39.1 Wro-zone - wijzigingsgebied 8
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 8' de bestemming te wijzigen teneinde twee nieuwe woningen toe te staan, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 2;
-
b. de woningen mogen in de bouwwijze vrijstaand worden gerealiseerd;
-
c. de afstand van gebouwen tot de zijdelingse perceelsgrens bedraagt niet minder dan 3 m;
-
d. de maatvoering sluit aan op de stedenbouwkundige karakteristiek van de omgeving, waarbij in ieder geval de volgende bepalingen gelden:
-
1. de goothoogte bedraagt niet meer dan 4 m;
-
2. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 10 m;
-
e. de in 25.2.6 opgenomen bebouwde oppervlakte geldt als toegestane bebouwde oppervlakte per woning voor aan- en uitbouwen en bijgebouwen;
-
f. alle gebouwen die de in 25.2.6 toegestane bebouwde oppervlakte overschrijden, dienen gesloopt te worden.
-
g. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
-
h. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de cultuurhistorische en monumentale waarden van gebouwen ter plaatse van de aanduiding 'cultuurhistorische waarde';
-
i. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor vestiging van de woning, waarbij in ieder geval wordt voldaan aan het volgende:
-
1. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij;
-
2. de situering vindt plaats op een afstand van minimaal 50 m ten opzichte van fruitboomgaarden;
-
3. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidsgevoelige gebouwen is niet hoger dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een reeds verkregen hogere grenswaarde ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
4. er dient te worden voldaan aan de wetgeving op het gebied van externe veiligheid;
-
5. uit onderzoek dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de functie;
-
j. de woning vormt geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
-
k. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
-
l. vanuit het oogpunt van een goede waterhuishouding, dient bij uitbreiding van het verharde oppervlak, voldaan te worden aan de eisen die het waterschap en het gemeentelijke waterbeleid hieraan stellen;
-
m. op de kaart worden de aanduidingen “bouwvlak', “bijgebouwen” en de specifieke bouwaanduiding om de bouwwijze te typeren opgenomen;
-
n. aansluiting wordt gezocht op de bepalingen in Artikel 25 Wonen - 2.
39.2 Wro-zone - wijzigingsgebied 12
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd ingevolge artikel 3.6 onder a van de Wet ruimtelijke ordening, ter plaatse van de aanduiding 'wro-zone - wijzigingsgebied 12' de bestemming te wijzigen naar de bestemming Gemengd - 2 teneinde bij Vromade een uitbreiding toe te staan, waarbij de functies die reeds zijn toegestaan, in oppervlakte te laten uitbreiden, alsmede nieuwe woningen toe te staan met de bijbehorende voorzieningen, mits wordt voldaan aan de volgende voorwaarden:
-
a. het aantal woningen mag niet meer bedragen dan 28;
-
b. de woningen zijn uitsluitend op de verdieping toegestaan;
-
c. de bouwhoogte bedraagt niet meer dan 17 m;
-
d. het leidt niet tot een onevenredige aantasting van de stedenbouwkundige kwaliteit van de omgeving;
-
e. uit milieuoogpunt bestaan geen bezwaren voor realisering van de woningen, waarbij in ieder geval wordt voldaan aan het volgende:
-
1. de geluidbelasting vanwege het wegverkeer en/of railverkeer van geluidsgevoelige gebouwen is niet hoger dan de daarvoor geldende voorkeursgrenswaarde, of een reeds verkregen hogere grenswaarde ten tijde van het ter visie leggen van het ontwerp van dit bestemmingsplan;
-
2. voldaan wordt aan de normen die gesteld zijn bij of krachtens de Wet geurhinder en veehouderij en er daarbij een aanvaardbare achtergrondbelasting is;
-
3. er dient te worden voldaan aan de wetgeving op het gebied van externe veiligheid;
-
4. uit onderzoek dient te blijken dat de bodem geschikt is voor de functie;
-
5. uit oogpunt van natuurwetgeving mogen geen belemmeringen bestaan;
-
6. uit oogpunt van luchtkwaliteit mogen geen belemmeringen bestaan;
-
f. de woningen vormen geen belemmering voor bedrijfsactiviteiten in de omgeving;
-
g. het woon- en leefmilieu van de omgeving wordt niet onevenredig aangetast; dit betekent in ieder geval dat de gebruiksmogelijkheden van de aangrenzende percelen niet onevenredig mogen worden beperkt;
-
h. vanuit het oogpunt van een goede waterhuishouding, dient bij uitbreiding van het verharde oppervlak, voldaan te worden aan de eisen die het waterschap en het gemeentelijke waterbeleid hieraan stellen;
-
i. de bepalingen als opgenomen in Artikel 10 Gemengd - 2 zijn van overeenkomstige toepassing.