Plan: | Parklaan Noord 2011 |
---|---|
Status: | onherroepelijk |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0499.BPL11024HBD-OH01 |
Voor de gehele transformatiezone is een stedenbouwkundig plan opgesteld (bijlage 1). Daarbij is uitgegaan van een specifieke omschrijving per verschillend deelgebied; zuid, midden en noord. Het zuidelijke deel kenmerkt zich met name door de aanwezigheid van het stationsgebouw en het Floragebouw met vooral openbare en semi-openbare ruimten. In het noorden is vooral sprake van wonen met particuliere terreinen. De middenzone is de overgang tussen deze twee gebieden, die de noord- en zuidzijde overlapt. Tegelijkertijd vormt de Parklaan vanaf de Zijde tot aan Laag Boskoop een langgerekte laan waarmee ook het typische oorspronkelijke slagenlandschap wordt benadrukt; ook deze karakteristiek is in de ontwerpgedachte meegenomen.
Voor het betreffende noordelijke deel geldt het volgende. Vanaf de knik in het wegtracé krijgt de Parklaan een typisch laankarakter met als entree aan weerszijden een woongebouw in meerdere bouwlagen, ondersteund door een tweezijdige laanbeplanting. Voorbij de entree bestaat de bebouwing uit (blokjes) eengezinswoningen met tuinen waarbij het profiel van de Parklaan asymmetrisch is; de woonblokken aan de westzijde zijn sterk 'wegbegeleidend' en vormen een min of meer gesloten noord-zuid-gerichte wand die ook de spoorlijn afschermt. Dit wandeffect is versterkt door de gevelarchitectuur, de langsrichting van de kappen en ook de verticale beëindiging van de kappen op de koppen van de woonblokken. Anders dan paden tussen de woonblokken door, zijn er geen doorzichten in westelijke richting. In de woonbebouwing langs de oostzijde in deze zone is over het meest noordelijke deel een wandeffect nadrukkelijk vermeden. Direct na de woontoren is een tweetal rug-aan-rug-woonblokken gesitueerd die in hun noord-zuid-oriëntatie met overeenkomstige kaprichtingen een relatie hebben met de bebouwing aan de westzijde, maar vervolgens overgaan in een clustervormende situering van woningen met ruime doorzichten in oostelijke richting over tuinen en water. Dit effect van belijning in haakse richting op de Parklaan wordt aan deze zijde ook versterkt door langs de weg, waar dat haaks op de weg staande woonblokken betreft, oost-west-gerichte kappen toe te passen. Ook hierbij heeft een verticale beëindiging van de kap een sterke voorkeur. Het ruimtelijke verschil tussen de oost- en westzijde van noordelijk Parklaan wordt tenslotte versterkt door uitsluitend aan de westzijde langsparkeren te situeren.
Het onderhavige (deel)plan met de 54 rijwoningen is een concrete uitwerking van de ruimtelijke ambities zoals deze hierboven zijn verwoord en zijn weergegeven in het stedenbouwkundige plan. Voor de vormgegeving en architectuur is aangesloten bij de uitgangspunten die in de welstandscriteria zijn weergegeven (zie paragraaf 3.4.3).