direct naar inhoud van Artikel 12 Recreatie - Oeverzone
Plan: Zuidrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPZUR2009-VI02

Artikel 12 Recreatie - Oeverzone

12.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Recreatie - Oeverzone' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud en de ontwikkeling van natuurwaarden;
  • b. dagrecreatie (extensief);
  • c. dagrecreatie (intensief); daar waar is toegestaan;
  • d. horeca in de vorm van restaurants;
  • e. een wellnesscentrum;
  • f. een kantoor ten dienste van de bestemming, met de bijbehorende opslag en werkplaats;
  • g. sport- en trimbanen;
  • h. modelspoorbaan met bijbehorende voorzieningen;
  • i. ruiterpaden;
  • j. ter plaatse van de aanduiding 'parkeerterrein': tevens een parkeerterrein;
  • k. een tunnel voor (rail)verkeersdoeleinden, ter plaatse van de aanduiding 'tunnel';

met daaraan ondergeschikt:

  • l. groen- en speelvoorzieningen;
  • m. wegen en paden;
  • n. lig- en speelweiden;
  • o. parkeervoorzieningen;
  • p. nutsvoorzieningen;
  • q. water en waterhuishoudkundige voorzieningen;
  • r. steigers.
12.2 Bouwregels

Op de in lid 12.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden:

12.2.1 Hoofdgebouwen
  • a. hoofdgebouwen mogen uitsluitend gebouwd worden binnen het bouwvlak;
  • b. het bouwvlak mag voor 100% worden bebouwd, tenzij ter plaatse van de aanduiding 'maximum bebouwingspercentage' anders is aangegeven;
  • c. de voorgevel van het hoofdgebouw wordt in de voorgevelrooilijn gebouwd;
  • d. de goot- en- bouwhoogte bedraagt mag niet meer bedragen dan ter plaatse van de aanduiding 'maximale goot- en bouwhoogte' is aangegeven, dan wel de ten tijde van terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan bestaande grotere goot- en bouwhoogte;
  • e. de dakhelling bedraagt maximaal 45 graden met dien verstande dat bestaande dakhellingen niet mogen worden vergroot.
12.2.2 Bijbehorende bouwwerken
  • a. bijbehorende bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de gezamenlijke oppervlakte van bijbehorende bouwwerken mag buiten het bouwvlak niet meer bedragen dan 1.000 m2, met dien verstande dat de oppervlakte per bijbehorend bouwwerk maximaal 50 m2 mag bedragen;
  • c. bijbehorende bouwwerken dienen achter (het verlengde van) de voorgevel van het hoofdgebouw en evenwijdig naar de weggekeerde grens te worden gebouwd;
  • d. de bouwhoogte van aangebouwde bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan de hoogte van de eerste bouwlaag tot een maximum van 4 meter;
  • e. de bouwhoogte van vrijstaande bijbehorende bouwwerken mag niet meer bedragen dan 6 meter;
  • f. in afwijking van het bepaalde onder b, d en e geldt dat indien de afmetingen van bestaande bijbehorende bouwwerken groter zijn dan de hiervoor genoemde afmetingen, de afmetingen van bestaande bijbehorende bouwwerken de maximale afmetingen zijn.
12.2.3 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. andere bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan:
    • 1. 8 meter voor lichtmasten;
    • 2. 18 meter voor scheepvaartvoorzieningen;
    • 3. 2 meter voor erf- en terreinafscheidingen;
    • 4. 3 meter voor reclamezuilen;
    • 5. 10 meter voor overige andere bouwwerken.
12.3 Afwijken van de bouwregels
12.3.1 Afwijken ten behoeve van gebouwen

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in artikel 12.2.1 ten behoeve van het oprichten van gebouwen, waarbij de volgende regels gelden:

  • a. de inhoud van gebouwen mag ten hoogste 250 m³ bedragen;
  • b. de goothoogte van de gebouwen mag ten hoogste 4,5 meter bedragen;
  • c. de bouwhoogte van de gebouwen mag ten hoogste 10 meter bedragen.
12.3.2 Afwijken ten behoeve van masten voor cameratoezicht

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 12.2.3 voor het realiseren van een mast voor cameratoezicht ten behoeve van de openbare orde en veiligheid, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.
12.4 Specifieke gebruiksregels

Voor de bestemming 'Recreatie - Oeverzone' zijn de volgende specifieke gebruiksregels van toepassing:

  • a. het aantal parkeervoorzieningen in overeenstemming is met de gemeentelijke parkeernota.
12.5 Afwijken van de gebruiksregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning van het bepaalde in lid 12.1voor het toestaan van een ander gebruik dan ter plaatse is toegestaan.

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad waarbij het milieueffect van het beoogde bedrijf nadrukkelijk wordt meegewogen en waarbij bijlage Staat van Bedrijfsactiviteiten en/of de bijlage Staat van Horeca-activiteiten mede betrokken wordt;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.