direct naar inhoud van Artikel 10 Wonen
Plan: Bedrijventerrein De Wetering
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0491.BP1231BT001-vg01

Artikel 10 Wonen

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Wonen' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het wonen, daaronder begrepen aan-huis-gebonden beroepen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'kantoor': tevens een kantoor
  • c. bij deze bestemming behorende voorzieningen, zoals erven, nutsvoorzieningen, parkeervoorzieningen, tuinen en water.

10.2 Bouwregels

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

10.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. per bestemmingsvlak is één woning toegestaan;
  • b. de goothoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale goothoogte (m)' aangegeven goothoogte;
  • c. de bouwhoogte van hoofdgebouwen bedraagt ten hoogste de ter plaatse van de aanduiding 'maximale bouwhoogte (m)' aangegeven bouwhoogte.

10.2.2 Erfbebouwing
  • a. aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen worden tenminste 1 m achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen bedraagt ten hoogste 50% van het zij- en achtererf met een maximum van 50 m²;
  • c. wanneer aan- en uitbouwen, bijgebouwen en overkappingen niet in perceelsgrenzen worden gebouwd, bedraagt de afstand ervan tot perceelsgrenzen tenminste 1 m.

10.2.3 Bouwwerken, geen gebouwen zijnde
  • a. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor (het verlengde) van de voorgevel bedraagt ten hoogste 1 m;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • c. de bouwhoogte van geluidschermen ter plaatse van de aanduiding 'geluidscherm' bedraagt ten hoogste 5 m;
  • d. de bouwhoogte van antennemasten ter plaatse van de aanduiding 'antennemast' bedraagt ten hoogste 25 m;
  • e. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m.

10.3 Afwijken van de bouwregels
10.3.1 Dakopbouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.1 onder b en 10.2.1 onder c ten behoeve van dakopbouwen, met dien verstande dat dakopbouwen niet zijn toegestaan in combinatie met een dakkapel op hetzelfde dakvlak.

10.3.2 Mantelzorg

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2  onder b ten behoeve van bijgebouwen voor het verlenen van mantelzorg, met dien verstande dat:

  • a. de zorgbehoefte wordt aangetoond door een arts anders dan de eigen huisarts;
  • b. de tijdelijke ontheffing geldt zo lang de zorgbehoefte, zoals bedoeld onder a, bestaat;
  • c. ten minste 30% van het zij- en achtererf onbebouwd blijft;
  • d. het verlenen van ontheffing niet leidt tot beperking van andere functies.

10.4 Specifieke gebruiksregel
10.4.1 Bewoning bijgebouwen

Het gebruik van vrijstaande bijgebouwen voor bewoning is niet toegestaan.

10.4.2 Beroep-aan-huis

Kantoor- en praktijkruimten ten behoeve van aan-huis-gebonden beroepen zijn toegestaan met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie de primaire functie blijft;
  • b. de totale oppervlakte van kantoor- en praktijkruimten ten hoogste 25 m² bedraagt;
  • c. voor het beroep-aan-huis in voldoende parkeergelegenheid wordt voorzien;
  • d. het beroep door de bewoner(s) van het pand wordt uitgeoefend;
  • e. detailhandel uitsluitend is toegestaan voor zover deze gerelateerd is aan het aan-huis-gebonden beroep en daaraan ondergeschikt is met een maximumaandeel van 10% van de totale omzet.

10.4.3 Kantoor

Ten behoeve van het kantoor als bedoeld in lid 10.1 onder b gelden de volgende gebruiksregels:

  • a. voor het kantoor wordt in voldoende parkeergelegenheid voorzien;
  • b. de parkeergelegenheid wordt landschappelijk ingepast;
  • c. het kantoor biedt ruimte aan ten hoogste 5 werkplekken, met dien verstande dat in ieder geval de bewoner van de bijbehorende woning hier werkzaam is.

10.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 10.1  ten behoeve van uitvoeren van kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten aan huis, met dien verstande dat:

  • a. de woonfunctie de primaire functie blijft;
  • b. de totale oppervlakte voor kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten ten hoogste 25 m² bedraagt;
  • c. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten voortkomen uit ten hoogste categorie B1 van de Staat van Bedrijfsactiviteiten 'functiemenging';
  • d. op eigen terrein in de benodigde parkeerruimte wordt voorzien;
  • e. de kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten door de bewoner(s) van het pand wordt uitgeoefend;
  • f. detailhandel uitsluitend is toegestaan voor zover deze gerelateerd is aan de bedrijfsmatige activiteiten en daaraan ondergeschikt is met een maximumaandeel van 10% van de totale omzet.