direct naar inhoud van Artikel 17 Tuin
Plan: Dorpsgebied
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0491.BP1030DG001-VG01

Artikel 17 Tuin

17.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Tuin' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. tuinen bij de op de aangrenzende gronden gelegen hoofdgebouwen;
  • b. ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden': tevens behoud, herstel en ontwikkeling van natuur- en landschapswaarden.

17.2 Bouwregels
17.2.1 Algemeen

Op deze gronden mag worden gebouwd en gelden de volgende regels:

  • a. op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen en overkappingen zijnde, worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van erfafscheidingen voor de voorgevel en het verlengde daarvan bedraagt ten hoogste 1 m;
  • c. de bouwhoogte van erfafscheidingen elders bedraagt ten hoogste 2 m;
  • d. de bouwhoogte van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde, bedraagt ten hoogste 3 m;
  • e. een paardenbak is uitsluitend toegestaan ter plaatse van het perceel Tussenlanen 17c met inachtneming van de volgende regels:
    • 1. de paardenbak wordt gesitueerd achter het hoofdgebouw;
    • 2. de afstand van de paardenbak bedraagt tenminste:
      tot de openbare weg   20 m  
      tot de boveninsteek van de sloot   1,5 m  
      tot woningen van derden   25 m  
    • 3. de oppervlakte van de paardenbak bedraagt ten hoogste 800 m²;
    • 4. de bouwhoogte van hekwerken rondom de paardenbak bedraagt ten hoogste 1,5 m;
    • 5. lichtmasten zijn niet toegestaan.

17.2.2 Specifieke bouwaanduiding - 1

In afwijking van het bepaalde onder 17.2.1 onder a, zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 1' bijgebouwen en overkappingen toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduidingsgrenzen per bouwperceel ten hoogste 10 m² bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van gebouwen en overkappingen ten hoogste 3 mbedraagt.

17.2.3 Specifieke bouwaanduiding - 2

In afwijking van het bepaalde onder 17.2.1 onder a, zijn ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 2' bijgebouwen en overkappingen toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de totale oppervlakte van gebouwen en overkappingen binnen de aanduidingsgrenzen per bouwperceel ten hoogste 80 m² bedraagt;
  • b. de goothoogte van gebouwen en overkappingen ten hoogste 3mbedraagt.

17.2.4 Specifieke bouwaanduiding - 3

In afwijking van het bepaalde onder 17.2.1 onder a, is ter plaatse van de aanduiding 'specifieke bouwaanduiding - 3' een aan- of uitbouw toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte van de aan- of uitbouw binnen de aanduidingsgrenzen ten hoogste 12 m² bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van de aan- of uitbouw ten hoogste 3 mbedraagt.

17.2.5 Tuinen met landschapswaarden

In afwijking van het bepaalde onder 17.2.1 onder a, zijn ter plaatse van de aanduiding 'landschapswaarden' bijgebouwen en overkappingen toegestaan, met dien verstande dat:

  • a. de oppervlakte van bijgebouwen en overkappingen binnen de aanduidingsgrenzen ten hoogste 25 m² bedraagt;
  • b. de bouwhoogte van bijgebouwen en overkappingen ten hoogste 3 mbedraagt.

17.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van werken, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
17.3.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden op of in de gronden met de aanduiding 'landschapswaarde' zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerk zijnde, aan te leggen of de volgende werkzaamheden uit te voeren:

  • a. het aanleggen of verharden van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen met een oppervlakte groter dan 100 m²;
  • b. het aanleggen of aanbrengen van oeverbeschoeiingen, kaden en aanlegplaatsen;
  • c. het verwijderen, kappen of rooien van bomen of het verwijderen van oevervegetaties.

17.3.2 Uitzonderingen op het aanlegverbod

Het verbod van lid 17.3.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:

  • a. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
  • b. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.

17.3.3 Voorwaarde voor een omgevingsvergunning

De werken of werkzaamheden als bedoeld in lid 17.3.1 zijn slechts toelaatbaar, indien daardoor de landschapswaarden niet onevenredig worden of kunnen worden aangetast.