direct naar inhoud van Artikel 31 Waarde - Natuur en landschap
Plan: Buitengebied 2011
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0491.BP1030BG011-vg01

Artikel 31 Waarde - Natuur en landschap

31.1 Bestemmingsomschrijving
31.1.1

De voor Waarde - Natuur en landschap aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemmingen, mede bestemd voor:

  • a. de waterhuishouding;
  • b. rietlanden, grienden, oeverstroken en graslanden;
  • c. behoud, versterking en herstel van de aan de gronden eigen zijnde landschappelijke en natuurlijke waarde;
  • d. agrarisch gebruik.
31.1.2

De belangen van de in lid 31.1.1 bedoelde dubbelbestemming zijn primair ten opzichte van de belangen van de andere daar voorkomende bestemmingen.

31.2 Bouwregels
31.2.1

Ten aanzien van de in lid 31.1 bedoelde gronden gelden de volgende bouwregels:

  • a. gebouwen zijn niet toegestaan;
  • b. de hoogte van bouwwerken, geen gebouwen zijnde mag niet meer bedragen dan 1,50 m.
31.2.2

Ten aanzien van de in lid 31.1 bedoelde andere daar voorkomende bestemmingen geldt dat gebouwd mag worden conform de voor die bestemmingen geldende bouwregels.

31.3 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
31.3.1 Verbod

Het is verboden op de in lid 31.1 bedoelde gronden de navolgende werken (geen bouwwerken zijnde) of werkzaamheden uit te voeren, te doen of laten uitvoeren, zonder of in afwijking van een schriftelijke vergunning van burgemeester en wethouders:

  • a. het aanbrengen van oppervlakteverhardingen;
  • b. het vellen, rooien of anderszins ernstig beschadigen van houtopstanden;
  • c. het planten van houtgewas anders dan ten dienste van de griendcultuur;
  • d. het verwijderen van natuurlijke vegetatie alsmede het scheuren van grasland;
  • e. het verrichten van bodemwerkzaamheden;
  • f. het vergroten of verkleinen van watergangen en waterpartijen.

31.3.2 Uitzonderingen

Het bepaalde in lid 31.3.1 is niet van toepassing op werken en werkzaamheden die:

  • a. normale onderhoudswerkzaamheden inhouden;
  • b. vanuit het oogpunt van ruimtelijke ordening van niet-ingrijpende betekenis zijn;
  • c. worden uitgevoerd in het kader van een verleende vergunning op grond van de Natuurbeschermingswet.

31.3.3 Toelaatbaarheid

Een vergunning als bedoeld in lid 31.3.1 wordt uitsluitend verleend indien het waterstaatkundig belang alsmede de landschappelijke en de natuurwaarde niet in onevenredige mate worden aangetast.