direct naar inhoud van Artikel 10 Maatschappelijk
Plan: Vesting
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0501.Vesting-0130

Artikel 10 Maatschappelijk

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Maatschappelijk' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. bibliotheken, openbare dienstverlening, gezondheidszorg, kinderopvang, onderwijs, peuterspeelzalen, sociale en welzijnsvoorzieningen en verenigingsleven;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'wonen': tevens één dienstwoning;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarden': tevens voor het herstel, bescherming en veiligstelling van cultuurhistorische waarden;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens kantoren;
  • e. ter plaatse van de aanduiding 'horeca': tevens bij de bestemming behorende ondergeschikte horeca;
  • f. ter plaatse van de aanduiding 'detailhandel': tevens detailhandel;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tuinmuur': uitsluitend een tuinmuur;
  • h. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals groen, parkeervoorzieningen, nutsvoorzieningen, water en toegangswegen;

met dien verstande dat:

  • i. ter plaatse van de dubbelbestemmingen 'Waarde - Cultuurhistorie - 1' en 'Waarde - Cultuurhistorie - 2' het bepaalde in artikel 19 en/of artikel 20 in acht genomen moeten worden.

10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels, met in achtneming van het bepaalde in lid 19.2 en lid 20.2:

10.2.1 Gebouwen
  • a. ter plaatse van het bouwvlak worden hoofdgebouwen, aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gebouwd;
  • b. indien aangegeven, bedraagt binnen het bouwvlak de goothoogte van gebouwen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. indien aangegeven, bedraagt binnen het bouwvlak de bouwhoogte van gebouwen ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte;
  • d. indien aangegeven, bedraagt de dakhelling ten minste de met de aanduiding 'minimale dakhelling' aangegeven helling;
  • e. indien aangegeven, bedraagt de dakhelling ten hoogste de met de aanduiding 'maximale dakhelling' aangegeven helling;
  • f. de inhoud van een dienstwoning bedraagt ten hoogste 500 m3;
  • g. ter plaatse van de aanduiding 'erf' worden uitsluitend aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen gebouwd;
  • h. ter plaatse van de aanduiding 'erf' bedraagt de goothoogte van aan- en uitbouwen en bijgebouwen bedraagt ten hoogste 3 m;
  • i. ter plaatse van de aanduiding 'erf' bedraagt de bouwhoogte van overkappingen ten hoogste 3 m;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'erf' bedraagt de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 30% met een maximum van 40 m2.

10.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen, voor zover gelegen vóór de voorgevelrooilijn bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tuinmuur' dient een erfafscheiding te worden gerealiseerd op de bestemmingsgrens;
  • c. ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - tuinmuur' bedraagt de bouwhoogte van een erfafscheiding ten minste 1,70 m en ten hoogste 2,00 m;
  • d. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.