direct naar inhoud van Artikel 23 Leiding - Riool
Plan: Boskoop Dorp
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0499.BPL200900001HBD-OH01

Artikel 23 Leiding - Riool

23.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Leiding - Riool' aangeduide gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor de aanleg en instandhouding van een hoofd riool, waarbij de leiding primair is ten opzichte van de overige aan deze gronden toegekende bestemmingen.

23.2 Bouwregels

Op of in deze gronden mogen geen bouwwerken worden gebouwd.

23.3 Ontheffing van de bouwregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ontheffing te verlenen van het bepaalde in artikel 23.2 voor een in de overige aan de gronden toegekende bestemmingen passend bouwwerk, mits:

  • a. geen onevenredige aantasting van de belangen van de leiding ontstaat of kan ontstaan;
  • b. door de bouw en de situering van een bouwwerk geen onevenredige schade wordt of kan worden toegebracht aan de leiding;
  • c. vooraf advies is ingewonnen van de beheerder van de leiding.
23.4 Aanlegvergunning
23.4.1 Verbod

Het is verboden zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders (aanlegvergunning) de navolgende werken en werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het verlagen dan wel afgraven van de gronden;
  • b. het planten of verwijderen van diepwortelende beplanting of bomen;
  • c. het in de grond indrijven van voorwerpen/objecten;
  • d. het wijzigen van het maaiveldniveau door ontronding of ophoging;
  • e. het verrichten van grondroeractiviteiten (b.v. het aanbrengen van rioleringen, kabels, leidingen en drainage) anders dan normaal spit- en ploegwerk;
  • f. diepploegen;
  • g. het aanbrengen van gesloten verhardingen;
  • h. het aanleggen van waterlopen of het vergraven, verruimen of dempen van bestaande waterlopen;
  • i. het plaatsen van roerende objecten zoals lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair.
23.4.2 Uitzondering

Het vervatte verbod in artikel 23.4.1 geldt niet voor:

  • a. werken of werkzaamheden in verband met de realisering of onderhoud van de leiding;
  • b. werken of werkzaamheden van ondergeschikte betekenis binnen het op de bestemming gerichte normale beheer en onderhoud;
  • c. werken en of werkzaamheden, die op het tijdstip dat het bestemmingsplan rechtskracht verkrijgt in uitvoering zijn.
23.4.3 Toelaatbaarheid

De werken en werkzaamheden als bedoeld in artikel 23.4.1 zijn slechts toelaatbaar indien door die werken of werkzaamheden dan wel door de daarvan direct of indirect te verwachten gevolgen geen onevenredige aantasting van de belangen van de aardgastransportleiding ontstaat of kan ontstaan.

23.4.4 Advies

Alvorens te beslissen omtrent een vergunning als bedoeld in artikel 23.4.1 wordt bij de beheerder van de leiding advies ingewonnen.