15.1 Bestemmingsomschrijving
De voor ‘Verkeer - Verblijf’ aangewezen gronden zijn bestemd voor:
-
straten en paden met hoofdzakelijk een functie ten behoeve de ontsluiting van de buurten;
-
parkeervoorzieningen, waarbij niet minder dan 165 parkeerplaatsen mogen worden gerealiseerd;
-
nutsvoorzieningen;
-
bruggen, dammen en/of duikers en naar de aard daarmee gelijk te stellen kunstwerken;
-
bermen en beplanting;
-
water;
-
standplaatsen,
met de daarbij behorende:
-
bouwwerken, geen gebouwen zijnde.
15.2 Bouwregels
15.2.1 Gebouwen en overkappingen
Op of in deze gronden mogen geen gebouwen en overkappingen worden gebouwd.
15.2.2 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
Voor het bouwen van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, geldt de volgende regel:
-
de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, anders dan rechtstreeks ten behoeve van de geleiding, beveiliging en regeling van het verkeer, mag niet meer bedragen dan 5,00 m.
15.3 Nadere eisen
Burgemeester en wethouders kunnen ten behoeve van een goede verkeersveiligheid nadere eisen stellen aan de plaats van standplaatsen zodanig dat geen onevenredige afbreuk wordt gedaan aan de verkeersveiligheid.
15.4 Specifieke gebruiksregels
Tot een gebruik, strijdig met deze bestemming, wordt in ieder geval gerekend:
-
het aanleggen van wegen en paden of anderszins inrichten van het bestemmingsvlak, zodanig dat wegen uit meer dan twee rijstroken bestaan;
-
het gebruik van de gronden voor standplaatsen met een oppervlakte groter dan 20,00 m².