Artikel 27 Leiding - Olie
27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor 'Leiding - Olie' aangewezen gronden zijn, behalve voor de andere daar voorkomende bestemming(en), mede bestemd voor een aardolieproductenleiding met een diameter van ten hoogste 24 inch en een druk van ten hoogste 40 bar.
27.1.1 Prioriteitstelling
Indien er strijd ontstaat tussen het bepaalde in de bestemming 'Leiding - Olie' en het bepaalde in de overige daar voorkomende bestemmingen, prevaleert het bepaalde in de bestemming 'Leiding - Olie'.
27.2 Bouwregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen mag:
-
c. binnen een afstand van 5 meter aan weerszijden van de gasleiding geen nieuw bouwwerk worden gebouwd;
-
d. ten behoeve van de andere, voor deze gronden geldende bestemming(en) mag - met inachtneming van de voor de betrokken bestemming(en) geldende (bouw)regels - uitsluitend worden gebouwd, indien het bouwplan betrekking heeft op vervanging, vernieuwing of verandering van bestaande bouwwerken, waarbij de oppervlakte, voor zover gelegen op of onder peil, niet wordt uitgebreid en gebruik wordt gemaakt van de bestaande fundering.
27.3 Afwijken van de bouwregels
Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van lid 27.2 onder b. De omgevingsvergunning wordt verleend, indien:
-
a. de bij de betrokken bestemming(en) behorende bouwregels in acht worden genomen;
-
b. het belang van de leiding(en) door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad;
-
c. er geen sprake is van onaanvaardbare risico's in het kader van externe veiligheid;
-
d. geen nieuwe kwetsbare objecten worden toegestaan.
27.4 Specifieke gebruiksregels
In afwijking van het bepaalde bij de andere daar voorkomende bestemmingen zijn op de voor 'Leiding - Olie' bedoelde gronden geen nieuwe kwetsbare en beperkt kwetsbare objecten toegestaan.
27.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
27.5.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden zonder of in afwijking van omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag op de in lid 27.1 onder a bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:
-
a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
-
b. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
-
c. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
-
d. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen.
27.5.2 Uitzonderingen op aanlegverbod
Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is nodig voor:
-
a. andere-werken die het normale onderhoud en beheer betreffen;
-
b. andere-werken die in uitvoering zijn op het tijdstip van het van kracht worden van dit plan of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde of verleende vergunning.
27.5.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
-
a. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden als bedoeld in lid 27.5.1 mag alleen en moet worden geweigerd indien door het uitvoeren van de andere-werken, dan wel door de daarvan hetzij direct, hetzij indirect te verwachten gevolgen blijvend onevenredig afbreuk wordt gedaan aan de mogelijkheid van een adequaat beheer of de veiligheid van de ondergrondse leidingen en hieraan door het stellen van voorwaarden niet of onvoldoende tegemoet kan worden gekomen.
-
b. Een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden wordt niet eerder verleend dan nadat schriftelijk advies is verkregen van de leidingbeheerder.