direct naar inhoud van Artikel 37 Algemene wijzigingsregels
Plan: Buitengebied 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0491.BP1030BG011-vg01

Artikel 37 Algemene wijzigingsregels

Burgemeester en wethouders zijn bevoegd het plan te wijzigen, ten behoeve van:

  • a. het oprichten van gebouwen ten dienste van (openbare) nutsvoorzieningen met een bovengrondse inhoud van ten hoogste 150 m3 en een goothoogte van ten hoogste 4 m, zulks voor zover deze op grond van het bepaalde in artikel 26, algemene ontheffingsbepaling, niet kunnen worden gebouwd;
  • b. een afwijking ten aanzien van bestemmingsgrenzen, bebouwingsgrenzen en overige aanduidingen op de kaart in het horizontale vlak die noodzakelijk is, ofwel ter aanpassing aan de bij uitmeting blijkende werkelijke toestand van het terrein, dan wel indien dit uit het oogpunt van doelmatig gebruik van de grond en bebouwing gewenst is en er geen dringende redenen zijn die zich hiertegen verzetten en mits die afwijking ten opzichte van hetgeen op de kaart is aangegeven, niet meer dan 15 m bedraagt;
  • c. een vanuit het oogpunt van doelmatig gebruik noodzakelijke afwijking ten aanzien van de voorgeschreven hoogte van gebouwen, hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde, grondoppervlakte van bebouwing, onderlinge afstand tussen gebouwen, afstand tot perceelsgrenzen en overige aanduidingen, eventueel met een overschrijding van de bebouwingsgrenzen, mits die afwijkingen meer bedraagt dan 10% maar minder dan 20% van de in het plan voorgeschreven maten, afstanden, oppervlakten en percentages.
  • d. het wijzigen van de bestemming van de gronden gelegen binnen de aanduiding "grens wijzigingsbevoegdheid 1" in de bestemming "Bedrijf - Nutsvoorziening, met de aanduiding waterwinbedrijf als bedoeld in artikel 5 van deze regels onder de voorwaarde dat bij wijziging geen bouwvlak wordt opgenomen.
  • e. het wijzigen van de bestemming van de gronden binnen de aanduiding “grens wijzigingsbevoegdheid 2” ten behoeve van een volwaardig grondgebonden graasdierbedrijf, met dien verstande dat:
    • 1. de diepte van het agrarisch bedrijfscentrum niet meer mag bedragen dan 150 m vanaf de weg, de breedte van het agrarisch bedrijfscentrum niet meer mag bedragen dan 70 m, waarbij de oppervlakte van het agrarisch bedrijfscentrum niet meer mag bedragen dan 1 ha;
    • 2. ten behoeve van bebouwing het bepaalde in artikel 3 lid 2.2 overeenkomstig van toepassing is;
    • 3. de bedrijfsactiviteiten geen hinder mogen opleveren voor omliggende burgerwoningen.
  • f. het wijzigen van de bestemming van de gronden binnen de aanduiding “grens wijzigingsbevoegdheid 3” ten behoeve van een pizzeria als ondergeschikte nevenactiviteit.
  • g. het wijzigen van de bestemming van de gronden gelegen aan de achterzijde van de percelen langs de Lekdijk in de ter plaatse van het perceel geldende bestemming ter compensatie van het verlies aan grond aan de voorzijde van deze percelen als gevolg van het project dijkverzwaring onder de voorwaarde dat:
    • 1. de oppervlakte van de gronden waarvan de bestemming wijzigt niet meer mag bedragen dan de oppervlakte die aan de voorzijde teniet gaat;
    • 2. de bouwmogelijkheden niet worden vergroot.
  • h. het wijzigen van de bestemmingen “Agrarisch met waarden“ ten behoeve van het realiseren van een hoofdwatergang onder de voorwaarde dat:
    • 1. de noodzaak van deze watergang is aangetoond;
    • 2. deze watergang landschappelijk zal worden ingepast;
    • 3. afstemming met bewoners in de omgeving heeft plaatsgevonden.