direct naar inhoud van 4.13 Vormvrije mer-beoordeling
Plan: Bedrijventerrein De Wetering
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0491.BP1231BT001-vg01

4.13 Vormvrije mer-beoordeling

Toetsingskader

In onderdeel C en D van de bijlage bij het Besluit m.e.r. is aangegeven welke activiteiten in het kader van het bestemmingsplan planmer-plichtig, projectmer-plichtig of mer-beoordelingsplichtig zijn. Voor deze activiteiten zijn in het Besluit m.e.r. drempelwaarden opgenomen. Daarnaast dient het bevoegd gezag bij de betreffende activiteiten die niet aan de bijbehorende drempelwaarden voldoen, na te gaan of sprake kan zijn van belangrijke nadelige gevolgen voor het milieu, gelet op de omstandigheden als bedoeld in bijlage III van de EEG-richtlijn milieueffectbeoordeling. Deze omstandigheden betreffen:

  • de kenmerken van de projecten;
  • de plaats van de projecten;
  • de kenmerken van de potentiële effecten.

Onderzoek en conclusies

De wijziging of uitbreiding van een industrieterrein maakt een bestemmingsplan mer-beoordelingsplichtig als de uitbreiding een oppervlak van 75 ha of meer omvat. Ook een stedelijk ontwikkelingsproject kan mer-beoordelingsplichtig zijn bij een oppervlak van 100 ha of een bruto vloeroppervlak van 200.000 m². Dat is hier duidelijk niet aan de orde: de ruimtelijke ontwikkelingen in dit bestemmingsplan10 hebben betrekking op hooguit 5 ha. Te weten: de ontwikkeling bij het entree van het bedrijventerrein (Hof ter Bergen) en het perceel Provincialeweg 9b.

Voor uitbreidingen die onder de genoemde drempels vallen (ontwikkeling bedrijvigheid van minstens 75 ha, stedelijk ontwikkelingsproject van 100 ha of een bruto vloeroppervlak van 200.000 m²) is formeel nog sprake van een vormvrije mer-beoordeling. Hierbij wordt bekeken of er belangrijke negatieve milieugevolgen op kunnen treden die het doorlopen van een volledige projectmer-procedure noodzakelijk maken.

Gelet op de kenmerken van het project (zoals het kleinschalige karakter in vergelijking met de drempelwaarden uit het Besluit m.e.r.), de plaats van het project en de kenmerken van de potentiële effecten zullen geen belangrijke negatieve milieugevolgen optreden. Dit blijkt ook uit de onderzoeken van de verschillende milieuaspecten zoals deze in de volgende paragrafen zijn opgenomen. Voor het bestemmingsplan is dan ook geen projectmer-procedure of mer-beoordelingsprocedure noodzakelijk conform het Besluit m.e.r.

De vestiging van bedrijvigheid die in het milieuspoor mogelijk mer-beoordelingsplichtig of projectmer-plichtig zijn wordt uitgesloten. Er is voor het bestemmingsplan dan ook geen sprake van een planmer-plicht.