direct naar inhoud van 7.3 De bestemmingen
Plan: Lagewei-Vrouwenpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPWGO20090004-VI01

7.3 De bestemmingen

Ten behoeve van een goede ruimtelijke ordening zijn aan de in het plan begrepen gronden bestemmingen toegewezen. De bestemming is het centrale onderdeel van een bestemmingsplan. Niet iedere functie leent zich voor een bestemming. Of dit zo is, hangt af van de ruimtelijke relevantie ofwel van de mate waarin de betrokken functie invloed heeft op zijn omgeving of daaraan eisen stelt. Behalve om functies gaat het bij bestemmingen altijd om concreet ruimtegebruik of om fysiek aanwezige ruimtelijke objecten. In het bestemmingsplan zijn verschillende bestemmingen opgenomen. In deze paragraaf worden de bestemmingen in het plangebied behandeld en beknopt toegelicht.

Wonen

Omwille van de leesbaarheid en begrijpelijkheid is ervoor gekozen om een onderverdeling aan te brengen binnen de bestemming 'Wonen'. Hierbij wordt een onderscheidt gemaakt in meerdere soorten woonbestemmingen die corresponderen met het type woningen dat in het plangebied voorkomt. In de op te stellen bestemmingsplannen van de gemeente Barendrecht zal onderstaande systematiek toegepast worden. Voor iedere soort bestemming die is aangegeven met een cijfer gelden afwijkende bouw- en/of gebruiksregels. De bestemming 'Wonen - 2' komt niet voor in het plangebied en is daarom ook niet benoemd. Het gaat bij deze bestemming om grondgebonden woningen waarvoor uit ruimtelijk oogpunt een strak op de bebouwing begrensd bouwvlak gewenst is.

De bestemming 'Wonen - 1' is toegekend aan de reeds uitgewerkte delen van het plangebied waarbinnen uitsluitend grondgebonden woningen zijn toegestaan. Hierbij zijn regels opgenomen ten aanzien van aan te houden afstanden van hoofdgebouwen tot aan de perceelsgrenzen, de diepte van hoofdgebouwen, hoogte en dergelijke. Ook is de ligging en de maatvoering van de erfbebouwing vastgelegd.

Aangezien de bestaande woningen langs de Middeldijk reeds voorzien zijn van een passende regeling in het vigerende bestemmingsplan Buitengebied-Oost wordt hierbij aansluiting gezocht. Deze tot de lintbebouwing van de dijken behorende woonbebouwing wordt bestemd als 'Wonen - 3'. Het ruimtelijk beeld van de dijken wordt mede bepaald door de groene voorerven en het directe zicht vanaf de hoger gelegen dijken naar de voorerven van de als 'Wonen - 3' bestemde percelen. Daar waar mogelijk is rekening gehouden met een verruiming van de percelen in verband met de planontwikkeling. Deze bestemming is gericht op het vastleggen van de huidige situatie. Ook is de ligging en de maatvoering van de erfbebouwing vastgelegd, zodat op basis van de huidige situatie eventuele uitbreidingsmogelijkheden duidelijk zijn.

De bestemming 'Wonen - 4' is toegekend aan de reeds uitgewerkte delen van het plangebied waarbinnen uitsluitend gestapelde woningen zijn toegestaan. Hierbij zijn met name regels opgenomen ten aanzien van de maatvoering.

De bestemming 'Wonen - 5' is toegekend aan de voorziene parkrandwoningen in Vrouwenpolder. Binnen deze bestemming zijn uitsluitend vrijstaande woningen toegestaan. Aangezien de percelen zodanig ruim zijn, is er hierbij voor gekozen om regels op te nemen ten aanzien van aan te houden afstanden van hoofdgebouwen tot aan de perceelsgrenzen, de oppervlakte respectievelijk inhoud van hoofdgebouwen, hoogtes en dergelijke. Het aantal parkrandwoningen bedraagt maximaal één per bouwvlak. Daarnaast is de ligging en de maatvoering van de erfbebouwing vastgelegd met name gezien de bijzondere ligging aan het park en het water.

Woningsplitsing is in geen geval toegestaan binnen de woonbestemming. Hierdoor wordt voorkomen dat het aantal woningen toe kan nemen.

Aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten

In de bestemmingsomschrijving is een regeling opgenomen voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten voor de grondgebonden woningen. Wat hieronder dient te worden verstaan, volgt uit de begrippen in combinatie met de regeling zoals opgenomen in de bestemmingsomschrijving.

De regeling bevat ook een kwalitatief criterium waaruit volgt dat het beroep of de activiteit geen afbreuk mag doen aan de ruimtelijke uitstraling van de woning en de woonomgeving. Omdat de toetsing aan dit criterium sterk zal afhangen van de omstandigheden en de feiten van het concrete geval, is het onwenselijk dit criterium in het bestemmingsplan verder uit te werken.

Uit te werken bestemming voor Wonen (W-U-1, W-U-2 en W-U-3)

Ten behoeve van de ontwikkeling van de resterende woongebieden in Lagewei is voor de betreffende gronden de bestemming 'Wonen - Uit te werken - 1' en 'Wonen - Uit te werken - 2' opgenomen, met uitwerkingsplicht ex artikel 3.6 van de Wro. Ten behoeve van de ontwikkeling van het woongebied in Vrouwenpolder is voor de betreffende gronden de bestemming 'Wonen - Uit te werken - 3' opgenomen, met uitwerkingsplicht ex artikel 3.6 van de Wro.

De gronden met de bestemming 'Wonen - Uit te werken - 1' zijn bestemd voor het wonen in de vorm van gestapelde woningen en grondgebonden woningen (en in samenhang daarmee voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten), alsmede voor bijbehorende voorzieningen.

De gronden met de bestemming 'Wonen - Uit te werken - 2' zijn bestemd voor het wonen in de vorm van gestapelde woningen en voor bijbehorende voorzieningen.

De gronden met de bestemming 'Wonen - Uit te werken - 3' zijn bestemd voor het wonen in de vorm van gestapelde woningen en grondgebonden woningen (en in samenhang daarmee voor aan-huis-gebonden beroepen en kleinschalige bedrijfsmatige activiteiten), alsmede voor bijbehorende voorzieningen. Daarnaast is nabij de entree van Vrouwenpolder door middel van de toepassing van de aanduiding 'maatschappelijk' ook ruimte gereserveerd voor het realiseren van niet-woonfuncties. Hiermee wordt de mogelijkheid geboden in dit gebied een brede (basis)school te realiseren.

In de regeling zijn uitwerkingsregels opgenomen, welke betrekking hebben op het programma, de bebouwing, de stedenbouwkundige opzet, de ontsluiting, groen en water. De gewenste ruimtelijke hoofdstructuur van het plangebied is op de verbeelding vastgelegd door de opname van de reeds bekende verkeersstructuur en de belangrijke water- en groenzones.

Maatschappelijk

Aan de gronden voor de voorzieningen in het zuidoostelijk deel van het plangebied, is de bestemming 'Maatschappelijk' toegekend. Deze bestemming maakt de realisering en uitbreiding van de scholen, sportvoorzieningen, jeugdvoorzieningen, de kerk, maatschappelijke dienstverlening zoals fysiotherapie, maar ook wegen, pleinen, parkeren, groen en dergelijke mogelijk. De gebouwen, uitgezonderd de tijdelijke gebouwen en verdiepte parkeer- en stallingsruimte, zijn uitsluitend toegestaan binnen de aangegeven kaders (bouwvlakken), waarbij de bouwmogelijkheden zijn opgenomen in de bij dit plan behorende verbeelding (regels en plankaart). Voor de overige delen binnen de bestemming zijn nutsvoorzieningen, bergingen en paviljoens van ten hoogste 4 m hoog toegestaan met een oppervlakte van ten hoogste 30 m².

Gemengd

Een strook aan de westzijde van het plangebied heeft de bestemming 'Gemengd'. In dit deel zijn bedrijven, (commerciële) dienstverlening en kantoren voorzien. De bebouwingsmogelijkheden binnen deze bestemming zijn opgenomen in de bij dit plan behorende verbeelding (regels en plankaart). De locatie waar gebouwen mogen worden gerealiseerd worden in het voorliggende bestemmingsplan voorzien van globale bouwvlakken. Wanneer de gebouwen gerealiseerd zijn en het later te herziene bestemmingsplan voor dit gebied wordt opgesteld zal een op het beheer gerichte regeling worden toegepast waarbij de gerealiseerde gebouwen worden voorzien van een bouwvlak. Het bouwvlak zal dan ook kleiner worden.

Groen

Het centrale groen- en recreatiegebied, gelegen langs het provinciale fietspad dat een functie als wijkpark krijgt, heeft de bestemming 'Groen' met de nadere aanduiding 'park' toebedeeld gekregen. Deze regeling is grotendeels afgestemd op de vigerende regeling uit het bestemmingsplan Buitengebied-Oost en biedt ruimte aan onder meer beplantingen, grasveld en water alsmede het recreatief gebruik hiervan met bijbehorende voorzieningen. Ter plaatse van de aanduiding 'specifieke vorm van groen - kleinveetuin' zijn de gronden tevens bestemd voor het houden van kleinvee. Binnen deze bestemming zijn eveneens de openbare groenvoorzieningen, speelvoorzieningen en voet- en fietspaden alsmede nutsvoorzieningen en waterhuishoudkundige voorzieningen die verspreidt over het plangebied voorkomen opgenomen. Alleen bouwwerken, geen gebouwen zijnde, zijn toegestaan.

Water

Binnen de bestemming 'Water' zijn watergangen opgenomen. Bouwwerken, geen gebouwen zijnde, en voorzieningen die ten dienste staan aan de bestemming, zoals constructies voor bruggen, kademuren en duikers, zijn toegestaan. Binnen de overige bestemmingen is eveneens water toegestaan. De beschermingszones van de hoofdwatergangen zijn voorzien van een passende dubbelbestemming.

Tuin

Deze bestemming is gebruikt voor de voor- en zijtuinen behorende bij de woningen (bestemming 'Wonen - 3') en voor een aantal andere gronden waarvoor in het kader van dit bestemmingsplan geen gebouwen worden toegestaan. Op deze gronden mogen uitsluitend bouwwerken, geen gebouwen zijnde, worden gebouwd.

Verkeer

De rondom het plangebied aanwezige hoofdverkeerswegen/stroomwegen inclusief bijbehorende voet- en fietspaden zijn voorzien van de bestemming 'Verkeer'. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is een maximale hoogtemaat opgenomen, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting.

Verkeer - Verblijfsgebied

Wegen met een verblijfsfunctie (over het algemeen 30 km/h-wegen) daarentegen hebben de bestemming 'Verkeer - Verblijfsgebied'. Deze laatste is gericht op het verblijf, verplaatsing en gebruik ten dienste van de aangrenzende bestemmingen. Binnen deze bestemming is een aantal speelplekken specifiek aangeduid. Voor bouwwerken, geen gebouwen zijnde, is een maximale hoogtemaat opgenomen, met uitzondering van bouwwerken ten behoeve van de verkeersregeling, de verkeers- of wegaanduiding of de verlichting.

Leidingen (dubbelbestemmingen)

Langs de Kilweg ligt een tweetal planologisch relevante leidingen. De regels (met name aan te houden afstanden) met betrekking tot deze leidingen zijn verankerd in de regels. Door deze regeling worden bouwwerkzaamheden en de in de regels genoemde aanlegactiviteiten getoetst aan de belangen verbonden aan de betrokken leiding.

De externe veiligheidsaspecten van de natgastransportleiding en de waterstofleiding worden niet geregeld via deze dubbelbestemming. Deze aspecten zijn in het bestemmingsplan verwerkt door bij de bestemmingslegging waarbij gevoelige functies (zoals woningen en scholen) mogelijk worden gemaakt de hiervoor geldende afstanden aan te houden.

Waarde - Archeologie (dubbelbestemmingen)

Ter bescherming van de archeologische waarden die mogelijk in het gebied voorkomen, is voorzien in de dubbelbestemmingen 'Waarde - Archeologie - 1' en 'Waarde - Archeologie - 2'. Voor deze gronden geldt dat bouwen en een aantal genoemde werken en werkzaamheden, waarbij archeologische waarden in het geding kunnen zijn, slechts mogelijk zijn na voorafgaande toetsing door het bevoegd gezag aan de archeologische waarden.

Waterstaat (dubbelbestemming)

Deze bestemming is toegekend aan de beschermingszones langs de hoofdwatergangen. Het bevoegd gezag kan bij een omgevingsvergunning van het plan afwijken indien de bij de bestemming betrokken regels in acht worden genomen en het belang van de waterbeheerder door de bouwactiviteiten niet onevenredig wordt geschaad.

Waterstaat - Waterkering (dubbelbestemming)

In verband met de aanwezigheid van een regionale waterkering (Middeldijk) is aan enkele bestemmingen een dubbelbestemming 'Waterstaat - Waterkering' toegekend, waardoor de belangen van de dijkbeheerder worden veiliggesteld. Binnen deze zone 'Waterstaat - Waterkering' is de Keur van kracht. Alle bouw- en graafwerkzaamheden zijn verboden en dienen te worden getoetst door het waterschap of deze de stabiliteit van de waterkering kunnen aantasten, voordat ontheffing van de Keur wordt afgegeven.