Bestemmingsplan:   Kwaliteitsnota:  
Omvang gebouwen:
- Goot- en bouwhoogte
- Hellingshoeken kappen

Omvang andere bouwwerken:
- Erfafscheidingen (gebouwde erfafscheidingen/tuinmuren)

Positionering gebouwen:
- Locatie op perceel
- Aaneengesloten gevelfront

Bebouwingsrichtlijnen:
- Oriëntatie voorgevel
- Pandbreedte
- Kaprichting
- Kapvorm
- Samenvoeging panden
- Bovenwoningen
- Geen garages en pakhuizen in gevelfronten
- Eén woonlaag in kap

Architectonisch richtlijnen:
- Goothoogte verspringend belendend pand
- Voorgevel op vlucht
- Locatie stoep
- Geen luifels

Binnenterreinen en erven:
- Groene binnenerven
- Waardevolle bomen behouden

Onderdelen en toevoegingen aan gebouwen:
- Dakkapellen (voor-, zij en achterkant gebouw)
- Antennes
- Zonnepanelen  
Materiaalgebruik:
- Gevels
- Daken
- Erfafscheidingen
- Beglazing
- Materiaal gevel
- Detaillering houtwerk
- Kleurtoepassing houtwerk
- Type en kleur dakbedekking
- Eigentijdse vormgeving

Openbare ruimte:
- Vormgeving en inrichting
- Verharding en straatmeubilair
- Ontwerp kunstwerken
- Kades
- Vormgeving woonschepen

Bebouwingsrichtlijnen:
- Karakteristiek gegeven huistype
- Hoogteligging balklagen

Architectonische richtlijnen:
- Vormgeving en detaillering gebouwen
- Resultaten bouwhistorisch onderzoek als aanwijzing bij ontwikkeling pand
- Compositie voorgevel
- Vormgeving voorgevel in relatie tot omliggende voorgevels
- Hardstenen stoep
- Beëindiging voorgevel

Binnenterreinen en erven:
- Achtergevel sober

Onderdelen en toevoegingen aan gebouwen:
- Rolluiken
- Dakdoorbrekingen
- Zonweringen  

Meer specifiek zijn de verschillende onderdelen gekwantificeerd naar waarden. In bijlage 2 is een overzicht opgenomen van alle cultuurhistorische waarden die worden beschermd en de wijze waarop de waarden worden beschermd. De waarden zijn gesorteerd naar de verschillende onderwerpen, zoals hierboven is opgenomen. Per waarde is aangegeven op welke wijze dit in het bestemmingsplan is geregeld. Daarnaast is er een aantal waarden dat niet in het bestemmingsplan kan worden geregeld, maar in de kwaliteitsnota is opgenomen. Dit is eveneens benoemd. Dat overzicht geeft daarmee alle waarden aan die in de combinatie bestemmingsplan-kwaliteitsnota worden geregeld.