direct naar inhoud van Artikel 24 Algemene bouwregels
Plan: Lagewei-Vrouwenpolder
Status: vastgesteld
Plantype: bestemmingsplan
IMRO-idn: NL.IMRO.0489.BPWGO20090004-VI01

Artikel 24 Algemene bouwregels

24.1 Toegelaten bouwwerken met afwijkende maten
  • a. Voor een bouwwerk, dat krachtens een omgevingsvergunning voor het bouwen op het tijdstip van inwerkingtreding van het bestemmingsplan aanwezig of in uitvoering is, dan wel gebouwd kan worden en dat in het plan ingevolge de bestemming is toegelaten, maar waarvan de bestaande afstands-, hoogte-, inhouds- en oppervlaktematen afwijken van de maatvoeringbepalingen in de bouwregels van de betreffende bestemming, geldt dat:
    • 1. bestaande maten, die meer bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten hoogste toelaatbaar worden aangehouden;
    • 2. bestaande maten, die minder bedragen dan in hoofdstuk 2 is voorgeschreven, mogen als ten minste toelaatbaar worden aangehouden.
  • b. Ingeval van herbouw is lid a onder 1 en 2 uitsluitend van toepassing, indien de herbouw op dezelfde plaats plaatsvindt.
  • c. Op een bouwwerk, als hiervoor bedoeld, is het Overgangsrecht bouwwerken als opgenomen in dit plan niet van toepassing.

24.2 Overschrijding bouwgrenzen

De bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, mogen in afwijking van aanduidingsgrenzen, aanduidingen en bestemmingsregels worden overschreden door:

  • a. tot gebouwen behorende stoepen, stoeptreden, trappen(huizen), galerijen, hellingbanen, funderingen, balkons, entreeportalen, veranda's en afdaken, mits de overschrijding niet meer dan 3 m bedraagt;
  • b. tot gebouwen behorende erkers en serres, mits de geluidsbelasting aan de gevel ten gevolge van wegverkeer de voorkeursgrenswaarde van 48 dB dan wel de verleende c.q te verlenen hogere grenswaarde niet overschrijdt en de overschrijding van de bouwgrenzen, niet zijnde bestemmingsgrenzen, ten hoogste 2 m bedraagt;
  • c. andere ondergeschikte onderdelen van gebouwen, mits de overschrijding niet meer dan 1,5 m bedraagt.

24.3 Hoogteaanduidingen

De maximaal toelaatbare bouwhoogte van de hieronder genoemde bouwwerken, bedraagt - tenzij in hoofdstuk 2 anders is bepaald - ten hoogste:

    bouwhoogte  
-   van erf- en terreinafscheidingen grenzend aan openbaar gebied en/of voor de voorgevel   1 m;  
-   de bouwhoogte van erfafscheidingen bij hoekpercelen, voor zover gelegen voor of op 3 m uit de voorgevel van het hoofdgebouw   1 m;  
-   van erf- en terreinafscheidingen elders   2 m;  
-   van lichtmasten   12 m;  
-   van geluidswerende voorzieningen   6 m;  
-   van vrijstaande antennes ten behoeve van telecommunicatie, niet zijnde schotelantennes en zonder apparatuurkast   15 m;  
-   van (schotel)antennes   3 m;  
-   van tuinmeubilair   2 m;  
-   van kunstuitingen   8 m;  
-   van speelvoorzieningen   5 m;  
-   van overkappingen   3 m;  
-   van overige bouwwerken, geen gebouwen zijnde   3 m.  

24.4 Nutsvoorzieningen, bergingen en paviljoens

Nutsvoorzieningen, bergingen en paviljoens zijn, voor zover genoemd in de bestemmingsomschrijving, buiten het bouwvlak toegestaan indien de hoogte, gemeten vanaf het aansluitend terrein, maximaal 4 m bedraagt en de oppervlakte niet meer bedraagt dan 30 m².