direct naar inhoud van Artikel 4 Centrum
Plan: Vesting
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.Vesting-0130

Artikel 4 Centrum

4.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Centrum' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. detailhandel en dienstverlening, uitsluitend op de begane grond;
  • b. horecabedrijven uit ten hoogste categorie 1a van de Staat van Horeca-activiteiten, uitsluitend op de begane grond;
  • c. kantoren, uitsluitend op de begane grond;
  • d. wonen, met aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten;
  • e. maatschappelijke voorzieningen, uitsluitend op de begane grond;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'garage': uitsluitend garages en bergplaatsen;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel': tevens een hotel;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - hotel op verdieping': tevens een hotel op de verdieping(en);
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - café': tevens een café(-restaurant), uitsluitend op de begane grond;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - dancing': tevens een dancing, uitsluitend op de begane grond;
  • k. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - partycentrum': tevens een partycentrum, uitsluitend op de begane grond;
  • l. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - restaurant': tevens een restaurant, uitsluitend op de begane grond;
  • m. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van horeca - verdieping' zijn de functies als bedoeld onder h tot en met l eveneens op de verdieping toegestaan;
  • n. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tuinmuur': uitsluitend een tuinmuur;
  • o. uitsluitend ter plaatse van de aanduiding 'terras': tevens een terras;
  • p. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': uitsluitend een parkeerterrein;
  • q. ter plaatse van de aanduiding 'sport': tevens een sportschool;
  • r. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, laad- en losruimten, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, water en wegen;

met dien verstande dat:

  • s. ter plaatse van de dubbelbestemmingen 'Waarde - Cultuurhistorie - 1' en 'Waarde - Cultuurhistorie - 2' het bepaalde in artikel 19 en/of artikel 20 in acht genomen moeten worden.

4.2 Bouwregels

Op deze gronden mag gebouwd worden en gelden de volgende regels, met in achtneming van het bepaalde in lid 19.2 en lid 20.2:

4.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen worden binnen het bouwvlak gebouwd;
  • b. indien aangegeven, bedraagt de goothoogte van hoofdgebouwen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. bestaande hoofdgebouwen worden niet samengevoegd;
  • d. per hoofdgebouw moeten op de verdieping woningen gerealiseerd kunnen worden;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'onderdoorgang' is op de begane grond geen hoofdgebouw toegestaan;
  • f. het aantal woningen bedraagt niet meer dan het bestaande aantal woningen.

4.2.2 Garages
  • a. ter plaatse van de aanduiding 'garage' worden uitsluitend garages, bergplaatsen en bouwwerken, geen gebouwen zijnde, gebouwd;

4.2.3 Aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen
  • a. de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • b. de bouwhoogte van overkappingen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • c. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 60% van het zij- en achtererf gelegen buiten het bouwvlak, met dien verstande dat dit percentage ten hoogste 30% bedraagt indien op de begane grond wordt gewoond;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein' zijn aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet toegestaan.

4.2.4 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen vóór de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tuinmuur' dient een erfafscheiding te worden gerealiseerd op de bestemmingsgrens;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tuinmuur' bedraagt de bouwhoogte van de erfafscheiding ten minste 1,70 m en ten hoogste 2,00 m;
  • d. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

4.3 Afwijken van de bouwregels
4.3.1 Samenvoeging

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in lid 4.2.1 onder c, met dien verstande dat de breedte van de samengevoegde hoofdgebouwen niet meer bedraagt dan 15 m en is aangetoond dat een samenvoeging noodzakelijk is ten behoeve van een goede bedrijfsvoering, met dien verstande dat samenvoeging niet meer kan gebeuren bij de horecabedrijven als bedoeld onder 27.2.

4.3.2 Oppervlakte aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen

Het bevoegd gezag kan afwijken van het bepaalde in 4.2.3 onder c teneinde bebouwing tot ten hoogste 100% respectievelijk 60% van het erf mogelijk te maken, indien dit in verband met de in de aangrenzende bebouwingsstrook plaatsvindende activiteiten noodzakelijk is met dien verstande dat daardoor geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de gebruikswaarde van het naastliggende erf.

4.4 Specifieke gebruiksregels

Met betrekking tot het gebruik gelden de volgende regels:

  • a. opslag van meer dan 10.000 kg consumentenvuurwerk is niet toegestaan;
  • b. verkooppunten voor motorbrandstoffen zijn niet toegestaan;
  • c. detailhandel in volumineuze goederen en grootschalige detailhandel zijn niet toegestaan;
  • d. de vloeroppervlakte ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten bedraagt ten hoogste 25% van de vloeroppervlakte van de betrokken woning met een maximum van 40 m².
  • e. per hoofdgebouw, inclusief aan- en uitbouwen, bedraagt het aantal woningen niet meer dan het bestaand aantal woningen;
  • f. permanente of tijdelijke bewoning, voor zover het vrijstaande bijbehorende bouwwerken betreft, bewoning als afhankelijke woonruimte en kamerbewoning is niet toegestaan.

4.5 Afwijken van de gebruiksregels
4.5.1 Afwijken van de Staat van Horeca-activiteiten

Het bevoegd gezag kan voor nieuwe activiteiten bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1:

  • a. onder b om horecabedrijven toe te laten uit ten hoogste categorie 2, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of de bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot categorie 1a;
  • b. onder b om horecabedrijven toe te laten die niet in de Staat van Horeca-activiteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken horecabedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot categorie 1a;
  • c. onder g, h, i, j, k of l om horecabedrijven toe te laten uit ten hoogste categorie 2, voor zover de milieuruimte van het betrokken bedrijf naar aard en invloed geen negatief effect heeft op het leefklimaat in de omgeving.

4.5.2 Afwijken van de Staat van Bedrijfsactiviteiten

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1 :

  • a. om bedrijven toe te laten uit ten hoogste twee categorieën hoger dan in lid 4.1 genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving (gelet op de specifieke werkwijze of bijzondere verschijningsvorm) geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd;
  • b. om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan worden te behoren tot de categorieën, zoals in lid 4.1 genoemd.

4.5.3 Toestaan functies op verdieping
  • a. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1 onder a, b, c, e, g, i, j en l ten einde deze functies op de verdieping toe te staan, met dien verstande dat dit niet mag leiden tot onevenredige hinder voor de naastgelegen percelen.
  • b. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 4.1 onder h ten einde een hotel op de verdieping toe te staan, met dien verstande dat dit niet mag leiden tot onevenredige hinder voor de naastgelegen percelen.