direct naar inhoud van Artikel 10 Algemene afwijkingsregels
Plan: Parklaan Oost 1
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0499.BPL10014HBD-OH01

Artikel 10 Algemene afwijkingsregels

10.1 Afwijking van de regels

Burgemeester en wethouders kunnen bij een omgevingsvergunning afwijken van de regels ten behoeve van:

  • a. een uitbreiding van of een bijgebouw bij een woning mits:
    • 1. het bouwwwerk niet hoger is dan 5 m, gemeten vanaf het aansluitend terrein;
    • 2. het aantal woningen gelijk blijft;
    • 3. het bouwen niet tot gevolg heeft dat het aansluitend terrein voor meer dan 50% wordt bebouwd en dat de oppervlakte die op grond van het geldende bestemmingsplan voor bebouwing in aanmerking komt met meer dan 50% wordt overschreden;
    • 4. in afwijking van het bepaalde onder 3 kan worden toegestaan dat percelen voor 100% worden bebouwd indien het aansluitende terrein niet groter is dan 150 m2;
    • 5. in afwijking van het bepaalde onder 3 kan worden toegestaan dat percelen voor 75% worden bebouwd indien het aansluitende terrein niet groter is dan 250 m2.
  • b. een gebouw ten behoeve van een openbare nutsvoorziening, de telecommunicatie, het openbaar vervoer of het trein-, water-, of wegverkeer:
    • 1. waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 50 m2;
    • 2. dat bestaat uit één bouwlaag, en
    • 3. dat gemeten vanaf het aansluitende terrein niet hoger is dan 5 m;
  • c. een bouwwerk geen gebouw zijnde:
    • 1. waarvan het bruto-vloeroppervlak niet groter is dan 50 m2, en
    • 2. dat gemeten vanaf het aansluitend terrein niet hoger is dan 10 m;
  • d. een dakkapel, dakopbouw of gelijksoortige uitbreiding van een gebouw;
  • e. het gebruik van gronden of bouwwerken ten behoeve van evenementen met een maximum van drie per jaar en een duur van ten hoogste vijftien dagen per evenement, het opbouwen en afbreken van voorzieningen ten behoeve van het evenement hieronder begrepen;
  • f. in het plan genoemde goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen, waarbij een overschrijding is toegestaan tot maximaal 10% van de goothoogten, bouwhoogten, oppervlakte- en inhoudsmaten, percentages en afstandseisen;
  • g. het vergroten van de goot- en bouwhoogte van een hoofdgebouw met 3 m;
  • h. het verbreden en/of verdiepen van een hoofdgebouw met maximaal 5 m ten opzichte van het op de plankaart aangegeven bouwvlak voor het hoofdgebouw;
  • i. het overschrijden van de bouwgrenzen tot maximaal 2,5 m mits dit noodzakelijk is in verband met de uitmeting van het terrein of uit een oogpunt van doelmatig gebruik van de gronden en/of de bebouwing;
  • j. het overschrijden van de voorgevel, dan wel voorgevelrooilijn met bebouwing;
  • k. het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, ten behoeve van kunstwerken, geen gebouwen zijnde, en ten behoeve van zend-, ontvang-, en/of sirenemasten tot maximaal 40 m;
  • l. het vergroten van de bouwhoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, tot maximaal 10 m.
10.1.1 Voorwaarden voor afwijking

Een afwijking als bedoeld in 10.1 kan slechts worden verleend, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. door initiatiefnemer een zekerheidstelling is afgegeven met betrekking tot de (plan)kosten;
  • d. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.