direct naar inhoud van Artikel 10 Natuur
Plan: Zuidrand
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPZUR2009-VI02

Artikel 10 Natuur

10.1 Bestemmingsomschrijving

De voor 'Natuur' aangewezen gronden zijn bestemd voor:

  • a. het behoud en herstel van de aldaar voorkomende dan wel daaraan eigen natuurlijke, landschappelijke en cultuurhistorische waarden, alsmede voor de griend-, riet- en biezencultuur;
  • b. beplanting en water in een landschappelijk samenhangend verband;
  • c. verkeersvoorzieningen ten behoeve van het scheepvaartverkeer;
  • d. ter plaatse van de aanduiding 'ontsluiting' mag een ontsluiting worden gerealiseerd;

met daaraan ondergeschikt:

  • e. bij de bestemming behorende bouwwerken en voorzieningen;
  • f. nutsvoorzieningen;
  • g. recreatief medegebruik, onder andere door de aanleg van paden, is toegestaan.
10.2 Bouwregels

Op de in lid 10.1 bedoelde gronden mogen uitsluitend bouwwerken ten dienste van de bestemming worden gebouwd, waarbij de volgende regels gelden:

10.2.1 Bestaande bebouwing

Voor bestaande bebouwing gelden de volgende regels:

  • a. de oppervlakte, de inhoud en de hoogte van bebouwing, die aanwezig is ten tijde van de terinzagelegging van het ontwerp van het bestemmingsplan, is als ten hoogste toelaatbaar.
10.2.2 Andere bouwwerken

Voor het bouwen van andere bouwwerken gelden de volgende regels:

  • a. andere bouwwerken mogen zowel binnen als buiten het bouwvlak worden gebouwd;
  • b. de bouwhoogte van andere bouwwerken mag niet meer bedragen dan 3 meter.
10.3 Afwijken van de bouwregels

Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning afwijken van het bepaalde in lid 10.2.2 voor het realiseren van een mast voor cameratoezicht ten behoeve van de openbare orde en veiligheid, mits:

  • a. de belangen van de eigenaren en/of gebruikers van betrokken en nabijgelegen gronden niet onevenredig worden geschaad;
  • b. het straat- en bebouwingsbeeld en de verkeersveiligheidsbelangen niet onevenredig worden geschaad;
  • c. de afwijking voorzien wordt van een ruimtelijke motivatie.
10.4 Specifieke gebruiksregels

Voor de bestemming 'Natuur' zijn de volgende specifieke gebruiksregels van toepassing:

  • a. recreatief medegebruik, onder andere door de aanleg van paden, is toegestaan;
  • b. de aanleg van rijbakken voor paarden en pony's is niet toegestaan;
  • c. bestaand gebruik voor akker- en tuinbouwgrond is toegestaan, waaronder begrepen (moes)tuinen binnen een zone van 15 meter ten opzichte van de aangrenzende woonbestemmingen.
10.5 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden
10.5.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning

Het is verboden zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden van het bevoegd gezag op de in lid 10.1 bedoelde gronden de volgende andere werken uit te voeren:

  • a. het ontgronden, vergraven, afgraven, egaliseren, diepploegen, woelen en mengen en ophogen van gronden;
  • b. het scheuren van grasland;
  • c. het aanleggen, verbreden en verharden van wegen, paden, banen, parkeervoorzieningen en andere oppervlakteverhardingen;
  • d. het aanleggen, verdiepen, verbreden en dempen van sloten, watergangen en overige waterpartijen;
  • e. het aanleggen van ondergrondse of bovengrondse transport-, energie- en/of communicatieleidingen en daarmee verband houdende constructies, installaties en apparatuur;
  • f. het aanbrengen of verwijderen van diepwortelende beplantingen, het bebossen en aanplanten van gronden en het rooien en/of kappen van bos of andere houtgewassen;
  • g. het vellen of rooien van houtgewas of rietkragen of biezen, anders dan bij wijze van verzorging van de aanwezige houtopstand, dan wel in het kader van de griend-, riet- of biezencultuur;
  • h. het zaaien en inplanten van hout- of struikgewas, het bebossen van gronden;
  • i. het verrichten van exploratieboringen;
  • j. het aanbrengen van steigers, vlonders of beschoeiingen.
10.5.2 Uitzondering op aanlegverbod

Geen omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of van werkzaamheden is nodig voor:

  • a. andere werken die het normale onderhoud, gebruik en beheer betreffen;
  • b. andere werken die op het moment van het van kracht worden van het plan in uitvoering zijn of uitgevoerd kunnen worden op grond van een voor dat tijdstip aangevraagde dan wel verleende vergunning.