Plan: | Parklaan Oost 1 |
---|---|
Status: | vastgesteld |
Plantype: | bestemmingsplan |
IMRO-idn: | NL.IMRO.0499.BPL10014HBD-OH01 |
De regels van het bestemmingsplan bestaan uit de volgende onderdelen:
Begripsbepalingen
Dit artikel definieert begrippen die in het bestemmingsplan worden gebruikt. Dit wordt gedaan om interpretatieverschillen te voorkomen.
Wijze van meten
Dit artikel geeft aan hoe de lengte-, breedte-, hoogte-, diepte- en oppervlaktematen en dergelijke van gronden en bouwwerken wordt gemeten of berekend. Alle begrippen waar maten en waarden voorkomen, worden in dit artikel verklaard.
Verbeelding en bestemmingsregels
Op de verbeelding zijn de functies in het plangebied apart bestemd, waardoor het direct mogelijk is om met het bijbehorende renvooi te zien welke bestemmingen aan de gronden binnen het plangebied toegekend zijn. In de bijbehorende regels zijn de bestemmingsomschrijving, de bouwregels en de gebruiksregels alsmede de ontheffings- en wijzigingsbevoegdheden opgenomen.
Bestemmingsvlak en bouwvlak
De bestemming Wonen bestaat uit twee vlakken: een bestemmingsvlak en een bouwvlak. Het bestemmingsvlak geeft aan waar een bepaald gebruik toegestaan is; in het geval van wonen voor gebruik ten dienste van woondoeleinden. Het bouwvlak is een gebied dat op de plankaart is aangegeven, waarvoor de mogelijkheden om (hoofd)gebouwen te bouwen in de regels zijn aangegeven.
Bestemmingen
Verkeer - verblijf
De gronden, behorende tot de openbare ruimte hebben daarnaast voor een belangrijk deel de bestemming Verkeer - verblijf verkregen. Onder deze bestemming vallen wegen, straten, wandel- en fietspaden met een functie, hoofdzakelijk gedoeld op het verblijf. Daarnaast worden binnen deze bestemming ook parkeer-, groen-, speel-, en waterhuishoudkundige voorzieningen toegelaten. Gebouwen mogen binnen deze bestemming niet worden gerealiseerd, met uitzondering van garageboxen met een bouwhoogte van maximaal 3 m.
Water
De gronden met de bestemming Water zijn bestemd voor waterhuishoudkundige doeleinden, waaronder waterberging en waterlopen en bijbehorende bouwwerken, geen gebouwen zijnde, waaronder begrepen bruggen, dammen en/of duikers. Gebouwen zijn op deze gronden niet toegestaan.
Wonen
Op basis van deze bestemming is nieuwbouw van woningen mogelijk in de vorm van vrijstaande woningen (v), dubbele woningen (d), en gestapelde woningen (g). De bouwvoorschriften zijn afgestemd op het gemeentelijk handboek en de stedenbouwkundige randvoorwaarden zoals deze door de gemeente Boskoop zijn opgesteld. Binnen de bestemming wonen zijn aan-huis-gebonden beroepen toegelaten. Voorwaarde van een aan- huis-gebonden beroep is dat de uitoefening van dit beroep (ruimtelijk en functioneel) ondergeschikt blijft aan de woonfunctie.
In de bouwvoorschriften worden ten eerste de maatvoeringen voor de hoofdgebouwen weergegeven. Hierbij kan worden gedacht aan de maximale goot- en bouwhoogten etc.. Voor wat betreft aan- en uitbouwen en bijgebouwen zijn maatvoeringen betreffende situering, goot- en bouwhoogte en maximumoppervlakten opgenomen.
Waterstaat - waterkering
De gronden gelegen binnen 5 meter van een primaire watergang zijn voorzien van deze (dubbel) bestemming. De bestemming beoogt de instandhouding van de primaire watergang te waarborgen en omvat een bouwverbod, voor zover de onderliggende bestemming bebwouing toestaat. Het bouwverbod kan worden doorbroken indien de waterbeheerder hiervoor toestemming geeft.
Anti-dubbeltelregel
De formulering van deze regel wordt bindend voorgeschreven in het Besluit ruimtelijke ordening (artikel 3.2.4 Bro). Het wordt opgenomen ter voorkoming dat wanneer volgens een bestemmingsplan bepaalde bouwwerken niet meer dan een bepaald deel van een bouwperceel mogen beslaan, het opengebleven terrein niet nog eens meetelt bij het toestaan van een ander gebouw of bouwwerk, waaraan een soortgelijke eis wordt gesteld.
Algemene bouwregels
Dit artikel bevat een algemene regeling voor een geringen overschrijding van bouwgrenzen door ondergeschikte onderdelen van gebouwen. De overschrijding van de bouwgrenzen dient wel beperkt te zijn.
Uitsluiting aanvullende werking bouwverordening
Hiermee wordt de afstemmingsbepaling tussen de bouwverordening en het bestemmingsplan geregeld conform artikel 9 van de Woningwet. Artikel 9 van de Woningwet regelt primair dat de bouwverordening buiten toepassing blijft voor zover deze niet overeenstemt met het desbetreffende bestemmingsplan.
Voor zover het bestemmingsplan geen regels bevat ten aanzien van een onderwerp dat in de bouwverordening is geregeld, is de bouwverordening wel van toepassing, tenzij het bestemmingsplan anders bepaalt. De bepaling dient als uitwerking van de laatste zinsnede en voorkomt dat de bouwverordening onbedoeld aanvullend werkt bij onderwerpen die in het bestemmingsplan bewust niet zijn geregeld, bijvoorbeeld ten behoeve van globaliteit. De relevante onderwerpen worden in paragraaf 2.5 van de bouwverordening behandeld.
Algemene afwijkingsregels
In dit artikel wordt een opsomming gegeven de regels waarvan middels een omgevingsvergunning kan worden afgeweken. Het gaat hierbij om, binnen gestelde grenzen, de bevoegdheid om af te wijken van regels die gelden voor alle bestemmingen in het plan.
Algemene wijzigingsregels
In dit artikel wordt een opsomming gegeven van de regels waarmee door middel van een wijzigingsbevoegdheid ex artikel 3.6 Wro het mogelijk is een zekere flexibliteit in het bestemmingsplan aan te brengen. Het gaat hierbij nadrukkelijk om een bevoegdheid en dus niet om een verplichting. Deze bevoegdheid mag daarnaast niet worden gebruikt voor zodanig aanzienlijke wijzigingen dat daarmee de essentie van het bestemmingsplan wezenlijk wordt aangetast.
Werking wettelijke regelingen
In de regels van een bestemmingsplan wordt in een (toenemend) aantal gevallen met verwijzing naar een (andere) wettelijke regeling een procedure, begrip en/of functie uit die andere regeling van toepassing verklaard. De van toepassing verklaarde wettelijke regeling geldt zoals deze luidt op het moment van de toepassing van de bestemmingsplanregels. Wijziging van de wettelijke regeling na de vaststelling van het bestemmingsplan zou dan zonder Wro-procedure een wijziging van het bestemmingsplan met zich mee kunnen brengen.
Overgangsrecht
Het overgangsrecht is gebaseerd op artikel 3.2.1 Bro, waarin de formulering bindend is voorgeschreven.
Slotregel
Deze regel verklaart hoe de titel van het bestemmingsplan luidt.