27.1 Bestemmingsomschrijving
De voor Leiding - Gas 1 aangewezen gronden zijn - behalve voor de andere aldaar voorkomende bestemming(en) - primair bestemd voor een aardgastransportleiding met een diameter van ten hoogste 36 inch en een druk van ten hoogste 66 bar.
27.1.1 Prioriteitenstelling
In geval van strijdigheid van bepalingen gaan de bepalingen van dit artikel vóór de bepalingen die op grond van andere artikelen op de desbetreffende gronden van toepassing zijn. Verder geldt voor zover de op de verbeelding weergegeven dubbelbestemming geheel of gedeeltelijk samenvallen, dat de dubbelbestemming Leiding - Gas 1 voorrang krijgt.
27.4 Omgevingsvergunning voor het uitvoeren van een werk, geen bouwwerk zijnde, of werkzaamheden
27.4.1 Aanlegverbod zonder omgevingsvergunning
Het is verboden op of in de gronden met de bestemming Leiding - Gas 1 zonder of in afwijking van een omgevingsvergunning de volgende werken, geen bouwwerken zijnde, of de volgende werkzaamheden uit te voeren:
-
a. het aanleggen van wegen of paden en het aanbrengen van andere oppervlakteverhardingen;
-
b. het aanbrengen van diepwortelende beplanting en bomen;
-
c. het aanleggen van andere kabels en leidingen dan in de bestemmingsomschrijving is aangegeven, en het aanbrengen van daarmee verband houdende constructies, installaties of apparatuur;
-
d. het indrijven van voorwerpen in de bodem, zoals damwanden, heipalen, lichtmasten, wegwijzers en ander straatmeubilair;
-
e. het permanent opslaan van goederen;
-
f. het uitvoeren van grondbewerkingen, waartoe worden gerekend afgraven, woelen, mengen, diepploegen, egaliseren, ontginnen, ophogen en aanleggen van drainage;
-
g. het aanleggen, vergraven, verruimen of dempen van sloten, vijvers en andere wateren.
27.4.2 Uitzondering op het aanlegverbod
Het verbod in lid 27.4.1 is niet van toepassing op werken of werkzaamheden die:
-
a. noodzakelijk zijn voor de uitvoering van een bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is verleend, zoals in lid 27.3 bedoeld;
-
b. normaal onderhoud en beheer ten dienste van de bestemming betreffen;
-
c. reeds in uitvoering zijn op het tijdstip van de inwerkingtreding van het plan.
27.4.3 Voorwaarden voor een omgevingsvergunning
De werken en werkzaamheden, zoals in lid 27.4.1 bedoeld, zijn slechts toelaatbaar, indien:
-
a. het leidingbelang daardoor niet onevenredig wordt geschaad;
-
b. van tevoren schriftelijk advies wordt gevraagd bij de leidingbeheerder.